pattern

Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend) - Kleding en Mode

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: PET (B1 Preliminary)
to suit
[werkwoord]

(of clothes, a color, hairstyle, etc.) to look good on someone

staan, passen bij

staan, passen bij

Ex: Certain hairstyles can really suit a person 's face shape and features .Bepaalde kapsels kunnen echt **passen** bij de vorm van het gezicht en de kenmerken van een persoon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fit
[werkwoord]

to be of the right size or shape for someone

passen, geschikt zijn

passen, geschikt zijn

Ex: The dress fits perfectly ; it 's just the right size for me .De jurk **past** perfect; het is precies de goede maat voor mij.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pattern
[zelfstandig naamwoord]

a typically repeating arrangement of shapes, colors, etc., regularly done as a design on a surface

patroon

patroon

Ex: The artist created a mesmerizing mosaic pattern on the courtyard floor using colorful tiles .De kunstenaar creëerde een betoverend mozaïek**patroon** op de binnenplaatsvloer met behulp van kleurrijke tegels.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sleeve
[zelfstandig naamwoord]

the part of an item of clothing that completely or partly covers one's arm

mouw, manchet

mouw, manchet

Ex: The sleeve of his sweater was too tight .De **mouw** van zijn trui was te strak.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
checked
[bijvoeglijk naamwoord]

having a pattern of small squares with usually two different colors

gecontroleerd,  geruit

gecontroleerd, geruit

Ex: The little boy's checked backpack matched his school uniform perfectly, making him look ready for the day ahead.De **geruite** rugzak van de kleine jongen paste perfect bij zijn schooluniform, waardoor hij er klaar voor leek voor de komende dag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
striped
[bijvoeglijk naamwoord]

having a pattern of straight parallel lines

gestreept, met strepen

gestreept, met strepen

Ex: The cat's fur was striped with dark and light patches, resembling a tiger's coat.De vacht van de kat was **gestreept** met donkere en lichte vlekken, wat leek op de vacht van een tijger.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tight
[bijvoeglijk naamwoord]

(of clothes or shoes) fitting closely or firmly, especially in an uncomfortable way

strak, krap

strak, krap

Ex: The tight collar of his shirt made him feel uncomfortable .De **strakke** kraag van zijn shirt maakte hem ongemakkelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
loose
[bijvoeglijk naamwoord]

(of clothes) not tight or fitting closely, often allowing freedom of movement

wijd, los

wijd, los

Ex: The loose shirt felt comfortable on a hot summer day .Het **wijde** shirt voelde comfortabel op een warme zomerdag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
plain
[bijvoeglijk naamwoord]

simple in design, without a specific pattern

eenvoudig, sober

eenvoudig, sober

Ex: Her phone case was plain black, offering basic protection without any decorative elements.Haar telefoonhoesje was **effen** zwart en bood basisbescherming zonder decoratieve elementen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
button
[zelfstandig naamwoord]

a small, round object, usually made of plastic or metal, sewn onto a piece of clothing and used for fastening two parts together

knoop, drukknop

knoop, drukknop

Ex: The jacket has three buttons in the front for closing it .De jas heeft drie **knopen** aan de voorkant om hem dicht te doen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
old-fashioned
[bijvoeglijk naamwoord]

reflecting a traditional style or quality from the past, appreciated for its charm, simplicity, and nostalgic warmth

ouderwets, verouderd

ouderwets, verouderd

Ex: Tonight calls for some good old-fashioned counter music to bring back memories of simpler times .Vanavond vraagt om wat goede **ouderwetse** muziek om herinneringen aan eenvoudigere tijden terug te brengen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
belt
[zelfstandig naamwoord]

a long and narrow item that you usually wear around your waist to hold your clothes in place or to decorate your outfit

riem, gordel

riem, gordel

Ex: The dress came with a matching belt to complete the look .De jurk kwam met een bijpassende **riem** om de look te voltooien.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
chain
[zelfstandig naamwoord]

a stylish necklace made of linked metal rings that is worn around the neck as jewelry

