Voorzetsels van tijd
Met voorzetsels kunnen we praten over de relatie tussen twee woorden in een zin. Hier zullen we de verschillende voorzetsels van tijd in het Engels bespreken.
Wat zijn Voorzetsels van Tijd?
Voorzetsels van tijd worden gebruikt om over een specifiek tijdstip of een tijdsperiode te praten. Ze geven aan wanneer of hoe lang iets gebeurt.
Veelvoorkomende Voorzetsels van Tijd
Er zijn drie belangrijke voorzetsels van tijd in het Engels. Bekijk de volgende lijst:
- At
- In
- On
At
De prepositie 'at' wordt gebruikt om te praten over specifieke uren, minuten en verschillende tijden van de dag. Bijvoorbeeld:
- At 3 o'clock (Om 3 uur)
- At 9:30 (Om 9:30)
- At noon (Om 12 uur)
- At night ('s nachts)
- At bedtime (Bij bedtijd)
I'll see you
Ik zie je
I eat a cookie
Ik eet een koekje
On
De prepositie 'on' wordt gebruikt om te praten over dagen van de week.
- on Sunday (Op zondag)
- on Monday (Op maandag)
- on weekends (In het weekend)
- on weekdays (Op doordeweekse dagen)
Voorbeelden:
I want to meet him
Ik wil hem
I go to the gym
Ik ga
In
De prepositie 'in' wordt gebruikt om te praten over maanden, jaren en seizoenen. Bijvoorbeeld:
- in August (In augustus)
- in 2020 (In 2020)
- in spring (In de lente)
- in summer (In de zomer)
Voorbeelden:
I was born
Ik ben
We met each other
We hebben elkaar