Boek Solutions - Pre-intermediate - Eenheid 5 - 5G

Hier vind je de woordenschat uit Unit 5 - 5G in het Solutions Pre-Intermediate cursusboek, zoals "enthousiast", "flexibel", "stipt", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to communicate

[werkwoord]

to be able to share or exchange information or ideas with others

communiceren

Ex: Effective leaders know how to communicate clearly .Effectieve leiders weten hoe ze duidelijk kunnen **communiceren**.

Sluiten

Inloggen

quality

[zelfstandig naamwoord]

an inherent characteristic that distinguishes the unique nature or features of something

kwaliteit

Sluiten

Inloggen

personal

[bijvoeglijk naamwoord]

only relating or belonging to one person

persoonlijk, individueel

Ex: The artist 's studio was filled with personal artwork and creative projects .Het atelier van de kunstenaar was gevuld met **persoonlijke** kunstwerken en creatieve projecten.

Sluiten

Inloggen

enthusiastic

[bijvoeglijk naamwoord]

having or showing intense excitement, eagerness, or passion for something

enthousiast, gepassioneerd

Ex: The enthusiastic fans cheered loudly for their favorite band .De **enthousiaste** fans juichten luid voor hun favoriete band.

Sluiten

Inloggen

flexible

[bijvoeglijk naamwoord]

capable of adjusting easily to different situations, circumstances, or needs

flexibel, aanpasbaar

Ex: His flexible attitude made it easy for friends to rely on him in tough times .Zijn **flexibele** houding maakte het gemakkelijk voor vrienden om op hem te vertrouwen in moeilijke tijden.

Sluiten

Inloggen

friendly

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person or their manner) kind and nice toward other people

vriendelijk, aardig

Ex: Her friendly smile made the difficult conversation feel less awkward .Haar **vriendelijke** glimlach maakte het moeilijke gesprek minder ongemakkelijk.

Sluiten

Inloggen

good

[bijvoeglijk naamwoord]

having a quality that is satisfying

goed, uitstekend

Ex: The weather was good, so they decided to have a picnic in the park .Het weer was **goed**, dus besloten ze te picknicken in het park.

Sluiten

Inloggen

hardworking

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) putting in a lot of effort and dedication to achieve goals or complete tasks

hardwerkend, ijverig

Ex: Their hardworking team completed the project ahead of schedule, thanks to their dedication.Hun **hardwerkende** team heeft het project dankzij hun toewijding vóór het schema voltooid.

Sluiten

Inloggen

honest

[bijvoeglijk naamwoord]

telling the truth and having no intention of cheating or stealing

eerlijk

Ex: Even in difficult situations , she remained honest and transparent , refusing to compromise her principles .Zelfs in moeilijke situaties bleef ze **eerlijk** en transparant, weigerend haar principes te compromitteren.

Sluiten

Inloggen

patient

[bijvoeglijk naamwoord]

able to remain calm, especially in challenging or difficult situations, without becoming annoyed or anxious

geduldig

Ex: He showed patience in learning a new language, practicing regularly until he became fluent.Hij toonde **geduld** bij het leren van een nieuwe taal, oefende regelmatig tot hij vloeiend was.

Sluiten

Inloggen

physically

[bijwoord]

in relation to the body as opposed to the mind

fysiek, lichamelijk

Ex: The cold weather affected them physically, causing shivers .Het koude weer trof hen **fysiek**, wat rillingen veroorzaakte.

Sluiten

Inloggen

fit

[bijvoeglijk naamwoord]

healthy and strong, especially due to regular physical exercise or balanced diet

fit, gezond

Ex: She follows a balanced diet , and her doctor says she 's very fit.Ze volgt een uitgebalanceerd dieet en haar arts zegt dat ze erg **fit** is.

Sluiten

Inloggen

reliable

[bijvoeglijk naamwoord]

able to be trusted to perform consistently well and meet expectations

betrouwbaar, vertrouwd

Ex: The reliable product has a reputation for durability and performance .Het **betrouwbare** product heeft een reputatie voor duurzaamheid en prestaties.

Sluiten

Inloggen

confident

[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong belief in one's abilities or qualities

zelfverzekerd, vol vertrouwen

Ex: The teacher was confident about her students ' progress .De leraar was **zelfverzekerd** over de vooruitgang van haar leerlingen.

Sluiten

Inloggen

sensitive

[bijvoeglijk naamwoord]

capable of understanding other people's emotions and caring for them

gevoelig, empatisch

Ex: The nurse ’s sensitive care helped put the patient at ease .De **gevoelige** zorg van de verpleegster hielp de patiënt op zijn gemak te stellen.

Sluiten

Inloggen

outgoing

[bijvoeglijk naamwoord]

enjoying other people's company and social interactions

sociaal, extravert

Ex: Her outgoing nature made her the life of the party , always bringing energy and laughter to social events .Haar **uitgaande** aard maakte haar het leven van het feest, bracht altijd energie en gelach naar sociale evenementen.

Sluiten

Inloggen

punctual

[bijvoeglijk naamwoord]

happening or arriving at the time expected or arranged

stipt, op tijd

Ex: They expect their employees to be punctual every morning .Ze verwachten dat hun werknemers elke ochtend **stipt** zijn.

Sluiten

Inloggen

organized

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) managing one's life, work, and activities in an efficient way

georganiseerd, methodisch

Ex: He is so organized that he even plans his meals for the week .Hij is zo **georganiseerd** dat hij zelfs zijn maaltijden voor de week plant.

Sluiten

Inloggen

Boek Solutions - Pre-intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Solutions - Pre-intermediate - Eenheid 5 - 5G