ketting, halsketen

ketting, halsketen

Ex: The chain had a small heart charm hanging from it .De **ketting** had een klein hartvormig hangertje.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
collar
[zelfstandig naamwoord]

the part around the neck of a piece of clothing that usually turns over

kraag, halsband

kraag, halsband

Ex: As she buttoned her coat , she noticed that the collar was frayed and in need of repair .Terwijl ze haar jas dichtknoopte, merkte ze dat de **kraag** versleten was en gerepareerd moest worden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cotton
[zelfstandig naamwoord]

cloth made from the fibers of the cotton plant, naturally soft and comfortable against the skin

katoen

katoen

Ex: I love the versatility of cotton clothing , from casual T-shirts for lounging at home to elegant cotton dresses for special occasions .Ik hou van de veelzijdigheid van **katoenen** kleding, van casual T-shirts om thuis te ontspannen tot elegante **katoenen** jurken voor speciale gelegenheden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fasten
[werkwoord]

to become closed with buttons, etc.

sluiten, vastmaken

sluiten, vastmaken

Ex: Her coat fastened with a single button , leaving it slightly open at the collar .Haar jas **sloot** met een enkele knop, waardoor hij iets open bleef bij de kraag.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
plastic
[zelfstandig naamwoord]

a light substance produced in a chemical process that can be formed into different shapes when heated

plastic

plastic

Ex: The dentist fashioned a temporary crown out of dental plastic.De tandarts maakte een tijdelijke kroon van tandheelkundig **plastic**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pullover
[zelfstandig naamwoord]

a warm knitted piece of clothing made of wool with long sleeves and no buttons

trui, pullover

trui, pullover

Ex: The pullover was soft and comfortable to wear .De **trui** was zacht en comfortabel om te dragen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
silk
[zelfstandig naamwoord]

a type of smooth soft fabric made from the threads that silkworms produce

zijde

zijde

Ex: They decided to use silk curtains for the living room to give it a more refined look .Ze besloten **zijden** gordijnen te gebruiken voor de woonkamer om het een meer verfijnde uitstraling te geven.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
handbag
[zelfstandig naamwoord]

a bag that is small and used, especially by women, to carry personal items

handtas, tas

handtas, tas

Ex: While shopping , she spotted a beautiful leather handbag that caught her eye immediately .Tijdens het winkelen zag ze een mooie leren **handtas** die meteen haar aandacht trok.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
handkerchief
[zelfstandig naamwoord]

a square piece of cloth used for wiping the eyes or nose or as a costume accessory

zakdoek, neusdoek

zakdoek, neusdoek

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to knit
[werkwoord]

to create clothing, fabric, etc., typically from wool or thread, using a machine or a pair of long and thin needles

breien

breien

Ex: The warm mittens were knitted by hand for the cold season .De warme wanten waren met de hand **gebreid** voor het koude seizoen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
label
[zelfstandig naamwoord]

the trade name of a company that makes designer clothes

merk, label

merk, label

Ex: The boutique exclusively stocks items from top designer labels.De boutique heeft exclusief artikelen van topontwerpers **merken** in voorraad.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
laundry
[zelfstandig naamwoord]

clothes, sheets, etc. that have just been washed or need washing

wasgoed, was

wasgoed, was

Ex: She hung the laundry out to dry in the sun .Ze hing de **was** buiten in de zon te drogen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
leather
[zelfstandig naamwoord]

strong material made from animal skin and used for making clothes, bags, shoes, etc.

leer

leer

Ex: After years of use , the leather shoes had developed a rich patina that added character and charm .Na jarenlang gebruik hadden de **leren** schoenen een rijke patina ontwikkeld die karakter en charme toevoegde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to match
[werkwoord]

to have the same pattern, color, etc. with something else that makes a good combination

passen,  matchen

passen, matchen

Ex: She painted the walls a soft blue to match the furniture and decor in the bedroom .Ze schilderde de muren in een zacht blauw om bij het meubilair en de decoratie in de slaapkamer te **passen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
material
[zelfstandig naamwoord]

