Bijwoorden van Plaats Voor Beginners

Leer hoe je bijwoorden van plaats in het Engels correct gebruikt, zoals "here", "there", "everywhere" en "nearby". Inclusief duidelijke voorbeelden en oefeningen!

Bijwoorden van Plaats in het Engels

Wat Zijn Bijwoorden van Plaats?
Bijwoorden van plaats in het Engels geven aan waar iets gebeurt of is geplaatst.

Veelvoorkomende Bijwoorden van Plaats

Hier is een lijst van enkele van de meest voorkomende bijwoorden van plaats:

Here (hier)

There (daar)

Up (omhoog)

Down (omlaag)

In (binnen)

Out (buitenshuis)

Laten we bekijken wat elk bijwoord betekent en hoe het functioneert:

'Here' toont aan dat de spreker het heeft over hun huidige locatie:

Voorbeeld

We can change our clothes in here.

We kunnen onze kleren hier omwisselen.

'There' wordt gebruikt om te verwijzen naar een plaats die verder van de spreker af ligt:

Voorbeeld

Look over there.

Kijk daar.

'Up' wordt gebruikt om te verwijzen naar de locatie van iets/iemand die op een hogere plaats is:

Voorbeeld

"I'm up here", he said.

"Ik ben hierboven," zei hij.

'Down' wordt gebruikt om te verwijzen naar de locatie van iets/iemand die op een lagere plaats is:

Voorbeeld

Keep your head down.

Houd je hoofd omlaag.

'In' wordt gebruikt om te tonen dat iemand/iets binnen een plaats is:

Voorbeeld

They are staying in.

Ze blijven binnen.

'Out' wordt gebruikt om te verwijzen naar een locatie die buiten een bepaalde plaats is:

Voorbeeld

My parent are out.

Mijn ouders zijn buitenshuis.

Plaatsing

Bijwoorden van plaats worden meestal na werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en andere bijwoorden in een zin geplaatst om deze te modificeren en informatie te geven over de locatie. Ze staan daardoor vaak aan het einde van een zin. Bekijk de volgende voorbeelden:

Voorbeeld

I thought they were out.

Ik dacht dat ze buitenshuis waren.

Please tell them I'm here.

Laat ze alsjeblieft weten dat ik hier ben.

Quiz:


1.

Which sentence correctly uses an adverb of place?

A

She ran quickly.

B

They are staying in.

C

He ate a delicious meal last night.

D

The weather is very cold today.

2.

Match each adverb of place to its correct definition.

here
there
up
down
in
out
outside a place
inside a place
a place far from the speaker
the speaker's current location
a higher location
a lower location
3.

Complete the sentence by filling in the missing adverb of place.

She looked

to see if the sky is cloudy.

We stayed

all day because it was raining.

He shouted, "I am right

!"

The children went

to play in the yard.

The cat jumped

from the table.

here
in
up
down
out
there
4.

Sort the words to form a correct sentence.

park
to
.
the
went
she
out
5.

Which sentence correctly uses an adverb of place?

A

She is sitting there.

B

She there is sitting .

C

She there sitting.

D

Sitting is she there.

Reacties

(0)
Recaptcha wordt geladen...
Delen op :
books
Leer Engelse woordenschatBegin met het leren van gecategoriseerde Engelse woordenschat op Langeek.
Klik om te starten
LanGeek
LanGeek app downloaden