pattern

Boek Four Corners 3 - Eenheid 7 Les B

Hier vind je de woordenschat van Unit 7 Les B in het Four Corners 3 cursusboek, zoals "reageren", "eerlijk", "beleid", enz.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Four Corners 3
truth
[zelfstandig naamwoord]

the true principles or facts about something, in contrast to what is imagined or thought

waarheid, realiteit

waarheid, realiteit

Ex: Personal honesty and transparency contribute to a culture of truth.Persoonlijke eerlijkheid en transparantie dragen bij aan een cultuur van **waarheid**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
honesty
[zelfstandig naamwoord]

the quality of behaving or talking in a way that is truthful and free of deception

eerlijkheid, oprechtheid

eerlijkheid, oprechtheid

Ex: Honesty about your feelings can strengthen personal connections .**Eerlijkheid** over je gevoelens kan persoonlijke verbindingen versterken.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to react
[werkwoord]

to act or behave in a particular way in response to something

reageren, antwoorden

reageren, antwoorden

Ex: The security team is trained to react decisively to potential threats .Het beveiligingsteam is opgeleid om besluitvaardig te **reageren** op potentiële bedreigingen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
policy
[zelfstandig naamwoord]

a set of ideas or a plan of action that has been chosen officially by a group of people, an organization, a political party, etc.

beleid

beleid

Ex: The school district adopted a zero-tolerance policy for bullying.Het schooldistrict heeft een **beleid** van nultolerantie voor pesten aangenomen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
maybe
[bijwoord]

used to show uncertainty or hesitation

misschien, wellicht

misschien, wellicht

Ex: Maybe we should try a different restaurant this time .**Misschien** moeten we deze keer een ander restaurant proberen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
true
[bijvoeglijk naamwoord]

according to reality or facts

waar, echt

waar, echt

Ex: I ca n't believe it 's true that he got the job he wanted !Ik kan niet geloven dat het **waar** is dat hij de baan heeft gekregen die hij wilde!
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Boek Four Corners 3
LanGeek
LanGeek app downloaden