cloth or fabric used to make different items of clothing

stof, materiaal

stof, materiaal

Ex: He searched for a waterproof material to make the outdoor jackets .Hij zocht naar een waterdicht **materiaal** om de buitenjassen te maken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tracksuit
[zelfstandig naamwoord]

a loose and warm pair of pants and matching jacket worn casually or for doing exercise

tracksuit, trainingspak

tracksuit, trainingspak

Ex: The tracksuit comes in various colors and designs , catering to different tastes and styles .De **tracksuit** is verkrijgbaar in verschillende kleuren en designs, die passen bij verschillende smaken en stijlen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sandal
[zelfstandig naamwoord]

an open shoe that fastens the sole to one's foot with straps, particularly worn when the weather is warm

sandaal, slipper

sandaal, slipper

Ex: The colorful beaded sandals were handmade by a local artisan .De kleurrijke kralen **sandal** zijn met de hand gemaakt door een lokale ambachtsman.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
underpants
[zelfstandig naamwoord]

a clothing item worn beneath outer clothing by men and women that covers the lower part of their bodies

onderbroek, ondergoed

onderbroek, ondergoed

Ex: Underpants are an essential part of any wardrobe .**Ondergoed** is een essentieel onderdeel van elke kledingkast.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
underwear
[zelfstandig naamwoord]

clothes that we wear under all the other pieces of clothing right on top of our skin

ondergoed, ondergoedkleding

ondergoed, ondergoedkleding

Ex: The store sells a variety of underwear styles , including briefs and boxers .De winkel verkoopt een verscheidenheid aan **ondergoed**-stijlen, inclusief slips en boxers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to undress
[werkwoord]

to take one's clothes off

uitkleden, zich uitkleden

uitkleden, zich uitkleden

Ex: At the spa , guests are provided with a private space to undress before a massage .In de spa krijgen gasten een privéruimte om zich **uit te kleden** voor een massage.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to fold
[werkwoord]

to bend something in a way that one part of it touches or covers another

vouwen, opvouwen

vouwen, opvouwen

Ex: She decided to fold the napkin into an elegant shape for the dinner table .Ze besloot de servet in een elegante vorm te **vouwen** voor de eettafel.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
pants
[zelfstandig naamwoord]

an item of clothing that covers the lower half of our body, from our waist to our ankles, and covers each leg separately

broek, pantalon

broek, pantalon

Ex: The pants are too tight around the waist , so I ca n't zip them up .De **broek** zit te strak om de taille, dus ik kan hem niet dichtritsen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
perfume
[zelfstandig naamwoord]

‌a liquid, typically made from flowers, that has a pleasant smell

parfum

parfum

Ex: The store offered a wide variety of perfumes, from floral to fruity scents .De winkel bood een grote verscheidenheid aan **parfums**, van bloemige tot fruitige geuren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
sweatshirt
[zelfstandig naamwoord]

a loose long-sleeved warm item of clothing worn casually or for exercising on the top part of our body, usually made of cotton

sweatshirt, trainingsjack

sweatshirt, trainingsjack

Ex: He paired his sweatshirt with jeans for a casual look .Hij combineerde zijn **trui** met jeans voor een casual look.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to wear out
[werkwoord]

to become ripped over time, due to continuous use

verslijten, slijten

verslijten, slijten

Ex: After decades of use , the antique furniture is starting to wear out and show signs of age .Na decennia van gebruik begint het antieke meubilair te **verslijten** en tekenen van ouderdom te vertonen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
woolen
[bijvoeglijk naamwoord]

made of or related to wool

wollen, van wol

wollen, van wol

Ex: After a long day outside , she loved to curl up on the couch with a woolen throw draped over her legs .Na een lange dag buiten hield ze ervan om zich op de bank te nestelen met een **wollen** deken over haar benen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
fashionable
[bijvoeglijk naamwoord]

popular and considered stylish or trendy at a particular time

modieus, trendy

modieus, trendy

Ex: His taste in music is fashionable, always keeping up with the latest hits .Zijn smaak in muziek is **modieus**, altijd op de hoogte van de nieuwste hits.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend)
LanGeek
LanGeek app downloaden