Boek Top Notch 1A - Eenheid 5 - Voorbeeld

Hier vind je de woordenschat van Unit 5 - Preview in het Top Notch 1A cursusboek, zoals "projector", "toetsenbord", "flash drive", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

electronic device [zelfstandig naamwoord]

elektronisch apparaat

Ex: The teacher banned electronic devices during exams .

De leraar verbood elektronische apparaten tijdens examens.

tablet [zelfstandig naamwoord]

tablet

Ex: He prefers reading e-books on his tablet because it 's easier to carry around than physical books .

Hij geeft de voorkeur aan het lezen van e-books op zijn tablet omdat het gemakkelijker mee te nemen is dan fysieke boeken.

laptop computer [zelfstandig naamwoord]

laptopcomputer

Ex: He bought a new laptop computer for school assignments .

Hij kocht een nieuwe laptop voor schoolopdrachten.

desktop computer [zelfstandig naamwoord]

desktopcomputer

Ex: He used the desktop computer to complete his design project .

Hij gebruikte de desktopcomputer om zijn ontwerpproject te voltooien.

keyboard [zelfstandig naamwoord]

toetsenbord

Ex: The laptop 's keyboard is comfortable to use for long periods .

Het toetsenbord van de laptop is comfortabel om langdurig te gebruiken.

global positioning system [Zinsdeel]

a satellite system that shows a place, thing, or person's exact position using signals

Ex:

smartphone [zelfstandig naamwoord]

smartphone

Ex: They used their smartphones to navigate through the unfamiliar city .

Ze gebruikten hun smartphones om door de onbekende stad te navigeren.

cell phone [zelfstandig naamwoord]

mobiele telefoon

Ex: I forgot to bring my cell phone to the meeting .

Ik ben vergeten mijn mobiele telefoon naar de vergadering mee te nemen.

flash drive [zelfstandig naamwoord]

USB-stick

Ex: Many students use flash drives to store their assignments and projects for easy access at school .

Veel studenten gebruiken usb-sticks om hun opdrachten en projecten op te slaan voor gemakkelijke toegang op school.

digital camera [zelfstandig naamwoord]

digitale camera

Ex: She prefers using a digital camera over her smartphone for photography .

Ze geeft de voorkeur aan het gebruik van een digitale camera boven haar smartphone voor fotografie.

headphones [zelfstandig naamwoord]

koptelefoon

Ex: Jack forgot his headphones at home and had to endure the noisy commute without his usual music .

Jack vergat zijn koptelefoon thuis en moest het lawaaierige woon-werkverkeer zonder zijn gebruikelijke muziek verdragen.

earbuds [zelfstandig naamwoord]

oordopjes

Ex: He prefers earbuds over bulky headphones for travel .

Hij geeft de voorkeur aan oortelefoontjes boven omvangrijke koptelefoons voor reizen.

projector [zelfstandig naamwoord]

projector

Ex: The conference room had a ceiling-mounted projector for business presentations , ensuring clear visibility for all attendees .

De vergaderzaal had een plafondgemonteerde projector voor zakelijke presentaties, wat zorgde voor een duidelijke zichtbaarheid voor alle aanwezigen.

printer [zelfstandig naamwoord]

printer

Ex: The printer is compatible with both Windows and Mac computers .

De printer is compatibel met zowel Windows- als Mac-computers.

webcam [zelfstandig naamwoord]

webcam

Ex: During the virtual event , attendees used their webcams to participate in discussions and networking sessions .

Tijdens het virtuele evenement gebruikten de deelnemers hun webcams om deel te nemen aan discussies en netwerksessies.

speaker [zelfstandig naamwoord]

luidspreker

Ex: She adjusted the volume on the stereo speakers to fill the room with music .

Ze stelde het volume op de stereo-luidsprekers in om de kamer met muziek te vullen.

Boek Top Notch 1A
Eenheid 1 - Les 2	Eenheid 1 - Les 3	Eenheid 2 - Les 1	Eenheid 2 - Les 2
Eenheid 3 - Voorbeeld	Eenheid 3 - Les 1	Eenheid 3 - Les 3	Eenheid 4 - Voorbeeld
Eenheid 4 - Les 1	Eenheid 4 - Les 3	Eenheid 4 - Les 4	Eenheid 5 - Voorbeeld
Eenheid 5 - Les 1	Eenheid 5 - Les 2	Eenheid 5 - Les 3