pattern

Boek Solutions - Pre-intermediate - Eenheid 4 - 4G

Hier vind je de woordenschat van Unit 4 - 4G in het Solutions Pre-Intermediate cursusboek, zoals "voetgangersoversteekplaats", "parade", "brandkraan", enz.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Solutions - Pre-Intermediate
market
[zelfstandig naamwoord]

a public place where people buy and sell groceries

markt, bazaar

markt, bazaar

Ex: They visited the farmers ' market on Saturday mornings to buy fresh fruits and vegetables .Ze bezochten de **markt** van de boeren op zaterdagochtend om verse groenten en fruit te kopen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bus stop
[zelfstandig naamwoord]

a place at the side of a road that is usually marked with a sign, where buses regularly stop for passengers

bushalte

bushalte

Ex: They decided to walk to the next bus stop, hoping it would be less busy than the one they were at .Ze besloten naar de volgende **bushalte** te lopen, in de hoop dat die minder druk zou zijn dan waar ze waren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
lamppost
[zelfstandig naamwoord]

a tall pole designed to hold one or more electric lamps in order to provide light on a street or road

lantaarnpaal, lichtmast

lantaarnpaal, lichtmast

Ex: She leaned against the lamppost while waiting for her friend.Ze leunde tegen de **lantaarnpaal** terwijl ze op haar vriend wachtte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pavement
[zelfstandig naamwoord]

the hard surface of a road covered with concrete or tarmac

bestrating, rijbaan

bestrating, rijbaan

Ex: The cyclist preferred riding on the pavement rather than on the rough gravel .De fietser reed liever op het **troittoir** dan op het ruwe grind.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pedestrian crossing
[zelfstandig naamwoord]

a designated area on a road where pedestrians have the right of way to cross the street safely

voetgangersoversteekplaats, zebrapad

voetgangersoversteekplaats, zebrapad

Ex: She looked both ways before stepping onto the pedestrian crossing.Ze keek beide kanten op voordat ze op het **zebra** stapte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
road sign
[zelfstandig naamwoord]

a sign that shows warnings or information to drivers

verkeersbord, wegwijzer

verkeersbord, wegwijzer

Ex: The road sign showed the distance to the next gas station .Het **verkeersbord** toonde de afstand tot het volgende tankstation.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shop
[zelfstandig naamwoord]

a building or place that sells goods or services

winkel, zaak

winkel, zaak

Ex: The flower shop was filled with vibrant bouquets and arrangements .De **bloemenwinkel** was gevuld met levendige boeketten en arrangementen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sign
[zelfstandig naamwoord]

a symbol or letters used in math, music, or other subjects to show an instruction, idea, etc.

teken, symbool

teken, symbool

Ex: The infinity sign symbolizes something that has no end .Het **symbool** van oneindigheid staat voor iets dat geen einde heeft.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
traffic lights
[zelfstandig naamwoord]

a set of lights, often colored in red, yellow, and green, that control the traffic on a road

verkeerslichten, stoplichten

verkeerslichten, stoplichten

Ex: He ran through the red traffic lights and was fined by the police .Hij rende door de rode **verkeerslichten** en werd beboet door de politie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
billboard
[zelfstandig naamwoord]

a big sign used for advertising, usually found near roads or highways

billboard, reclamebord

billboard, reclamebord

Ex: The billboard displayed a message about road safety .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fire hydrant
[zelfstandig naamwoord]

a device connected to a water supply that firefighters use to put out fires

brandkraan, hydrant

brandkraan, hydrant

Ex: The fire hydrant sprayed water when it was accidentally hit by a car .De **brandkraan** spoot water toen hij per ongeluk door een auto werd geraakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
parking meter
[zelfstandig naamwoord]

a device found on a street or in a parking lot that requires payment to allow a vehicle to be parked for a certain amount of time

parkeerautomaat, parkeermeter

parkeerautomaat, parkeermeter

Ex: The parking meter accepts both coins and credit cards .De **parkeerautomaat** accepteert zowel munten als creditcards.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
phone box
[zelfstandig naamwoord]

an enclosed space with a public phone that someone can pay in order to use it

telefooncel, telefoonhok

telefooncel, telefoonhok

Ex: Tourists love taking pictures with the iconic British phone box.Toeristen houden ervan om foto's te maken met de iconische Britse **telefooncel**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
postbox
[zelfstandig naamwoord]

a public box where people can drop letters and parcels to be collected and delivered by the postal service

brievenbus, postbus

brievenbus, postbus

Ex: He stood by the postbox, double-checking the address on his envelope .Hij stond bij de **brievenbus** en controleerde nog eens het adres op zijn envelop.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rubbish bin
[zelfstandig naamwoord]

a container used for storing waste or garbage

vuilnisbak, afvalbak

vuilnisbak, afvalbak

Ex: The street cleaner emptied the rubbish bins along the sidewalk .De straatveger heeft de **vuilnisbakken** langs de stoep geleegd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shop window
[zelfstandig naamwoord]

a window display in a store that showcases products or merchandise

etalage, winkelruit

etalage, winkelruit

Ex: He cleaned the shop window to make it more appealing .Hij maakte de **etalage** schoon om deze aantrekkelijker te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
street lamp
[zelfstandig naamwoord]

a light pole placed on a street that shines light onto the road and the surrounding area

straatlantaarn, lantaarnpaal

straatlantaarn, lantaarnpaal

Ex: A street lamp cast a soft glow over the quiet street .Een **straatlantaarn** wierp een zacht licht over de stille straat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
telephone pole
[zelfstandig naamwoord]

a tall pole or post that carries wires used for telephone lines

telefoonpaal, telegraafpaal

telefoonpaal, telegraafpaal

Ex: The old telephone pole was replaced with a sturdier one .De oude **telefoonpaal** is vervangen door een stevigere.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
music festival
[zelfstandig naamwoord]

a large event, often held outdoors, where multiple musical performances are showcased, usually featuring various artists and genres

muziekfestival, muziekfeest

muziekfestival, muziekfeest

Ex: The annual music festival draws huge crowds every year .Het jaarlijkse **muziekfestival** trekt elk jaar enorme menigten aan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
street
[zelfstandig naamwoord]

a public path for vehicles in a village, town, or city, usually with buildings, houses, etc. on its sides

straat, laan

straat, laan

Ex: We ride our bikes along the bike lane on the main street.We rijden met onze fietsen langs het fietspad op de hoofd**straat**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
parade
[zelfstandig naamwoord]

a public event where people or vehicles orderly move forward, particularly to celebrate a holiday or special day

parade, optocht

parade, optocht

Ex: They planned to participate in the Thanksgiving Day parade.Ze waren van plan deel te nemen aan de **parade** op Thanksgiving Day.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
road works
[zelfstandig naamwoord]

the work that is done to build or repair a road

wegwerkzaamheden

wegwerkzaamheden

Ex: We had to navigate through road works to reach the restaurant, but it was worth it for the delicious food.We moesten door **wegwerkzaamheden** navigeren om het restaurant te bereiken, maar het was het waard voor het heerlijke eten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Solutions - Pre-intermediate
LanGeek
LanGeek app downloaden