Inloggen
Boek Insight - Intermediate - Eenheid 2 - 2C
Here you will find the vocabulary from Unit 2 - 2C in the Insight Intermediate coursebook, such as "trek", "voyage", "excursion", etc.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
trek
[zelfstandig naamwoord]
a difficult and lengthy journey, often taken on foot or by hiking
tocht, reis
Ex: Their trek through the icy terrain was filled with difficulties .Hun **tocht** door het ijzige terrein zat vol moeilijkheden.
voyage
[zelfstandig naamwoord]
a long journey taken on a ship or spacecraft
reis, vaart
Ex: The documentary chronicled the voyage of a famous explorer and the discoveries made along the way .De documentaire beschreef de **reis** van een beroemde ontdekkingsreiziger en de ontdekkingen die onderweg werden gedaan.
expedition
[zelfstandig naamwoord]
a planned trip made for enjoyment, adventure, or exploration
expeditie, reis
Ex: He organized an expedition to the Arctic , eager to experience the thrill of polar exploration .Hij organiseerde een **expeditie** naar de Noordpool, gretig om de opwinding van poolonderzoek te ervaren.
flight
[zelfstandig naamwoord]
a scheduled journey by an aircraft
vlucht, luchtreis
Ex: The flight across the Atlantic took about seven hours .De **vlucht** over de Atlantische Oceaan duurde ongeveer zeven uur.
tour
[zelfstandig naamwoord]
a journey for pleasure, during which we visit several different places
reis
Ex: We took a bike tour through the countryside , enjoying the serene landscapes .We maakten een fietstocht door het platteland en genoten van de serene landschappen.
| Boek Insight - Intermediate |
|---|
LanGeek app downloaden