pattern

Sport - Wintersport

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Sports
bobsled
[zelfstandig naamwoord]

a winter sport where teams of two or four athletes ride a sled down a narrow, twisting, ice-covered track

bobslee, slee

bobslee, slee

Ex: Bobsled is known for its thrilling speed and challenging curves.**Bobsleeën** staat bekend om zijn opwindende snelheid en uitdagende bochten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hockey
[zelfstandig naamwoord]

a game played on ice by two teams of six skaters who try to hit a hard rubber disc into the other team's goal, using long sticks

hockey

hockey

Ex: They lost their hockey game, but they'll try again next time.Ze hebben hun **hockey**-wedstrijd verloren, maar ze zullen het de volgende keer opnieuw proberen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
slopestyle
[zelfstandig naamwoord]

a type of skiing that involves performing tricks on a course with jumps and obstacles

slopestyle, freestyle

slopestyle, freestyle

Ex: He excels in slopestyle competitions due to his aerial skills .Hij blinkt uit in **slopestyle** wedstrijden vanwege zijn luchtvaardigheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
skeleton
[zelfstandig naamwoord]

a winter sport where athletes slide headfirst down a track on a small sled, aiming for the fastest time

skeleton, skelet

skeleton, skelet

Ex: Skeleton competitors reach speeds of over 80 miles per hour.**Skeleton**-deelnemers bereiken snelheden van meer dan 80 mijl per uur.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
skiing
[zelfstandig naamwoord]

the activity or sport of moving over snow on skis

skiën, skisport

skiën, skisport

Ex: The ski resort offers a variety of amenities and activities for guests , including skiing, snowboarding , and tubing .Het skiresort biedt een verscheidenheid aan voorzieningen en activiteiten voor gasten, waaronder **skiën**, snowboarden en tubing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
biathlon
[zelfstandig naamwoord]

a winter sport combining cross-country skiing with rifle shooting

biathlon

biathlon

Ex: The biathlon requires athletes to switch from intense physical exertion to precise marksmanship in a matter of seconds .De **biathlon** vereist dat atleten in een paar seconden omschakelen van intense fysieke inspanning naar precieze schietvaardigheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
curling
[zelfstandig naamwoord]

a winter game where players slide round flat stones across the ice in order to hit a certain mark

curling, curlingspel

curling, curlingspel

Ex: He watched in awe as the curling team executed a perfect shot, sending their stone curling around obstacles to land squarely in the center of the house.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bandy
[zelfstandig naamwoord]

a team sport similar to ice hockey, played on ice with a ball instead of a puck

bandy, ijshockey met een bal

bandy, ijshockey met een bal

Ex: He enjoys watching bandy tournaments on TV .Hij geniet ervan om **bandy**-toernooien op tv te kijken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
wheelchair curling
[zelfstandig naamwoord]

a form of curling adapted for athletes with physical disabilities who use wheelchairs to compete

rolstoelcurling, aangepast curling voor atleten met een lichamelijke beperking die een rolstoel gebruiken om te concurreren

rolstoelcurling, aangepast curling voor atleten met een lichamelijke beperking die een rolstoel gebruiken om te concurreren

Ex: He dreams of representing his country in wheelchair curling at the Paralympic Games .Hij droomt ervan om zijn land te vertegenwoordigen in **rolstoelcurling** op de Paralympische Spelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
snowboarding
[zelfstandig naamwoord]

a winter sport or activity in which the participant stands on a board and glides over snow, typically on a mountainside

snowboarden, boarden op sneeuw

snowboarden, boarden op sneeuw

Ex: He watched a snowboarding video to improve his technique.Hij keek een **snowboard**-video om zijn techniek te verbeteren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
para snowboard
[zelfstandig naamwoord]

a competitive snowboarding discipline adapted for athletes with physical disabilities

para snowboard, aangepast snowboard

para snowboard, aangepast snowboard

Ex: She 's a medalist in para snowboard events .Ze is een medaillewinnaar in **para snowboard** evenementen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
frontside air
[zelfstandig naamwoord]

a snowboarding or skateboarding maneuver where the rider jumps and rotates in the air with their frontside facing forward

frontside lucht, frontside sprong

frontside lucht, frontside sprong

Ex: She celebrated her first frontside air with a victory shout .Ze vierde haar eerste **frontside air** met een overwinningskreet.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
forward lean
[zelfstandig naamwoord]

the position where a skier or snowboarder leans their body weight forward to initiate turns or gain speed

voorover leunen, voorwaartse helling

voorover leunen, voorwaartse helling

Ex: Increase your forward lean to pick up more speed .Verhoog je **voorwaartse helling** om meer snelheid te krijgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nose press
[zelfstandig naamwoord]

a maneuver where a snowboarder or skier shifts their weight onto the front of their board or skis to lift the rear off the ground

neusdruk, voorsteun

neusdruk, voorsteun

Ex: He added a stylish grab to his nose press.Hij voegde een stijlvolle **nose press** toe aan zijn optreden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
toeside turn
[zelfstandig naamwoord]

a snowboarding or skiing maneuver where the rider shifts their weight onto the toes of their boots to change direction

teenbocht, draai op de tenen

teenbocht, draai op de tenen

Ex: She leaned forward for a smooth toeside turn.Ze leunde naar voren voor een soepele **teenkantbocht**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
nose slide
[zelfstandig naamwoord]

a maneuver where a snowboarder or skier slides along a rail or surface with the front end of their board or skis

neusglijden, nose slide

neusglijden, nose slide

Ex: He fell while attempting a nose slide but quickly got back up to try again .Hij viel tijdens een poging tot een **nose slide** maar stond snel weer op om het opnieuw te proberen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Sport
LanGeek
LanGeek app downloaden