pattern

Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend) - Technologie en berichten

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge English: PET (B1 Preliminary)
information technology
[zelfstandig naamwoord]

a field of science that deals with the use or study of electronic devices and processes in which data is stored, created, modified, etc.

informatietechnologie

informatietechnologie

Ex: The information technology department is responsible for maintaining the company 's computer systems and software .De afdeling **informatietechnologie** is verantwoordelijk voor het onderhoud van de computersystemen en software van het bedrijf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to connect
[werkwoord]

to join a device such as a computer or cell phone to a computer network or the Internet

verbinden, aansluiten

verbinden, aansluiten

Ex: The new fitness tracker seamlessly connects to your smartphone to sync health data .De nieuwe fitnesstracker **verbindt** naadloos met uw smartphone om gezondheidsgegevens te synchroniseren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to access
[werkwoord]

to be able to use the information from a computer system, network, database, etc.

toegang hebben tot, kunnen gebruiken

toegang hebben tot, kunnen gebruiken

Ex: The system requires users to provide a unique code to access confidential files .Het systeem vereist dat gebruikers een unieke code opgeven om **toegang** te krijgen tot vertrouwelijke bestanden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to delete
[werkwoord]

to remove a piece of data from a computer or smartphone

verwijderen, wissen

verwijderen, wissen

Ex: He had to delete the unnecessary apps to make room for the update .Hij moest de onnodige apps **verwijderen** om ruimte te maken voor de update.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hardware
[zelfstandig naamwoord]

the physical and electronic parts of a computer or other similar system

hardware, fysieke onderdelen

hardware, fysieke onderdelen

Ex: He opened the computer case to examine the hardware inside .Hij opende de computerbehuizing om de **hardware** binnenin te onderzoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
disk
[zelfstandig naamwoord]

(computing) a flat round object used to store data on

schijf, externe schijf

schijf, externe schijf

Ex: The software was distributed on a CD-ROM , a type of disk that holds digital information .De software werd verspreid op een CD-ROM, een soort **schijf** die digitale informatie bevat.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
homepage
[zelfstandig naamwoord]

the main opening page of a website that introduces it and links the user to other pages

startpagina, homepage

startpagina, homepage

Ex: A clear menu on the homepage helps users find what they ’re looking for .Een duidelijk menu op de **homepage** helpt gebruikers te vinden wat ze zoeken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blog
[zelfstandig naamwoord]

a web page on which an individual or group of people regularly write about a topic of interest or their opinions or experiences, usually in an informal style

blog, online dagboek

blog, online dagboek

Ex: They collaborated on a blog to discuss environmental issues and solutions .Ze werkten samen aan een **blog** om milieuproblemen en oplossingen te bespreken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to install
[werkwoord]

to add a piece of software to a computer system

installeren, plaatsen

installeren, plaatsen

Ex: The technician will install specialized accounting software to streamline financial processes .De technicus zal gespecialiseerde accountingsoftware **installeren** om financiële processen te stroomlijnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
blogger
[zelfstandig naamwoord]

an individual who maintains and regularly adds new content to a blog

blogger, blogschrijver

blogger, blogschrijver

Ex: With her expertise in personal finance , the blogger provided valuable advice and money-saving tips to her readers through her blog .Met haar expertise in persoonlijke financiën bood de **blogger** waardevol advies en geldbesparende tips aan haar lezers via haar blog.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
disc
[zelfstandig naamwoord]

a record for playing music; a compact disk or CD

schijf, CD

schijf, CD

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dot
[zelfstandig naamwoord]

a small round mark used to separate parts of a website name or an email address

punt, dot

punt, dot

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
calculator
[zelfstandig naamwoord]

a small electronic device or software used to do mathematical operations

rekenmachine, calculator

rekenmachine, calculator

Ex: The teacher allowed us to use calculators during the test .De leraar stond ons toe **rekenmachines** te gebruiken tijdens de test.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to print
[werkwoord]

to create a number of copies of a newspaper, magazine, book, etc.

drukken

drukken

Ex: He will print the report before the meeting .Hij zal het rapport **afdrukken** voor de vergadering.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
equipment
[zelfstandig naamwoord]

the necessary things that you need for doing a particular activity or job

uitrusting, apparatuur

uitrusting, apparatuur

Ex: The movie crew unloaded film equipment to set up for shooting .De filmploeg laadde film**apparatuur** uit om zich voor te bereiden op het filmen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mouse pad
[zelfstandig naamwoord]

a piece of material designed to enhance the operation of a computer mouse by providing a smooth surface for better tracking and control

muismat, mousepad

muismat, mousepad

Ex: The store offered a variety of mouse pads in different colors and designs to suit every user 's preference .De winkel bood een verscheidenheid aan **muismatten** in verschillende kleuren en ontwerpen aan om aan de voorkeuren van elke gebruiker te voldoen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Enter
[zelfstandig naamwoord]

a key on a keyboard, used to confirm commands, input data, or move to the next line

