Deze bijvoeglijke naamwoorden beschrijven de vaardigheden, talenten en bekwaamheden van individuen, met eigenschappen zoals "bedreven", "getalenteerd", "competent", enz.
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
deskundig
De deskundige technicus diagnosticeerde en repareerde snel het defecte apparaat.
creatief
Ik ontmoette een creatieve kunstenaar, die alledaagse voorwerpen omtovert in prachtige sculpturen.
bedreven
De bedreven architect combineert functionaliteit naadloos met esthetische aantrekkingskracht in zijn ontwerpen.
opgeleid
De geleerde geleerde is goed thuis in verschillende filosofische theorieën en debatten.
bedreven
Om uit te blinken in zijn werk, moest hij bedreven zijn in verschillende computersoftwareprogramma's.
competent
Zijn competente aanpak van de crisis leverde hem lof op van zowel collega's als meerderen.
scherpzinnig
De scherpzinnige analyse van de professor onthulde verborgen betekenissen aan de studenten.
ervaren
De ervaren arts stelde de toestand van de patiënt nauwkeurig vast op basis van jarenlange medische praktijk.
begaafd
De getalenteerde kunstenaar creëert adembenemende kunstwerken die bij kijkers op een diep emotioneel niveau resoneren.
getalenteerd
Het team heeft deze seizoen verschillende getalenteerde spelers.
bekwaam
De vaardige chirurg voerde de delicate operatie uit met vaste hand en precisie.
gekwalificeerd
De gekwalificeerde elektricien zorgt ervoor dat elektrische systemen veilig en efficiënt worden geïnstalleerd en onderhouden.
vindingrijk
De vindingrijke student gebruikte online tutorials en bibliotheekbronnen om zichzelf een nieuwe taal te leren.
meesterlijk
Met meesterlijke precisie bereidde de chef een gourmetmaaltijd die de gasten verheugde.
vaardig
De vaardige kunstenaar creëert ingewikkelde schilderijen die zijn meesterschap van kleur en vorm tonen.
vindingrijk
De vindingrijke chef-kok experimenteert met unieke smaakcombinaties om innovatieve gerechten te creëren.
amateuristisch
De garageband produceerde alleen amateuristische popliedjes voordat ze ervaring in de industrie opdeden.
onbekwaam
Door zelf faillissement aan te vragen, bewezen ze onbekwaam te zijn om de familiefinanciën goed te beheren.
onervaren
De onervaren stagiair had moeite om zich aan te passen aan het snelle tempo van het bedrijf.
bekwaam
De capabele student blinkt uit in academische prestaties en behaalt consequent hoge cijfers.
