Data Uitdrukken
Het aangeven van de datum is een van de meest voorkomende onderwerpen in ons dagelijks leven. In deze les zullen we leren hoe je de datum van iets uitdrukt.
Hoe Drukken We Data Uit?
Het uitdrukken van data in het Engels houdt in dat je de maand, dag en het jaar schrijft om naar een specifieke dag op de kalender te verwijzen.
Hoe Vraag Je Naar Data?
Om naar de datum te vragen, kunnen de volgende vragen worden gebruikt. De antwoorden op deze vragen beginnen met “It is…”.
-
-
-
-
-
-
Namen van de Dagen
Een week heeft 7 dagen. De volgende lijst geeft de namen van weekdagen:
- Monday (maandag)
- Tuesday (dinsdag)
- Wednesday (woensdag)
- Thursday (donderdag)
- Friday (vrijdag)
- Saturday (zaterdag)
- Sunday (zondag)
Namen van de Maanden
Een jaar heeft 12 maanden. Elke maand heeft 4 weken en 29 tot 31 dagen. Bekijk de onderstaande lijst:
- January (januari)
- February (februari)
- March (maart)
- April (april)
- May (mei)
- June (juni)
- July (juli)
- August (augustus)
- September (september)
- October (oktober)
- November (november)
- December (december)
Hoe Schrijf Je de Data
Om de datum te lezen, begin je met het eerste nummer, wat de dag is. Vervolgens ga je naar de maand en dan het jaar.
Om de datum te lezen, gebruik je ordinale getallen. Kijk naar de onderstaande lijst om enkele van hen te leren:
- 1 → first (eerste)
- 2 → second (tweede)
- 3 → third (derde)
- 4 → fourth (vierde)
- 5 → fifth (vijfde)
5/9/2025 → the
5/9/2025 → de
1/3/1998 → the
1/3/1998 → de
3/12/2007 → the
3/12/2007 → de
Voorzetsels
Bij het praten over data worden verschillende voorzetsels gebruikt. 'In' wordt gebruikt bij het praten over het jaar en de maand, en 'on' wordt gebruikt bij het praten over de dag. Kijk:
I'm going to Italy
Ik ga naar Italië
I may visit her
Ik bezoek haar misschien
They were in France
Zij waren in Frankrijk
Waarschuwing!
Let op dat de namen van dagen en maanden eigennamen zijn en hun eerste letter altijd met een hoofdletter wordt geschreven.