Cambridge English: FCE (B2 First) - Denken, Begrijpen & Informatieverwerking

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to prove

[werkwoord]

to show that something is true through the use of evidence or facts

bewijzen, aantonen

Ex: The experiment regularly proves the hypothesis .Het experiment **bewijst** regelmatig de hypothese.

Sluiten

Inloggen

to come to a decision

[Zinsdeel]

to reach a conclusion about a particular matter after considering various options or factors

Ex: She had to come to a decision about whether to accept the job offer or pursue other opportunities.

Sluiten

Inloggen

to look at

[werkwoord]

to consider or evaluate something from a particular perspective or point of view

beschouwen, evalueren

Ex: The politician looked at the proposed policy from a fiscal standpoint , analyzing its potential impact on the economy .De politicus **keek naar** het voorgestelde beleid vanuit een fiscaal standpunt en analyseerde het potentiële effect op de economie.

Sluiten

Inloggen

to come across

[werkwoord]

to discover, meet, or find someone or something by accident

toevallig tegenkomen, per ongeluk vinden

Ex: I did n't expect to come across an old friend from high school at the conference , but it was a pleasant surprise .Ik had niet verwacht op de conferentie **een oude vriend van de middelbare school tegen te komen**, maar het was een aangename verrassing.

Sluiten

Inloggen

to go over

[werkwoord]

to thoroughly review, examine, or check something

doornemen, grondig nakijken

Ex: We need to go over the details of the project to make sure nothing is missed .We moeten de details van het project **doornemen** om ervoor te zorgen dat er niets over het hoofd wordt gezien.

Sluiten

Inloggen

accessible

[bijvoeglijk naamwoord]

easily understood or readable with comprehension

toegankelijk, begrijpelijk

Ex: The book was written in an accessible style , making it easy for anyone to follow .Het boek is geschreven in een **toegankelijke** stijl, waardoor het voor iedereen gemakkelijk te volgen is.

Sluiten

Inloggen

complex

[bijvoeglijk naamwoord]

not easy to understand or analyze

complex, moeilijk te begrijpen

Ex: The novel ’s plot is intricate and highly complex.Het plot van de roman is ingewikkeld en zeer **complex**.

Sluiten

Inloggen

to find out

[werkwoord]

to get information about something after actively trying to do so

uitvinden, ontdekken

Ex: He 's eager to find out which restaurant serves the best pizza in town .Hij is erop gebrand om **te weten te komen** welk restaurant de beste pizza van de stad serveert.

Sluiten

Inloggen

intelligence

[zelfstandig naamwoord]

the ability to correctly utilize thought and reason, learn from experience, or to successfully adapt to the environment

intelligentie

Ex: He admired her intelligence and creativity during the debate .Hij bewonderde haar **intelligentie** en creativiteit tijdens het debat.

Sluiten

Inloggen

meaningful

[bijvoeglijk naamwoord]

having a significant purpose or importance

betekenisvol, zinvol

Ex: The workshop provided participants with meaningful insights into effective communication .De workshop gaf de deelnemers **zinvolle** inzichten in effectieve communicatie.

Sluiten

Inloggen

to doubt

[werkwoord]

lack confidence in or have doubts about

twijfelen, twijfels hebben

Ex: They doubted her promises , knowing she had broken them before .Ze **twijfelden** aan haar beloften, wetende dat ze ze eerder had gebroken.

Sluiten

Inloggen

to reckon

[werkwoord]

to believe or accept something as true or certain, often with confidence or trust

geloven, menen

Ex: The team reckoned on the resources being available for the project to succeed .Het team **rekende** op de beschikbare middelen voor het slagen van het project.

Sluiten

Inloggen

comparison

[zelfstandig naamwoord]

the process of examining the similarities and differences between two or more things or people

vergelijking

Ex: The comparison of Italian and Spanish reveals that they share many similar words and grammatical structures .De **vergelijking** van Italiaans en Spaans laat zien dat ze veel vergelijkbare woorden en grammaticale structuren delen.

