pattern

Cambridge English: FCE (B2 First) - Locaties & Structuren

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: FCE (B2 First)
regional
[bijvoeglijk naamwoord]

involving a particular region or geographic area

regionaal, lokaal

regionaal, lokaal

Ex: Regional transportation networks connect cities and towns within a particular area .**Regionale** vervoersnetwerken verbinden steden en dorpen binnen een bepaald gebied.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
storey
[zelfstandig naamwoord]

a level of a building, usually above ground, where people live or work

verdieping, etage

verdieping, etage

Ex: The second storey provides a beautiful view of the garden .De **verdieping** biedt een prachtig uitzicht op de tuin.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
location
[zelfstandig naamwoord]

the geographic position of someone or something

locatie, plaats

locatie, plaats

Ex: She found a secluded location by the lake to relax and unwind .Ze vond een afgelegen **plek** bij het meer om te ontspannen en tot rust te komen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
attic
[zelfstandig naamwoord]

an area or room directly under the roof of a house, typically used for storage or as an additional living area

zolder, vliering

zolder, vliering

Ex: In older homes , attics were originally used as sleeping quarters before modern heating and cooling systems were introduced .In oudere huizen werden **zolders** oorspronkelijk gebruikt als slaapvertrekken voordat moderne verwarmings- en koelsystemen werden geïntroduceerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
accessible
[bijvoeglijk naamwoord]

easy to acquire or use

toegankelijk, makkelijk te gebruiken

toegankelijk, makkelijk te gebruiken

Ex: The funds are accessible for immediate withdrawal .De middelen zijn **toegankelijk** voor onmiddellijke opname.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bar
[zelfstandig naamwoord]

a place where alcoholic and other drinks and light snacks are sold and served

bar, café

bar, café

Ex: The beachside bar serves refreshing cocktails and seafood snacks .De strand-**bar** serveert verfrissende cocktails en zeevruchtensnacks.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dam
[zelfstandig naamwoord]

a huge wall built to keep water from entering an area or to contain and use it as a power source to produce electricity

dam, stuwdam

dam, stuwdam

Ex: Heavy rains put pressure on the dam’s structure .Zware regen zet druk op de structuur van de **dam**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
route
[zelfstandig naamwoord]

a way from one place to another

route, weg

route, weg

Ex: The quickest route to the airport is through the toll road .De snelste **route** naar de luchthaven is via de tolweg.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
ward
[zelfstandig naamwoord]

a separate area in a hospital for patients with similar conditions

afdeling, eenheid

afdeling, eenheid

Ex: The hospital ’s emergency ward is equipped to handle urgent and critical cases .De spoedafdeling van het ziekenhuis is uitgerust om dringende en kritieke gevallen te behandelen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cellar
[zelfstandig naamwoord]

an underground storage space or room, typically found in a building, used for storing food, wine, or other items that require a cool and dark environment

kelder, wijnkelder

kelder, wijnkelder

Ex: The old cellar had thick stone walls that kept it cool even in the summer .De oude **kelder** had dikke stenen muren die het zelfs in de zomer koel hielden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
porch
[zelfstandig naamwoord]

a structure with a roof and no walls at the entrance of a house

veranda, portiek

veranda, portiek

Ex: I love decorating the porch with potted plants and colorful flowers .Ik hou ervan om de **veranda** te versieren met potplanten en kleurrijke bloemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: FCE (B2 First)
LanGeek
LanGeek app downloaden