Boek Total English - Elementair - Eenheid 8 - Les 2

Hier vind je de woordenschat van Unit 8 - Les 2 in het Total English Elementary cursusboek, zoals "strak", "katoen", "dragen", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

fashion

[zelfstandig naamwoord]

the styles and trends of clothing, accessories, makeup, and other items that are popular in a certain time and place

mode

Ex: They opened a boutique that sells high-end fashion brands .Ze openden een boetiek die high-end **mode**merken verkoopt.

Sluiten

Inloggen

fashionable

[bijvoeglijk naamwoord]

following the latest or the most popular styles and trends in a specific period

modieus, trendy

Ex: The fashionable neighborhood is known for its trendy cafes , boutiques , and vibrant street fashion .De **modieuze** buurt staat bekend om zijn trendy cafés, boetieks en levendige straatmode.

Sluiten

Inloggen

scruffy

[bijvoeglijk naamwoord]

having an appearance that is untidy, dirty, or worn out

slonzig, versleten

Ex: The small , scruffy bookstore on the corner was filled with charming , well-loved books .De kleine, **sjofele** boekwinkel op de hoek was gevuld met charmante, geliefde boeken.

Sluiten

Inloggen

tight

[bijvoeglijk naamwoord]

(of clothes or shoes) fitting closely or firmly, especially in an uncomfortable way

strak, krap

Ex: The tight collar of his shirt made him feel uncomfortable .De **strakke** kraag van zijn shirt maakte hem ongemakkelijk.

Sluiten

Inloggen

to wear

[werkwoord]

to have something such as clothes, shoes, etc. on your body

dragen, aanhebben

Ex: She wears a hat to protect herself from the sun during outdoor activities .Ze **draagt** een hoed om zichzelf te beschermen tegen de zon tijdens buitenactiviteiten.

Sluiten

Inloggen

formal

[bijvoeglijk naamwoord]

suitable for fancy, important, serious, or official occasions and situations

formeel, officieel

Ex: The students had to follow a formal process to apply for a scholarship .De studenten moesten een **formeel** proces volgen om een beurs aan te vragen.

Sluiten

Inloggen

traditional

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging to or following the methods or thoughts that are old as opposed to new or different ones

traditioneel, klassiek

Ex: The company ’s traditional dress code requires formal attire , while other workplaces are adopting casual policies .De **traditionele** kledingcode van het bedrijf vereist formele kleding, terwijl andere werkplekken een casual beleid hanteren.

Sluiten

Inloggen

smart

[bijvoeglijk naamwoord]

(of people or clothes) looking neat, tidy, and elegantly fashionable

stijlvol, netjes

Ex: The smart outfit she chose for the interview made a great first impression on her potential employer .Het **stijlvolle** outfit dat ze koos voor het sollicitatiegesprek maakte een geweldige eerste indruk op haar potentiële werkgever.

Sluiten

Inloggen

man-made

[bijvoeglijk naamwoord]

created by humans rather than occurring naturally in the environment

kunstmatig, door de mens gemaakt

Ex: Pollution is a serious man-made problem .Vervuiling is een ernstig **door de mens gemaakt** probleem.

Sluiten

Inloggen

loose

[bijvoeglijk naamwoord]

(of clothes) not tight or fitting closely, often allowing freedom of movement

wijd, los

Ex: The loose shirt felt comfortable on a hot summer day .Het **wijde** shirt voelde comfortabel op een warme zomerdag.

Sluiten

Inloggen

cotton

[zelfstandig naamwoord]

cloth made from the fibers of the cotton plant, naturally soft and comfortable against the skin

katoen

Ex: I love the versatility of cotton clothing , from casual T-shirts for lounging at home to elegant cotton dresses for special occasions .Ik hou van de veelzijdigheid van **katoenen** kleding, van casual T-shirts om thuis te ontspannen tot elegante **katoenen** jurken voor speciale gelegenheden.

Sluiten

Inloggen

wool

[zelfstandig naamwoord]

the soft and thick hair that grows on the body of sheep and goats

wol, vacht

Ex: The soft wool from the sheep was used to make warm blankets .De zachte **wol** van de schapen werd gebruikt om warme dekens te maken.

Sluiten

Inloggen

leather

[zelfstandig naamwoord]

strong material made from animal skin and used for making clothes, bags, shoes, etc.

leer

Ex: After years of use , the leather shoes had developed a rich patina that added character and charm .Na jarenlang gebruik hadden de **leren** schoenen een rijke patina ontwikkeld die karakter en charme toevoegde.

Sluiten

Inloggen

silk

[zelfstandig naamwoord]

a type of smooth soft fabric made from the threads that silkworms produce

zijde

Ex: They decided to use silk curtains for the living room to give it a more refined look .Ze besloten **zijden** gordijnen te gebruiken voor de woonkamer om het een meer verfijnde uitstraling te geven.

