pattern

Sport - Titels in sport

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Words Related to Sports
championship
[zelfstandig naamwoord]

the status or title that a person gains by being the best player or team in a competition

kampioenschap,  titel

kampioenschap, titel

Ex: The team won the championship after a thrilling final match .Het team won het **kampioenschap** na een spannende finale.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
runner-up
[zelfstandig naamwoord]

a person or team finishing in second place in a competition or event

tweede, finalist

tweede, finalist

Ex: The runner-up in the contest got a nice trophy as a reward .De **runner-up** in de wedstrijd kreeg een mooie trofee als beloning.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
athlete
[zelfstandig naamwoord]

a person who is good at sports and physical exercise, and often competes in sports competitions

atleet, sporter

atleet, sporter

Ex: The young athlete aspired to represent her country in the Olympics .De jonge **atleet** streefde ernaar om haar land te vertegenwoordigen op de Olympische Spelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
para athlete
[zelfstandig naamwoord]

an athlete with a disability who competes in sports, often in events specifically designed for athletes with impairments

paralympische atleet, gehandicapte sporter

paralympische atleet, gehandicapte sporter

Ex: The para-athlete received a gold medal for shot put at the national championships.De **paraatleet** ontving een gouden medaille voor kogelstoten bij de nationale kampioenschappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
titlist
[zelfstandig naamwoord]

a person who holds a title or championship in a particular activity or sport

titelhouder, kampioen

titelhouder, kampioen

Ex: He was hailed as the new titlist in the world of chess , winning the championship match against the reigning grandmaster with a brilliant display of strategy and skill .Hij werd geprezen als de nieuwe **titelhouder** in de wereld van schaken, door het kampioenschap te winnen tegen de regerende grootmeester met een briljante vertoning van strategie en vaardigheid.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
challenger
[zelfstandig naamwoord]

someone who competes against another person or group with the intention of winning, proving themselves, or achieving a specific goal

uitdager, tegenstander

uitdager, tegenstander

Ex: The young boxer emerged as a strong challenger for the championship title .De jonge bokser kwam naar voren als een sterke **uitdager** voor de kampioenstitel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
champion
[zelfstandig naamwoord]

the winner of a competition

kampioen, winnaar

kampioen, winnaar

Ex: She proudly held up the trophy as the new champion.Ze hield trots de trofee omhoog als de nieuwe **kampioen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
finalist
[zelfstandig naamwoord]

a participant who has reached the final stage or round of a competition

finalist

finalist

Ex: She focused on maintaining her peak physical and mental condition as a finalist.Ze richtte zich op het behouden van haar **finalist** fysieke en mentale toestand op het hoogtepunt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
competitor
[zelfstandig naamwoord]

someone who competes with others in a sport event

concurrent, deelnemer

concurrent, deelnemer

Ex: As the oldest competitor in the tournament , he inspired many with his perseverance .Als de oudste **deelnemer** van het toernooi inspireerde hij velen met zijn doorzettingsvermogen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
finisher
[zelfstandig naamwoord]

a player known for effectively completing scoring opportunities

afmaker, doelpuntmaker

afmaker, doelpuntmaker

Ex: The finisher's precision in front of the net is unmatched .De precisie van de **afmaker** voor het net is ongeëvenaard.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
outsider
[zelfstandig naamwoord]

a participant, team, or horse that is considered unlikely to win or achieve success, often due to lower ranking, lesser experience, or underdog status

outsider, de underdog

outsider, de underdog

Ex: The coach provided guidance on exploiting opportunities and staying focused as an outsider in the competition .De coach gaf begeleiding over het benutten van kansen en gefocust blijven als een **outsider** in de competitie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
medalist
[zelfstandig naamwoord]

someone who has won a medal in a competition, typically finishing in one of the top three positions

medaillewinnaar, medaillist

medaillewinnaar, medaillist

Ex: He was honored as a medalist in humanitarian efforts for his dedicated work in disaster relief .Hij werd geëerd als **medaillewinnaar** in humanitaire inspanningen voor zijn toegewijde werk in rampenbestrijding.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Paralympian
[zelfstandig naamwoord]

someone who takes part in the Paralympic games

Paralympiër, Paralympische atleet

Paralympiër, Paralympische atleet

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
also-ran
[zelfstandig naamwoord]

a person who fails to win or succeed in a competition, contest, etc.

verliezer, mislukkeling

verliezer, mislukkeling

Ex: He was just an also-ran in the game , finishing far behind the leaders , but he still gave it his best effort .Hij was slechts een **verliezer** in het spel, eindigde ver achter de leiders, maar gaf toch zijn beste inspanning.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
senior
[zelfstandig naamwoord]

someone who is usually older or the most skilled in a sport, often competing in a higher age group or against the best opponents

senior, veteraan

senior, veteraan

Ex: Emily's neighbor is a senior in tennis, playing against the most skilled opponents in her league.Emily's buurman is een **senior** in tennis, die speelt tegen de meest bekwame tegenstanders in haar competitie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bronze medalist
[zelfstandig naamwoord]

a person who wins third place in a competition or event

bronzen medaillewinnaar, derde plaats

bronzen medaillewinnaar, derde plaats

Ex: The bronze medalist waved to the cheering crowd .De **bronzen medaillewinnaar** zwaaide naar de juichende menigte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
gold medalist
[zelfstandig naamwoord]

a person who has won a gold medal in a competition

gouden medaillewinnaar, winnaar van de gouden medaille

gouden medaillewinnaar, winnaar van de gouden medaille

Ex: He is a three-time gold medalist in swimming .Hij is een drievoudig **gouden medaillewinnaar** in het zwemmen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
silver medalist
[zelfstandig naamwoord]

an athlete who finishes in second place in a competition

zilveren medaillewinnaar, vicekampioen

zilveren medaillewinnaar, vicekampioen

Ex: The silver medalist celebrated on the podium with a wide smile .De **zilveren medaillewinnaar** vierde op het podium met een brede glimlach.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
record holder
[zelfstandig naamwoord]

a person that currently holds the best or highest achievement in a particular field or category

recordhouder, houdster van het record

recordhouder, houdster van het record

Ex: He became the new record holder for the highest number of goals scored in a season .Hij werd de nieuwe **recordhouder** voor het hoogste aantal doelpunten in een seizoen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
semi-finalist
[zelfstandig naamwoord]

a participant who has advanced to the semi-final round of a competition or tournament

halvefinalist

halvefinalist

Ex: Being a semi-finalist in the cooking contest meant she was one step closer to the prize .Een **halvefinalist** zijn in de kookwedstrijd betekende dat ze een stap dichter bij de prijs was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
scratch
[zelfstandig naamwoord]

a competitor who withdraws from a race or competition before it starts

terugtrekker, niet-starter

terugtrekker, niet-starter

Ex: An unexpected scratch left the team scrambling for a replacement .Een onverwachte **kras** liet het team naar een vervanger zoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Sport
LanGeek
LanGeek app downloaden