Boek Top Notch 1A - Eenheid 3 - Les 1

Hier vind je de woordenschat van Unit 3 - Les 1 in het Top Notch 1A cursusboek, zoals "relatie", "stiefbroer", "halfzus", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

relationship [zelfstandig naamwoord]

liefdesrelatie

Ex: Despite the challenges they face , their relationship remains strong and resilient .

Ondanks de uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd, blijft hun relatie sterk en veerkrachtig.

marital status [zelfstandig naamwoord]

burgerlijke staat

stepfather [zelfstandig naamwoord]

stiefvader

Ex: She invited her stepfather to walk her down the aisle at her wedding .

Ze nodigde haar stiefvader uit om haar door het gangpad te begeleiden bij haar bruiloft.

stepmother [zelfstandig naamwoord]

stiefmoeder

Ex: The story is about a kind stepmother who takes care of her stepchildren .

Het verhaal gaat over een vriendelijke stiefmoeder die voor haar stiefkinderen zorgt.

stepbrother [zelfstandig naamwoord]

stiefbroer

Ex: My stepbrother and I share a room since our families blended together .

Mijn stiefbroer en ik delen een kamer sinds onze families samengekomen zijn.

stepsister [zelfstandig naamwoord]

stiefzus

Ex: Despite their differences , the stepsisters found common ground and built a strong relationship .

Ondanks hun verschillen vonden de stiefzussen gemeenschappelijke grond en bouwden een sterke relatie op.

stepson [zelfstandig naamwoord]

stiefzoon

Ex: The stepson admired his stepfather for his dedication and support .

De stiefzoon bewonderde zijn stiefvader voor zijn toewijding en steun.

stepdaughter [zelfstandig naamwoord]

stiefdochter

Ex: The stepdaughter and her stepmother enjoyed spending weekends baking together .

De stiefdochter en haar stiefmoeder genoten ervan om in het weekend samen te bakken.

half-sister [zelfstandig naamwoord]

halfzus

Ex: Growing up , my half-sister and I had a complicated relationship , but we 've become closer as adults .

Toen ik opgroeide, had ik met mijn halfzus een ingewikkelde relatie, maar als volwassenen zijn we dichter bij elkaar gekomen.

half-brother [zelfstandig naamwoord]

halfbroer

Ex: After my parents ' divorce , I gained a half-brother when my dad remarried .

Na de scheiding van mijn ouders kreeg ik een halfbroer toen mijn vader hertrouwde.