Voorzetsels van Tijd Voor Beginners
Leer hoe je voorzetsels van tijd in het Engels correct gebruikt om specifieke momenten aan te geven, zoals "at 5 o'clock", "on Monday" of "in December". Inclusief voorbeelden en oefeningen!
Wat zijn Voorzetsels van Tijd?
Voorzetsels van tijd worden gebruikt om over een specifiek tijdstip of een tijdsperiode te praten. Ze geven aan wanneer of hoe lang iets gebeurt.
Veelvoorkomende Voorzetsels van Tijd
Er zijn drie belangrijke voorzetsels van tijd in het Engels. Bekijk de volgende lijst:
At
In
On
At
De prepositie 'at' wordt gebruikt om te praten over specifieke uren, minuten en verschillende tijden van de dag. Bijvoorbeeld:
At 3 o'clock (Om 3 uur)
At 9:30 (Om 9:30)
At noon (Om 12 uur)
At night ('s nachts)
At bedtime (Bij bedtijd)
I'll see you at 9:00.
Ik zie je om 9:00.
I eat a cookie at midnight if I can't sleep.
Ik eet een koekje om middernacht als ik niet kan slapen.
On
De prepositie 'on' wordt gebruikt om te praten over dagen van de week.
on Sunday (Op zondag)
on Monday (Op maandag)
on weekends (In het weekend)
on weekdays (Op doordeweekse dagen)
Voorbeelden:
I want to meet him on Friday.
Ik wil hem op vrijdag ontmoeten.
I go to the gym on Wednesdays.
Ik ga op woensdag naar de sportschool.
In
De prepositie 'in' wordt gebruikt om te praten over maanden, jaren en seizoenen. Bijvoorbeeld:
in August (In augustus)
in 2020 (In 2020)
in spring (In de lente)
in summer (In de zomer)
Voorbeelden:
I was born in June.
Ik ben in juni geboren.
We met each other in the summer.
We hebben elkaar in de zomer ontmoet.
Quiz:
Which of the following sentences uses the preposition "at" correctly?
I will call you at tomorrow.
The meeting is at Monday.
I like to read at night.
She was born at 1995.
Which sentence correctly uses the prepositions of time?
I will visit you in 8:00 PM.
I go to the park at summer.
They met on Thursday.
He was born on April.
Sort the words in the correct order to form a sentence.
Match each incomplete sentence with the correct ending based of the prepositions.
Fill in the blank with the correct preposition of time.
My birthday is
July.
We will meet
noon.
He usually works
weekends.
I have an appointment
2:00 PM.
I always go to the gym
Thursdays.
Reacties
(0)
Aanbevolen
