pattern

Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend) - Winkels en Bedrijven

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: PET (B1 Preliminary)
display
[zelfstandig naamwoord]

a public exhibition or presentation of artistic or creative works, such as visual art, performances, or installations

tentoonstelling,  presentatie

tentoonstelling, presentatie

Ex: The street festival featured a display of live music performances , artisan crafts , and culinary delights .Het straatfestival omvatte een **tentoonstelling** van live muziekoptredens, ambachtelijke producten en culinaire hoogstandjes.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
goods
[zelfstandig naamwoord]

items made or produced for sale

goederen,  producten

goederen, producten

Ex: He decided to donate his gently used goods to charity , hoping to help those in need .Hij besloot zijn licht gebruikte **goederen** aan een goed doel te doneren, in de hoop de behoeftigen te helpen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shopper
[zelfstandig naamwoord]

someone who goes to shops or online platforms to buy something

koper, klant

koper, klant

Ex: The shopper appreciated the convenience of online shopping , allowing them to compare prices and read reviews from the comfort of their home .De **shopper** waardeerde het gemak van online winkelen, waardoor hij prijzen kon vergelijken en recensies kon lezen vanuit het comfort van zijn huis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
bakery
[zelfstandig naamwoord]

a place where bread and cakes are made and often sold

bakkerij, banketbakkerij

bakkerij, banketbakkerij

Ex: He treated himself to a muffin from the bakery on his way to work .Hij trakteerde zichzelf op een muffin van de **bakkerij** op weg naar zijn werk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
butcher's
[zelfstandig naamwoord]

a store that provides a variety of meat, mainly beef, pork, and lamb to customers

slagerij, slagerswinkel

slagerij, slagerswinkel

Ex: The butcher's on the high street is known for its high-quality sausages.**De slagerij** in de hoofdstraat staat bekend om zijn hoogwaardige worsten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dry cleaner's
[zelfstandig naamwoord]

a place where we can take our clothes to be cleaned with a special chemical instead of water

stomerij, droogkuis

stomerij, droogkuis

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hairdresser's
[zelfstandig naamwoord]

a salon or shop where people go to get their hair cut, styled, or treated

kapsalon, haarstudio

kapsalon, haarstudio

Ex: Children can get their hair cut quickly at the hairdresser's.Kinderen kunnen snel hun haar laten knippen bij de **kapper**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
booking office
[zelfstandig naamwoord]

‌a place where you can buy tickets, at a train or bus station or at a theater

loket, boekingskantoor

loket, boekingskantoor

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cash machine
[zelfstandig naamwoord]

an electronic device that enables individuals to perform financial transactions, such as withdrawing cash, without the need for human assistance

geldautomaat, pinautomaat

geldautomaat, pinautomaat

Ex: He accidentally left his card in the cash machine after withdrawing money .Hij heeft per ongeluk zijn kaart in de **geldautomaat** laten zitten na het opnemen van geld.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cashpoint
[zelfstandig naamwoord]

a machine, usually located outside a bank or in a public place, where customers can withdraw cash using a bank card or credit card

geldautomaat, pinautomaat

geldautomaat, pinautomaat

Ex: The cashpoint was out of service , so he had to find another one .De **geldautomaat** was buiten gebruik, dus hij moest een andere zoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
travel agency
[zelfstandig naamwoord]

a business that makes arrangements for people who want to travel

reisbureau, reisagentschap

reisbureau, reisagentschap

Ex: Online travel agencies have made it easier to compare prices and book trips from anywhere .Online **reisbureaus** hebben het gemakkelijker gemaakt om prijzen te vergelijken en reizen te boeken vanaf elke locatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
opening hours
[zelfstandig naamwoord]

the times during which a business is available to customers

openingstijden, werkuren

openingstijden, werkuren

Ex: The café's opening hours start earlier on weekdays.De **openingstijden** van het café beginnen eerder op doordeweekse dagen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
work hours
[zelfstandig naamwoord]

the specific times during which a person is expected to work each day

werkuren, arbeidstijd

werkuren, arbeidstijd

Ex: He keeps track of his work hours using a time clock.Hij houdt zijn **werkuren** bij met behulp van een tijdklok.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
closing hours
[zelfstandig naamwoord]

the times at which a business or service stops operating for the day

sluitingstijden, sluitingsuren

sluitingstijden, sluitingsuren

Ex: Shops usually extend their closing hours during holiday seasons.Winkels verlengen meestal hun **sluitingstijden** tijdens de vakantieperiodes.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend)
LanGeek
LanGeek app downloaden