Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend) - Koken en Smaak

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

bill

[zelfstandig naamwoord]

a piece of printed paper that shows the amount of money a person has to pay for goods or services received

rekening, factuur

Ex: The bill included detailed charges for each item they ordered .De **rekening** bevatte gedetailleerde kosten voor elk item dat ze bestelden.

Sluiten

Inloggen

tip

[zelfstandig naamwoord]

the additional money we give someone such as a waiter, driver, etc. to thank them for the services they have given us

fooien, gratificatie

Ex: He forgot to leave a tip for the hairdresser after his haircut , so he went back to the salon to give it to her .Hij vergat een **fooitje** achter te laten voor de kapper na zijn knipbeurt, dus ging hij terug naar de salon om het haar te geven.

Sluiten

Inloggen

to grate

[werkwoord]

to cut food into small pieces or shreds using a tool with sharp holes

raspen, fijnwrijven

Ex: He carefully grated chocolate to sprinkle on top of the dessert .Hij **raspte** voorzichtig chocolade om over het dessert te strooien.

Sluiten

Inloggen

heat

[zelfstandig naamwoord]

a state of having a higher than normal temperature

hitte, warmte

Ex: The heat in the tropical forest was humid and stifling .De **hitte** in het tropische bos was vochtig en verstikkend.

Sluiten

Inloggen

to mix

[werkwoord]

to combine two or more distinct substances or elements to form a unified whole

mengen, mixeren

Ex: The baker diligently mixed the batter to ensure a smooth and uniform texture for the cake .De bakker **mengde** ijverig het beslag om een gladde en uniforme textuur voor de cake te garanderen.

Sluiten

Inloggen

to pour

[werkwoord]

to make a container's liquid flow out of it

gieten

Ex: She poured sauce over the pasta before serving it .Ze **goot** de saus over de pasta voordat ze het serveerde.

Sluiten

Inloggen

to put

[werkwoord]

to bring someone or something into a particular state or condition

zetten, plaatsen

Ex: They put the audience in a festive mood with their lively performance .Ze **brachten** het publiek in een feestelijke stemming met hun levendige optreden.

Sluiten

Inloggen

cooking

[zelfstandig naamwoord]

the act of preparing food by heat or mixing different ingredients

koken, voedselbereiding

Ex: The secret to good cooking is fresh ingredients .Het geheim van goed **koken** is verse ingrediënten.

Sluiten

Inloggen

homemade

[bijvoeglijk naamwoord]

having been made at home, rather than in a factory or store, especially referring to food

zelfgemaakt, thuisgemaakt

Ex: The homemade jam was made from freshly picked berries from the backyard .De **zelfgemaakte** jam was gemaakt van vers geplukte bessen uit de achtertuin.

Sluiten

Inloggen

juicy

[bijvoeglijk naamwoord]

(of food) having a lot of liquid and tasting fresh or flavorful

sappig, smakelijk

Ex: The chef marinated the chicken in a flavorful sauce , resulting in juicy and tender meat .De chef marineerde de kip in een smaakvolle saus, wat resulteerde in **sappig** en mals vlees.

Sluiten

Inloggen

light

[bijvoeglijk naamwoord]

(of food) low in sugar, fat, or other rich ingredients, which makes it easily digestible

licht

Ex: He preferred light meals in the evening to ensure a good night 's sleep .Hij gaf de voorkeur aan **lichte** maaltijden in de avond om een goede nachtrust te verzekeren.

Sluiten

Inloggen

to serve

[werkwoord]

to offer or present food or drink to someone

serveren, aanbieden

Ex: The cheese is best served at room temperature .De kaas wordt het beste **geserveerd** op kamertemperatuur.

Sluiten

Inloggen

spicy

[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong taste that gives your mouth a pleasant burning feeling

pittig, kruidig

Ex: They ordered the spicy Thai noodles , craving the intense heat and bold flavors .Ze bestelden de **pittige** Thaise noedels, verlangend naar de intense hitte en de gedurfde smaken.

Sluiten

Inloggen

vegan

[bijvoeglijk naamwoord]

not containing or involving any animal products

vegan, plantaardig

Ex: The brand offers vegan skincare products.Het merk biedt **vegan** huidverzorgingsproducten aan.

Sluiten

Inloggen

roast

[bijvoeglijk naamwoord]

(of food) cooked in an oven or over an open flame until the food is browned on the outside and cooked through on the inside

gebraden

Ex: The roast potatoes had a crispy exterior and soft interior.De **gebakken** aardappelen hadden een knapperige buitenkant en een zachte binnenkant.

