boos,woedend
Ze was boos nadat ze de schuld kreeg van iets wat ze niet had gedaan.
Hier vind je de woordenschat uit Unit 1 Les C in het Four Corners 3 tekstboek, zoals "jaloers", "dorstig", "zenuwachtig", etc.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
boos,woedend
Ze was boos nadat ze de schuld kreeg van iets wat ze niet had gedaan.
druk
In de bruisende stad zijn mensen constant druk met werk, klusjes en sociale verplichtingen.
hongerig,honger
Ze voelde zich hongerig en besloot een sandwich te maken.
jaloers
Ik ben zo jaloers op je vakantieplannen.
eenzaam
De reiziger gaf toe zich eenzaam te hebben gevoeld tijdens zijn soloreis.
zenuwachtig
Ik weet niet waarom ik me altijd zo zenuwachtig voel voor een vlucht.
bang
Het harde geluid maakte de kinderen bang.
slaperig
Lange afstanden rijden op de snelweg kan iedereen slaperig maken, dus het is belangrijk om pauzes te nemen.
dorstig,met dorst
De voetballers voelden zich dorstig na de intense wedstrijd en dronken uit hun waterflessen.
overstuur
Ze probeerde te verbergen hoe overstuur ze was tijdens de vergadering.