Sluiten

Inloggen

to distinguish

[werkwoord]

to recognize and mentally separate two things, people, etc.

onderscheiden, differentiëren

Ex: She easily distinguishes between different types of flowers in the garden .Ze **onderscheidt** gemakkelijk tussen verschillende soorten bloemen in de tuin.

Sluiten

Inloggen

to take account of something

[Zinsdeel]

to consider all the known facts and details before making a final decision

Ex: The manager will take account of employee feedback before making changes.

Sluiten

Inloggen

to tell apart

[werkwoord]

to distinguish the differences between things or people

onderscheiden, uit elkaar houden

Ex: Some people struggle to tell apart certain colors due to color blindness .Sommige mensen hebben moeite om bepaalde kleuren te **onderscheiden** vanwege kleurenblindheid.

Sluiten

Inloggen

to feel

[werkwoord]

to hold a particular opinion or attitude or have a feeling that something might be the case without a justifiable reason

voelen, denken

Ex: They feel that the project is going to be a success , despite the challenges .Zij **voelen** dat het project een succes zal zijn, ondanks de uitdagingen.

Sluiten

Inloggen

to make out

[werkwoord]

to understand something, often with effort

begrijpen, ontcijferen

Ex: I could not make out what he meant by his comment .Ik kon niet **begrijpen** wat hij bedoelde met zijn opmerking.

Sluiten

Inloggen

to look up

[werkwoord]

to try to find information in a dictionary, computer, etc.

opzoeken, zoeken

Ex: You should look up the word to improve your vocabulary .Je zou het woord moeten **opzoeken** om je woordenschat te verbeteren.

Sluiten

Inloggen

matter

[zelfstandig naamwoord]

a situation or subject that needs to be dealt with or considered

zaak, kwestie

Ex: The matter of budget allocation was discussed during the meeting .De **kwestie** van budgettoewijzing werd besproken tijdens de vergadering.

Sluiten

Inloggen

feature

[zelfstandig naamwoord]

an important or distinctive aspect of something

kenmerk, functie

Ex: The magazine article highlighted the chef 's innovative cooking techniques as a key feature of the restaurant 's success .Het tijdschriftartikel benadrukte de innovatieve kooktechnieken van de chef als een belangrijk **kenmerk** van het succes van het restaurant.

Sluiten

Inloggen

case

[zelfstandig naamwoord]

an example of a certain kind of situation

geval, voorbeeld

Ex: In the case of severe weather , the event will be postponed .In **geval** van ernstig weer wordt het evenement uitgesteld.

Sluiten

Inloggen

element

[zelfstandig naamwoord]

an essential or typical feature or part of something

element, onderdeel

Ex: The detective searched for elements of a pattern in the suspect's behavior.De detective zocht naar **elementen** van een patroon in het gedrag van de verdachte.

Sluiten

Inloggen

need

[zelfstandig naamwoord]

a condition or situation in which something is necessary

behoefte, noodzaak

Ex: The school was set up in response to a local need.De school werd opgericht als reactie op een lokale **behoefte**.

Sluiten

Inloggen

to consist of

[werkwoord]

to be formed from particular parts or things

bestaan uit, samengesteld zijn uit

Ex: The success of the recipe largely consists of the unique combination of spices used .Het succes van het recept **bestaat** grotendeels uit de unieke combinatie van gebruikte kruiden.

Sluiten

Inloggen

form

[zelfstandig naamwoord]

the manner in which something is presented, expressed, or structured

vorm, formaat

Ex: The sculpture was created in abstract form, with the artist exploring the interplay of shape and space .Het beeldhouwwerk werd gecreëerd in abstracte **vorm**, waarbij de kunstenaar de wisselwerking van vorm en ruimte onderzocht.

Sluiten

Inloggen

Cambridge English: FCE (B2 First)

LanGeek app downloaden