Sluiten

Inloggen

vegan

[zelfstandig naamwoord]

someone who does not consume or use anything that is produced from animals, such as meat, milk, or eggs

veganist, veganiste

Ex: The vegans in the group shared tips and recipes for making vegan versions of their favorite dishes .De **veganisten** in de groep deelden tips en recepten voor het maken van veganistische versies van hun favoriete gerechten.

Sluiten

Inloggen

to barbecue

[werkwoord]

to grill food over fire, adding flavor with marinades or spices

grillen, een barbecue houden

Ex: He spends weekends barbecuing brisket and sausages for his friends .Hij brengt de weekends door met het **barbecuen** van brisket en worsten voor zijn vrienden.

Sluiten

Inloggen

bitter

[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong taste that is unpleasant and not sweet

bitter, scherp

Ex: Despite its bitter taste , he appreciated the health benefits of eating kale in his salad .Ondanks de **bittere** smaak waardeerde hij de gezondheidsvoordelen van het eten van boerenkool in zijn salade.

Sluiten

Inloggen

saucepan

[zelfstandig naamwoord]

a round metal container, which is deep and has a long handle and a lid, used for cooking

pan, kookpot

Ex: She cleaned the saucepan thoroughly after making a delicious curry .Ze heeft **de pan** grondig schoongemaakt nadat ze een heerlijke curry had gemaakt.

Sluiten

Inloggen

saucer

[zelfstandig naamwoord]

a shallow round plate of small size used for placing a cup

schotel, ondertasse

Ex: The tea set included six cups , saucers, and a matching teapot .Het theeset bevatte zes kopjes, **schoteltjes**, en een bijpassende theepot.

Sluiten

Inloggen

flavor

[zelfstandig naamwoord]

the specific taste that a type of food or drink has

smaak, aroma

Ex: The flavor of the soup was enhanced with fresh herbs .De **smaak** van de soep werd versterkt met verse kruiden.

Sluiten

Inloggen

cafeteria

[zelfstandig naamwoord]

a restaurant, typically in colleges, hospitals, etc. where you choose and pay for your meal before carrying it to a table

cafetaria, kantine

Ex: We usually have lunch in the school cafeteria.We lunchen meestal in de school**kantine**.

Sluiten

Inloggen

fresh

[bijvoeglijk naamwoord]

(of food) recently harvested, caught, or made

vers, nieuw

Ex: He picked a fresh apple from the tree , ready to eat .Hij plukte een **verse** appel van de boom, klaar om te eten.

Sluiten

Inloggen

pan

[zelfstandig naamwoord]

a metal container with a long handle and a lid, used for cooking

pan, pot

Ex: After cooking , he washed the pan and set it aside to dry .Na het koken waste hij de **pan** en zette hem apart om te drogen.

Sluiten

Inloggen

takeaway

[zelfstandig naamwoord]

a meal bought from a restaurant or store to be eaten somewhere else

afhaalmaaltijd, eten om mee te nemen

Ex: The best takeaway I ’ve had in years was from a local sushi place .De beste **afhaalmaaltijd** die ik in jaren heb gehad, was van een lokale sushi-tent.

Sluiten

Inloggen

taste

[zelfstandig naamwoord]

the sense that we feel when we put food in our mouth

smaak

Ex: The taste of the exotic fruit was a pleasant surprise .De **smaak** van de exotische vrucht was een aangename verrassing.

Sluiten

Inloggen

tasty

[bijvoeglijk naamwoord]

having a flavor that is pleasent to eat or drink

lekker, smakelijk

Ex: The street vendor sold tasty snacks like hot pretzels and roasted nuts .De straatverkoper verkocht **smakelijke** snacks zoals warme pretzels en geroosterde noten.

Sluiten

Inloggen

frying pan

[zelfstandig naamwoord]

a flat-bottomed pan with low sides and a long handle, typically used for frying and browning foods

koekenpan, braadpan

Ex: After frying bacon in the pan, she used the drippings to make a savory sauce for the dish.Nadat ze spek in de **koekenpan** had gebakken, gebruikte ze het vet om een hartige saus voor het gerecht te maken.

Sluiten

Inloggen

glass

[zelfstandig naamwoord]

a container that is used for drinks and is made of glass

glas, beker

Ex: They happily raised their glasses for a toast.Ze hieven vrolijk hun **glazen** voor een toast.

Sluiten

Inloggen

vegetarian

[zelfstandig naamwoord]

someone who avoids eating meat