Woordenschat voor IELTS (Academisch) - Collectieve zelfstandige naamwoorden

Hier leer je enkele Engelse woorden over collectieve zelfstandige naamwoorden, zoals "bedrijf", "groep", "school" etc. die nodig zijn voor het IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

batch

[zelfstandig naamwoord]

a number of things or people considered as a group or set

batch, groep

Sluiten

Inloggen

staff

[zelfstandig naamwoord]

a group of people who work for a particular company or organization

personeel, team

Ex: The restaurant staff received training on customer service .Het **personeel** van het restaurant heeft training gekregen in klantenservice.

Sluiten

Inloggen

cast

[zelfstandig naamwoord]

all the actors and actresses in a movie, play, etc.

cast, bezetting

Ex: An all-star cast was chosen for the high-budget movie .

Sluiten

Inloggen

company

[zelfstandig naamwoord]

a number of actors or performers who form a theater or dancing group

gezelschap, bedrijf

Sluiten

Inloggen

crew

[zelfstandig naamwoord]

all the people who work on a ship, aircraft, etc.

bemanning, scheepspersoneel

Ex: After a long journey , the crew finally docked the ship .Na een lange reis heeft de **bemanning** het schip eindelijk aangemeerd.

Sluiten

Inloggen

gang

[zelfstandig naamwoord]

an organized group of workers assigned to perform a specific task together

Ex: The gardening gang tended to the public park .

Sluiten

Inloggen

crowd

[zelfstandig naamwoord]

a large group of people gathered together in a particular place

menigte, drom

Ex: The street was packed with a crowd of excited fans waiting for the celebrity to arrive at the movie premiere .De straat was vol met een **menigte** opgewonden fans die wachtten tot de beroemdheid aankwam bij de filmpremière.

Sluiten

Inloggen

throng

[zelfstandig naamwoord]

a large crowd of people gathered closely together

menigte, drom

Ex: On launch day , a throng of gamers lined up outside the store at dawn .Op de lanceringdag stond een **menigte** gamers bij zonsopgang buiten de winkel in de rij.

Sluiten

Inloggen

party

[zelfstandig naamwoord]

a group of people who are gathered together for a common purpose

groep, team

Ex: A group of activists formed a party to promote environmental protection .Een groep activisten vormde een **partij** om milieubescherming te bevorderen.

Sluiten

Inloggen

group

[zelfstandig naamwoord]

a number of things or people that have some sort of connection or are at a place together

groep, verzameling

Ex: The teacher divided the class into seven small groups for the project .De leraar verdeelde de klas in zeven kleine **groepen** voor het project.

Sluiten

Inloggen

stack

[zelfstandig naamwoord]

a large amount of something, often money or objects

een stapel, een berg

Ex: The store has a stack of new video games on display .De winkel heeft een **stapel** nieuwe videogames in de uitstal.

Sluiten

Inloggen

flock

[zelfstandig naamwoord]

a group of birds of the same type, flying and feeding together

zwerm, groep

Ex: With a rustle of feathers , the flock of migrating birds landed in the treetops , seeking refuge for the night .Met een geritsel van veren landde de **vlucht** trekvogels in de boomtoppen, op zoek naar een schuilplaats voor de nacht.

Sluiten

Inloggen

bundle

[zelfstandig naamwoord]

a number of objects wrapped up together, usually for the purpose of transportation

bundel, pakket

Sluiten

Inloggen

fleet

[zelfstandig naamwoord]

a group of aircraft belonging to and operated by the same company or organization

Ex: A modern fleet ensures greater fuel efficiency .

Sluiten

Inloggen

stash

[zelfstandig naamwoord]

an amount of something that is kept hidden

verstopplaats, verborgen voorraad

Ex: They found a stash of books in the attic .Ze vonden een **verstopplaats** met boeken op zolder.

Sluiten

Inloggen

pile

[zelfstandig naamwoord]

a number of objects placed one on top of the other

stapel, hoop

Ex: She dropped the letters onto a growing pile of papers .Ze liet de brieven vallen op een groeiende **stapel** papieren.

Sluiten

Inloggen

heap

[zelfstandig naamwoord]

a large number of objects thrown on top of each other in an untidy way

hoop, stapel

Ex: There was a heap of dirty dishes in the sink after the party .Er lag een **hoop** vuile vaat in de gootsteen na het feest.

Sluiten

Inloggen

set

[zelfstandig naamwoord]

a group of things of the same type that belong or are used together in some way

set, stel

Ex: He collected a full set of vintage comic books over the years .Hij verzamelde in de loop der jaren een volledige **set** vintage stripboeken.

Sluiten

Inloggen

pride

[zelfstandig naamwoord]

a number of lions that live together as a social unit

trots, groep leeuwen

Sluiten

Inloggen

litter

[zelfstandig naamwoord]

a group of newly-born mammals from the same mother

nest, worp

Sluiten

Inloggen

swarm

[zelfstandig naamwoord]

a large group of insects moving together in the same direction

Ex: The beekeeper carefully avoided the swarm of bees .

Sluiten

Inloggen

shoal

[zelfstandig naamwoord]

a large number of fish swimming together

school, schare

Ex: Seabirds dove into the water , eager to feast on the abundant shoal of anchovies migrating along the coast .Zeevogels doken het water in, gretig om te feesten op de overvloedige **school** ansjovis die langs de kust migreerde.

Sluiten

Inloggen

herd

[zelfstandig naamwoord]

a group of animals, such as cows, sheep, etc. that are from the same species, which move and feed together

kudde, troep

Ex: A herd of horses galloped across the field , their manes flying in the wind .Een **kudde** paarden galoppeerde over het veld, hun manen wapperden in de wind.

Sluiten

Inloggen

movement

[zelfstandig naamwoord]

a collective of individuals united by shared beliefs or ideology, working toward general social, political, or cultural goals

Ex: The movement influences public policy over time .

Sluiten

Inloggen

mob

[zelfstandig naamwoord]

a large crowd of people, especially one that causes violence or trouble and is hard to control

menigte, gepeupel

Sluiten

Inloggen

platoon

[zelfstandig naamwoord]

a military unit, subdivision of a company, typically with a headquarters and two or more squads, usually led by a lieutenant

Ex: During drills , the platoon practiced coordinated maneuvers .

Sluiten

Inloggen

team

[zelfstandig naamwoord]

a group of people who compete against another group in a sport or game

team, ploeg

Ex: A well-functioning team fosters a supportive environment where each member 's strengths are valued .Een goed functionerend **team** bevordert een ondersteunende omgeving waarin de sterke punten van elk lid worden gewaardeerd.

Sluiten

Inloggen

pack

[zelfstandig naamwoord]

a convenient package or parcel of items, often small and commercially sold

Ex: The traveler picked up a pack of postcards .

Sluiten

Inloggen

huddle

[zelfstandig naamwoord]

a small crowd of people gathered tightly

groepje, opeenhoping

Sluiten

Inloggen

collective noun

[zelfstandig naamwoord]

(grammar) a singular noun that refers to a group of things or individuals

collectivum, verzamelnaam

Sluiten

Inloggen

Woordenschat voor IELTS (Academisch)
Energie en Brandstof	Economics	Psychology	Wereldwijde problemen
Problematische woorden	Collectieve zelfstandige naamwoorden	Praten over trends	Equality
Feminism	Marketing

LanGeek app downloaden