Boek Four Corners 1 - Eenheid 1 Les D

Hier vind je de woordenschat van Unit 1 Les D in het Four Corners 1 cursusboek, zoals "quiz", "zanger", "alleen", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

actor [zelfstandig naamwoord]

acteur

Ex: The actor 's ability to connect with the audience on an emotional level creates a memorable performance .

Het vermogen van de acteur om op emotioneel niveau contact te maken met het publiek zorgt voor een memorabele prestatie.

actress [zelfstandig naamwoord]

actrice

Ex: The actress performed beautifully in the play .

De actrice speelde prachtig in het toneelstuk.

first name [zelfstandig naamwoord]

voornaam

Ex: The teacher addressed each student by their first name to make the class feel more personal .

De leraar sprak elke leerling aan met hun voornaam om de les persoonlijker te laten voelen.

middle name [zelfstandig naamwoord]

tweede naam

Ex: My middle name is James , after my grandfather .

Mijn tweede naam is James, naar mijn grootvader.

full name [zelfstandig naamwoord]

volledige naam

Ex: The full name of the author is Emily Rose Parker .

De volledige naam van de auteur is Emily Rose Parker.

last name [zelfstandig naamwoord]

achternaam

Ex: The passport application requires you to fill in your first name , middle name , and last name .

De paspoortaanvraag vereist dat u uw voornaam, tweede naam en achternaam invult.

family name [zelfstandig naamwoord]

achternaam

Ex: She decided to keep her family name even after she got married .

Ze besloot haar achternaam te houden, zelfs nadat ze trouwde.

nickname [zelfstandig naamwoord]

bijnaam

Ex:

Ze gaven hem de bijnaam "Beer" vanwege zijn grote postuur en zachte natuur.

short [bijvoeglijk naamwoord]

kort

Ex:

Hij gaf er de voorkeur aan om tijdens het sporten korte broeken te dragen voor meer bewegingsvrijheid.

singer [zelfstandig naamwoord]

zanger

Ex: The lead singer of the band is also its songwriter .

De zanger van de band is ook zijn tekstschrijver.

to use [werkwoord]

gebruiken

Ex: I use my keys to unlock the door .

Ik gebruik mijn sleutels om de deur te openen.

only [bijwoord]

alleen

Ex: We go to the park only on weekends .

We gaan alleen in het weekend naar het park.

real [bijvoeglijk naamwoord]

echt

Ex: The tears in her eyes were real as she said goodbye to her beloved pet .

De tranen in haar ogen waren echt terwijl ze afscheid nam van haar geliefde huisdier.

soccer player [zelfstandig naamwoord]

voetballer

Ex: She interviewed a soccer player for her school project .

Ze interviewde een voetballer voor haar schoolproject.

celebrity [zelfstandig naamwoord]

beroemdheid

Ex: He became a celebrity after his book became a best-seller .

Hij werd een beroemdheid nadat zijn boek een bestseller werd.

quiz [zelfstandig naamwoord]

quiz

Ex: She studied all night for the history quiz .

Ze studeerde de hele nacht voor de quiz over geschiedenis.

initial [bijvoeglijk naamwoord]

initieel

Ex: She made initial inquiries about the job before submitting her application .

Ze deed initiële navraag over de baan voordat ze haar sollicitatie indiende.

Boek Four Corners 1
Welcome	Eenheid 1 Les A	Eenheid 1 Les C	Eenheid 1 Les D
Eenheid 2 Les A	Eenheid 2 Les B	Eenheid 2 Les C	Eenheid 2 Les D
Eenheid 3 Les A	Eenheid 3 Les B	Eenheid 3 Les C	Eenheid 3 Les D
Eenheid 4 Les A	Eenheid 4 Les B	Eenheid 4 Les C	Eenheid 4 Les D
Eenheid 5 Les A	Eenheid 5 Les B	Eenheid 5 Les C	Eenheid 5 Les D
Eenheid 6 Les A	Eenheid 6 Les B	Eenheid 6 Les C	Eenheid 6 Les D
Eenheid 7 Les A	Eenheid 7 Les B	Eenheid 7 Les C	Eenheid 7 Les D
Eenheid 8 Les A	Eenheid 8 Les B	Eenheid 8 Les C	Eenheid 8 Les D
Eenheid 9 Les A	Eenheid 9 Les C	Eenheid 9 Les D	Eenheid 10 Les A
Eenheid 10 Les C - Deel 1	Eenheid 10 Les C - Deel 2	Eenheid 10 Les D	Eenheid 11 Les A
Eenheid 11 Les B	Eenheid 11 Les C	Eenheid 11 Les D	Eenheid 12 Les A
Eenheid 12 Les B	Eenheid 12 Les C	Eenheid 12 Les D