SAT Woordvaardigheden 5 - Les 4

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

stupendous

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely astonishing in extent or degree

verbazingwekkend, geweldig

Ex: They were shocked by the stupendous cost of the repairs needed for the old building .Ze waren geschokt door de **verbijsterende** kosten van de benodigde reparaties voor het oude gebouw.

Sluiten

Inloggen

insidious

[bijvoeglijk naamwoord]

intending to trap and beguile

verraderlijk, sluw

Sluiten

Inloggen

coniferous

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to trees with hard and dry fruits called cones and needle-shaped leaves

conifeer, naaldboomachtig

Sluiten

Inloggen

salacious

[bijvoeglijk naamwoord]

having or conveying inappropriate or indecent interest in sexual matters

obscene, onkuis

Ex: The film 's salacious scenes were deemed too explicit for a general audience .De **obscene** scènes van de film werden te expliciet geacht voor een algemeen publiek.

Sluiten

Inloggen

saponaceous

[bijvoeglijk naamwoord]

resembling or containing soap

zeepachtig, zeepbevattend

Sluiten

Inloggen

timorous

[bijvoeglijk naamwoord]

lacking bravery and confidence

timide, bangelijk

Ex: The timorous approach of the new team member made her interactions hesitant .De **angstige** aanpak van het nieuwe teamlid maakte haar interacties aarzelend.

Sluiten

Inloggen

glorious

[bijvoeglijk naamwoord]

having or deserving of admiration, fame, honor, and respect

glorieus, prachtig

Sluiten

Inloggen

obnoxious

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely unpleasant or rude

vervelend, onbeleefd

Ex: The obnoxious habit of interrupting others during conversations annoyed everyone in the group .De **vervelende** gewoonte om anderen te onderbreken tijdens gesprekken ergerde iedereen in de groep.

Sluiten

Inloggen

pusillanimous

[bijvoeglijk naamwoord]

having a lack of courage or determination

kleinmoedig, lafhartig

Ex: The team grew frustrated with their pusillanimous teammate , who was always reluctant to take charge .Het team werd gefrustreerd door hun **lafhartige** teamgenoot, die altijd aarzelde om de leiding te nemen.

Sluiten

Inloggen

courageous

[bijvoeglijk naamwoord]

expressing no fear when faced with danger or difficulty

moedig, dapper

Ex: The rescue dog demonstrated a courageous effort in saving lives during the disaster response mission .De reddingshond toonde een **moedige** inspanning bij het redden van levens tijdens de rampenbestrijdingsmissie.

Sluiten

Inloggen

venous

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to or having a lot of veins

veneus, met betrekking tot aders

Sluiten

Inloggen

obstreperous

[bijvoeglijk naamwoord]

being noisily aggressive and resistant to control

lawaaiig, opstandig

Sluiten

Inloggen

impecunious

[bijvoeglijk naamwoord]

severely lacking money

arm, zonder geld

Ex: They offered to help their impecunious friend by paying for his groceries and other necessities .Ze boden aan om hun **broke** vriend te helpen door te betalen voor zijn boodschappen en andere benodigdheden.

Sluiten

Inloggen

carnivorous

[bijvoeglijk naamwoord]

(of plants or animals) feeding on the meat or flesh of other animals

vleesetend

Ex: Some species of birds , like eagles and hawks , are carnivorous and hunt small mammals and birds .Sommige vogelsoorten, zoals adelaars en haviken, zijn **carnivoor** en jagen op kleine zoogdieren en vogels.

Sluiten

Inloggen

rebellious

[bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) resistant to authority or control, often challenging established norms or rules

rebels, opstandig

Ex: The rebellious employee pushed back against restrictive corporate policies , advocating for more flexible work arrangements .De **opstandige** werknemer verzette zich tegen restrictief bedrijfsbeleid en pleitte voor flexibelere werkregelingen.

Sluiten

Inloggen

fugacious

[bijvoeglijk naamwoord]

lasting only for a short time and quick to disappear

vluchtig, kortstondig

Sluiten

Inloggen

gregarious

[bijvoeglijk naamwoord]

describing the inclination of animals to live in groups or communities rather than being solitary

kuddedier, sociaal