Phrasal Verbs met 'On' & 'Upon' - Een actie uitvoeren (op)

to have confidence that someone will fulfill one's wishes or requests

rekenen op, vertrouwen op

to depend on something for a particular outcome

afhangen van, hangen aan

to make a brief reference to a particular topic in the course of discussing something broader

kort verwijzen naar, aanstippen

to make a choice or reach a conclusion after careful consideration

besluiten over, kiezen voor

to take advantage of someone's feelings, fears, or weaknesses

misbruik maken van, spelen met

to dedicate time and effort to produce or fix something

werken aan, zich toeleggen op

to encounter someone or something unexpectedly

tegenkomen, ontmoeten

to encounter suddenly or unexpectedly

ontervangen, tegenkomen

to suddenly have a great idea

toevallig bedenken, plotseling op een idee komen