Enter-toets, Enter

Enter-toets, Enter

Ex: The keyboard was missing its Enter, making it hard to type efficiently.Het toetsenbord miste de **Enter**-toets, waardoor het moeilijk was om efficiënt te typen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
robot
[zelfstandig naamwoord]

a machine that can perform tasks automatically

robot, automaat

robot, automaat

Ex: Children enjoyed watching the robot demonstrate various functions at the science fair .De kinderen genoten van het kijken naar de **robot** die verschillende functies demonstreerde op de wetenschapsbeurs.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
server
[zelfstandig naamwoord]

a computer that gives other computers access to files and information in a network

server

server

Ex: IT upgraded the server to handle more user traffic .**IT** heeft de server bijgewerkt om meer gebruikersverkeer aan te kunnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
data
[zelfstandig naamwoord]

information that a computer can use or store

gegevens, informatie

gegevens, informatie

Ex: Streaming platforms use data to recommend personalized content to their users .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to log in
[werkwoord]

to start using a computer system, online account, or application by doing particular actions

inloggen, aanmelden

inloggen, aanmelden

Ex: Please log on to your email account to check your messages.Gelieve **in te loggen** op uw e-mailaccount om uw berichten te controleren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to log off
[werkwoord]

to stop a connection to an online account or computer system by doing specific actions

uitloggen, afmelden

uitloggen, afmelden

Ex: The individual logged off their personal computer to secure their privacy .Het individu **meldde zich af** van hun persoonlijke computer om hun privacy te beschermen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
webcam
[zelfstandig naamwoord]

a camera connected to a computer that is used for recording or broadcasting videos of the user

webcam, webcamera

webcam, webcamera

Ex: The gaming setup featured a high-resolution webcam to stream live gameplay to an online audience .De gamingopstelling beschikte over een high-resolution **webcam** om live gameplay te streamen naar een online publiek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to shut down
[werkwoord]

to make something stop working

uitschakelen, afsluiten

uitschakelen, afsluiten

Ex: The IT department will shut down the servers for maintenance tonight .De IT-afdeling zal vanavond de servers **afsluiten** voor onderhoud.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to power off
[werkwoord]

to stop supplying electricity to an electronic device or system, causing it to become non-operational

uitschakelen, afsluiten

uitschakelen, afsluiten

Ex: He forgot to power off his phone before the flight.Hij vergat zijn telefoon **uit te schakelen** voor de vlucht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to power on
[werkwoord]

to supply an electronic device or system with electricity so it becomes operational

aanzetten, inschakelen

aanzetten, inschakelen

Ex: After powering on the system, she logged in to start her work.Na het **inschakelen** van het systeem, logde ze in om haar werk te beginnen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
volume
[zelfstandig naamwoord]

the amount of loudness produced by a TV, radio, etc.

volume, geluidsniveau

volume, geluidsniveau

Ex: He asked them to turn down the volume of the TV because it was too distracting while he worked .Hij vroeg hen om het **volume** van de tv lager te zetten omdat het te afleidend was terwijl hij werkte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to plug in
[werkwoord]

to connect something to an electrical port

inpluggen, aansluiten

inpluggen, aansluiten

Ex: The laptop battery was running low, so she had to plug it in to continue working.De laptopbatterij was bijna leeg, dus moest ze hem **inpluggen** om door te kunnen werken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to freeze
[werkwoord]

(of software) to stop working properly and no longer respond to actions

bevriezen, vastlopen

bevriezen, vastlopen

Ex: I had to force quit the program because it froze.Ik moest het programma geforceerd afsluiten omdat het **bevroren** was.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sign in
[werkwoord]

to enter a username and password in order to gain access to a website, computer, etc.

inloggen, aanmelden

inloggen, aanmelden

Ex: We encourage all participants to sign in upon arrival .We moedigen alle deelnemers aan om bij aankomst **in te loggen**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to sign up
[werkwoord]

to purchase a product or service, often by registering

aanmelden, inschrijven

aanmelden, inschrijven

Ex: Impressed by the features, she signed the software subscription up for a monthly plan.Onder de indruk van de functies, **meldde** ze zich aan voor de softwareabonnement met een maandelijks plan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to reply
[werkwoord]

to respond or react to a post, comment, or message, typically by providing a direct response or engaging in a conversation related to the original content

antwoorden

antwoorden

Ex: She replied to the LinkedIn message , expressing interest in the job opportunity mentioned .Ze **antwoordde** op het LinkedIn-bericht en toonde interesse in de genoemde vacature.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
envelope
[zelfstandig naamwoord]

a thin, paper cover in which we put and send a letter

envelop, omslag

envelop, omslag

Ex: The envelope contained a surprise birthday card .**De envelop** bevatte een verjaardagskaart met een verrassing.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to call back
[werkwoord]

to contact someone when the first attempt to communicate was missed or was unsuccessful

terugbellen, opnieuw bellen

terugbellen, opnieuw bellen

Ex: They never called me back after the initial inquiry.Ze hebben me na het eerste verzoek nooit **teruggebeld**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to ring up
[werkwoord]

to make a phone call to someone

opbellen, telefoneren

opbellen, telefoneren

Ex: They rang up the office for more information.Ze **belden** het kantoor voor meer informatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to hang up
[werkwoord]

to end a phone call by breaking the connection

ophangen, de verbinding verbreken

ophangen, de verbinding verbreken

Ex: It 's impolite to hang up on someone without saying goodbye .Het is onbeleefd om iemand **op te hangen** zonder afscheid te nemen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
screen
[zelfstandig naamwoord]

the flat panel on a television, computer, etc. on which images and information are displayed

scherm, monitor

scherm, monitor

Ex: The screen of my phone is cracked , so I need to get it fixed .Het **scherm** van mijn telefoon is gebarsten, dus ik moet het laten repareren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge English: PET (B1 Voorbereidend)
LanGeek
LanGeek app downloaden