Telbare en Ontelbare Zelfstandige Naamwoorden Voor Beginners

Leer hoe je telbare en ontelbare zelfstandige naamwoorden in het Engels correct gebruikt. Inclusief duidelijke voorbeelden en oefeningen.

Telbare en Ontelbare Zelfstandige Naamwoorden in het Engels

Wat Zijn Telbare Zelfstandige Naamwoorden?
Zelfstandige naamwoorden die geteld kunnen worden en gebruikt worden met een getal, worden in het Engels telbare zelfstandige naamwoorden genoemd. Telbare zelfstandige naamwoorden hebben zowel enkelvoudige als meervoudige vormen. Bijvoorbeeld:

1 apple, 2 apples (1 appel, 2 appels)

15 cats (15 katten)

3 dogs (3 honden)

1 car (1 auto)

2 spoons (2 lepels)

Voorbeeld

Take these apples.

Neem deze appels.

Give me a pen.

Geef me een pen.

I need five more balls.

Ik heb vijf ballen meer nodig.

Wat Zijn Ontelbare Zelfstandige Naamwoorden?
In het Engels kunnen ontelbare zelfstandige naamwoorden niet geteld worden en hebben daarom alleen een enkelvoudige vorm. Ze kunnen ook niet met getallen worden gebruikt.

Butter (Niet 1 butter) (Boter)

Rice (Niet 2 rices) (Rijst)

Honey (Niet 3 honeys) (Honing)

Voorbeeld

My hair is dark.

Mijn haar is donker.

I'm eating bread and butter.

Ik eet brood en boter.

Werkwoordovereenkomst

Houd er rekening mee dat ontelbare zelfstandige naamwoorden altijd worden gebruikt met enkelvoudige werkwoordsvormen. Hier zijn enkele voorbeelden:

Voorbeeld

My hair is growing.

Mijn haar groeit.

The jam was sweet.

De jam was zoet.

Money doesn't buy happiness.

Geld koopt geen geluk.

Veelvoorkomende Ontelbare Zelfstandige Naamwoorden

Hier is een lijst van veelvoorkomende ontelbare zelfstandige naamwoorden:

water (water)

air (lucht)

sugar (suiker)

tea (thee)

rice (rijst)

butter (boter)

milk (melk)

rain (regen)

weather (weer)

money (geld)

Vragen over Telbare en Ontelbare Zelfstandige Naamwoorden

Bij het vormen van vragen wordt 'how many' gebruikt met telbare zelfstandige naamwoorden, en 'how much' wordt gebruikt met ontelbare zelfstandige naamwoorden. Bijvoorbeeld:

Voorbeeld

How many chairs are there?

Hoeveel stoelen zijn er?

How much juice is there?

Hoeveel sap is er?

Quiz:


1.

Which sentence uses a countable noun?

A

There is some sugar in the bowl.

B

I have two pencils.

C

She bought some rice.

D

The air is fresh today.

2.

Choose all the uncountable nouns. (choose five)

apple

hair

cat

rain

bag

money

air

doll

tree

jam

3.

Sort the words to make a correct sentence.

five
.
a glass of
i
bought
and
apples
milk
4.

Complete the table by choosing the correct word: countable or uncountable.

nountype

dog

ball

water

car

weather

butter

countable
uncountable
5.

Which question is correct for asking about an uncountable noun?

A

How much water is in the glass?

B

How many money are there?

C

How much apples do you have?

D

How many sugar is in the jar?

Reacties

(0)
Recaptcha wordt geladen...
Delen op :
books
Engelse WoordenschatBegin met het leren van gecategoriseerde Engelse woordenschat op LanGeek.
Klik om te starten
LanGeek
LanGeek app downloaden