Boek Insight - Gevorderd - Eenheid 6 - 6D

Hier vind je de woordenschat van Unit 6 - 6D in het Insight Advanced cursusboek, zoals "opstand", "ophitsen", "loon" etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to trigger

[werkwoord]

to cause something to happen

veroorzaken, uitlokken

Ex: The controversial decision by the government triggered widespread protests across the nation .De controversiële beslissing van de regering **veroorzaakte** wijdverbreide protesten in het hele land.

Sluiten

Inloggen

revolt

[zelfstandig naamwoord]

a rebellion or uprising, often involving violence, by a group of people against an authority or ruling power

opstand, rebellie

Ex: The revolt spread quickly across the region , gaining support .De **opstand** verspreidde zich snel over de regio en kreeg steun.

Sluiten

Inloggen

to pledge

[werkwoord]

to formally promise to do something

beloven, plechtig beloven

Ex: During the campaign , the candidate was pledging to improve education for all citizens .Tijdens de campagne **beloofde** de kandidaat het onderwijs voor alle burgers te verbeteren.

Sluiten

Inloggen

to rally

[werkwoord]

to join together to help someone or support a specific cause or person

zich verenigen, mobiliseren

Sluiten

Inloggen

troop

[zelfstandig naamwoord]

armed forces or soldiers, especially by large numbers

troep, korps

Ex: The troop advanced through the dense forest , maintaining communication and coordination to ensure their safety .De **troep** rukte op door het dichte bos, waarbij communicatie en coördinatie werden gehandhaafd om hun veiligheid te waarborgen.

Sluiten

Inloggen

to drum up

[werkwoord]

to actively gather and engage individuals by generating interest or excitement through promotion or persuasion

opwekken, genereren

Ex: To boost attendance , the organizers used creative strategies to drum up enthusiasm for the conference .Om de opkomst te verhogen, gebruikten de organisatoren creatieve strategieën om enthousiasme voor de conferentie te **opwekken**.

Sluiten

Inloggen

to betray

[werkwoord]

to be disloyal to a person, a group of people, or one's country by giving information about them to their enemy

verraden, aanklagen

Ex: The traitor was executed for betraying his comrades to the enemy during wartime .De verrader werd geëxecuteerd omdat hij zijn kameraden tijdens de oorlog aan de vijand had **verraden**.

Sluiten

Inloggen

to sack

[werkwoord]

to forcefully steal and take away valuable items from a town that has been captured

plunderen, beroven

Ex: During the invasion , the enemy sacked every fortress they captured .Tijdens de invasie **plunderde** de vijand elk fort dat ze veroverden.

Sluiten

Inloggen

to wage

[werkwoord]

to participate in and carry out a specific action, such as a war or campaign

voeren, onderwerpen

Ex: The activist group waged a campaign against the new policy .De activistische groep **voerde** een campagne tegen het nieuwe beleid.

Sluiten

Inloggen

to rout

[werkwoord]

to cause a group of people or animals to scatter or disperse

verstrooien, op de vlucht jagen

Ex: A few strong winds routed the autumn leaves, scattering them across the street.Een paar sterke winden **verjoegen** de herfstbladeren en verspreidden ze over de straat.

Sluiten

Inloggen

Boek Insight - Gevorderd

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Insight - Gevorderd - Eenheid 6 - 6D