Phrasal Verbs met 'Back', 'Through', 'With', 'At', & 'By' - Slagen of Afronden (Door)

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

to break through [werkwoord]

doorbreken

Ex: The company aims to break through market competition .

Het bedrijf streeft ernaar om door de marktconcurrentie heen te breken.

to cut through [werkwoord]

doordringen

Ex: The expert speaker will help us cut through the technical details and understand the core concepts .

De expertspreker zal ons helpen de technische details te doorbreken en de kernconcepten te begrijpen.

to fall through [werkwoord]

mislukken

Ex: The construction project started to fall through when funding issues arose .

Het bouwproject begon te mislukken toen er financieringsproblemen ontstonden.

to go through with [werkwoord]

doorgaan met

Ex:

Ze had het over opstappen gehad, maar niemand dacht dat ze het zou doorzetten.

to muddle through [werkwoord]

er doorheen komen

Ex: The team often muddles through unexpected obstacles by relying on their problem-solving skills .

Het team komt er vaak doorheen met onverwachte obstakels door te vertrouwen op hun probleemoplossende vaardigheden.

to plough through [werkwoord]

met vastberadenheid werken

Ex:

Ze ploeterde zich een weg door de dichte juridische documenten, vastbesloten om elk detail te begrijpen.

to scrape through [werkwoord]

er net doorheen komen

Ex: The team scraped through to the finals , despite a series of close matches .

Het team sleepte zich net door naar de finale, ondanks een reeks van nipte wedstrijden.

to win through [werkwoord]

zegevieren

Ex: The team won through despite being the underdog in the competition .

Het team heeft doorgezet ondanks dat het de underdog was in de competitie.

Phrasal Verbs met 'Back', 'Through', 'With', 'At', & 'By'
Herstellen, Terugkeren of Reageren (Terug)	Starten, Voorkomen of Uitstellen (Terug)	Anderen (Terug)	Controleren, Beoordelen, Overwegen (Door)
Overleven, Verduren of Ervaren (Door)	Slagen of Afronden (Door)	Anderen (Via)	Een actie ervaren of uitvoeren (met)
Een actie uitvoeren (Bij)	Een actie uitvoeren (Door)