Sluiten

Inloggen

luxurious

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely comfortable, elegant, and often made with high-quality materials or features

luxueus, weelderig

Ex: He enjoyed a luxurious lifestyle , traveling in private jets and staying at five-star hotels .Hij genoot van een **luxueuze** levensstijl, reisde met privévliegtuigen en verbleef in vijfsterrenhotels.

Sluiten

Inloggen

thick

[bijvoeglijk naamwoord]

having a long distance between opposite sides

dik, breed

Ex: The book's cover is made from cardboard that's half an inch thick, giving it durability.De omslag van het boek is gemaakt van karton dat een halve inch **dik** is, wat het duurzaamheid geeft.

Sluiten

Inloggen

comfortable

[bijvoeglijk naamwoord]

(of an object) making you feel relaxed because of it is warm or soft and does not hurt the body

comfortabel, gemakkelijk

Ex: He opted for a comfortable hoodie and sweatpants for the lazy Sunday afternoon .Hij koos voor een **comfortabele** hoodie en joggingbroek voor de luie zondagmiddag.

Sluiten

Inloggen

to afford

[werkwoord]

to be able to pay the cost of something

zich kunnen veroorloven, het geld hebben voor

Ex: Financial stability allows individuals to afford unexpected expenses without causing hardship .Financiële stabiliteit stelt individuen in staat onverwachte uitgaven te **kunnen betalen** zonder moeilijkheden te veroorzaken.

Sluiten

Inloggen

secondhand

[bijvoeglijk naamwoord]

previously owned or used by someone else

tweedehands, gebruikt

Ex: The secondhand bookstore has a wide variety of titles at low prices.

Sluiten

Inloggen

boot

[zelfstandig naamwoord]

a type of strong shoe that covers the foot and ankle and often the lower part of the leg

laars

Ex: The rain soaked through her boots, making her feet wet .De regen drong door haar **laarzen** heen, waardoor haar voeten nat werden.

Sluiten

Inloggen

jacket

[zelfstandig naamwoord]

a short item of clothing that we wear on the top part of our body, usually has sleeves and something in the front so we could close it

jas, jack

Ex: The jacket is made of waterproof material , so it 's great for rainy days .De **jas** is gemaakt van waterdicht materiaal, dus hij is geweldig voor regenachtige dagen.

Sluiten

Inloggen

pullover

[zelfstandig naamwoord]

a warm knitted piece of clothing made of wool with long sleeves and no buttons

trui, pullover

Ex: The pullover was soft and comfortable to wear .De **trui** was zacht en comfortabel om te dragen.

Sluiten

Inloggen

sandal

[zelfstandig naamwoord]

an open shoe that fastens the sole to one's foot with straps, particularly worn when the weather is warm

sandaal, slipper

Ex: The colorful beaded sandals were handmade by a local artisan .De kleurrijke kralen **sandal** zijn met de hand gemaakt door een lokale ambachtsman.

Sluiten

Inloggen

sari

[zelfstandig naamwoord]

a traditional garment worn by women in South Asia, consisting of a long piece of fabric draped around the body

sari, traditioneel Indiaas gewaad

Ex: She bought a red saree for the festival.

Sluiten

Inloggen

shoe

[zelfstandig naamwoord]

something that we wear to cover and protect our feet, generally made of strong materials like leather or plastic

schoen

Ex: She put on her running shoes and went for a jog in the park.Ze deed haar **hardloopschoenen** aan en ging joggen in het park.

Sluiten

Inloggen

skirt

[zelfstandig naamwoord]

a piece of clothing for girls or women that fastens around the waist and hangs down around the legs

rok, schort

Ex: This skirt has a stretchy waistband for comfort .Deze **rok** heeft een rekbare tailleband voor comfort.

Sluiten

Inloggen

suit

[zelfstandig naamwoord]

a jacket with a pair of pants or a skirt that are made from the same cloth and should be worn together

pak, kostuum

Ex: The suit he wore was tailored to fit him perfectly .Het **pak** dat hij droeg was op maat gemaakt om hem perfect te passen.

Sluiten

Inloggen

sunglasses

[zelfstandig naamwoord]

dark glasses that we wear to protect our eyes from sunlight or glare

zonnebril, donkere bril

Ex: The sunglasses had a cool design with mirrored lenses .De **zonnebril** had een cool ontwerp met gespiegelde glazen.

Sluiten

Inloggen

trainer

[zelfstandig naamwoord]

a sports shoe with a rubber sole that is worn casually or for doing exercise

sportschoen, trainer

Ex: She wore her favorite trainers with jeans for a casual look .Ze droeg haar favoriete **sneakers** met jeans voor een casual look.

Sluiten

Inloggen

trousers

[zelfstandig naamwoord]

a piece of clothing that covers the body from the waist to the ankles, with a separate part for each leg

broek, broeken

Ex: He prefers to wear trousers made from breathable fabric during the hot summer months .Hij geeft er de voorkeur aan om in de hete zomermaanden **broeken** van ademende stof te dragen.

Sluiten

Inloggen

Boek Total English - Elementair

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Total English - Elementair - Eenheid 8 - Les 2