Nevenschikkende Voegwoorden Voor Beginners

Nevenschikkende Voegwoorden in het Engels

Wat Zijn nevenschikkende voegwoorden?
Nevenschikkende voegwoorden in het Engels zijn woorden die woorden, zinnen of clausules met gelijke belangrijkheid in een zin verbinden.

Hoofdnevenschikkende Voegwoorden

Het Engels heeft drie hoofdnevenschikkende voegwoorden:

1.

And (en)

2.

Or (of)

3.

But (maar)

And

'And' wordt gebruikt om een woord toe te voegen aan een ander woord. Bijvoorbeeld:

Voorbeeld

She is beautiful. She is kind. = She is beautiful and kind.

Ze is mooi. Ze is aardig. = Ze is mooi en vriendelijk.

I called Hanna. I called Tommy = I called Hanna and Tommy.

Ik belde Hanna. Ik belde Tommy = Ik belde Hanna en Tommy.

Or

'Or' wordt gebruikt om twee of meer keuzes te noemen. Bijvoorbeeld:

Voorbeeld

Are you sad? Are you angry? = Are you sad or angry?

Ben je verdrietig? Ben je boos? = Ben je verdrietig of boos?

Do you like pizza? Do you like pasta = Do you like pizza or pasta?

Hou je van pizza? Hou je van pasta = Hou je van pizza of pasta?

But

'But' wordt gebruikt om een contrast tussen twee woorden of zinnen te tonen. Bijvoorbeeld:

Voorbeeld

She is beautiful but cruel.

Ze is mooi maar wreed.

I love fruits but I’m allergic to strawberries.

Ik houd van fruit maar ik ben allergisch voor aardbeien.

Quiz:


1.

Which of the following sentences uses the correct coordinating conjunction?

A

I wanted to go to the park, or I forgot my shoes.

B

She can sing but dance.

C

He studies hard, and he works part-time.

D

We can go to the park, and we can stay home.

2.

Which sentence uses "or" correctly?

A

She is tired, or she is still going to the gym.

B

I like tea or I don’t like coffee.

C

Should we go to the beach or the mountains?

D

I’m going to the store, or I need some bread.

3.

Sort the words to make a meaningful sentence

pizza
she
.
like
but
pasta
she
doesn't
loves
4.

Fill in the blanks with the correct coordinating conjunction.

Andy was planning to go to the park,

he wasn’t sure if the weather would be nice. It had been raining all morning,

the sky was still cloudy. He called his friend Mia,

she didn't pick up the phone. Andy thought she is probably busy

decided to go alone.

At the park, Andy thought about what he could do. He could play soccer,

he could just take a walk around the lake. In the end, he chose to take a walk,

it started to rain again, so he went back home.

but
and
or
5.

Read the two sentences and choose the correct coordinating conjunction to connect them.

I called her. She didn’t answer

She was tired. She kept working.

Do you want to eat? Do you want to sleep?

I like reading books. I like watching movies.

You can have tea. You can have coffee.

or
but
and

Reacties

(0)
Recaptcha wordt geladen...
Delen op :
books
Leer Engelse woordenschatBegin met het leren van gecategoriseerde Engelse woordenschat op Langeek.
Klik om te starten

Aanbevolen

Voorzetsels van Plaats

Prepositions of Place

bookmark
Voorzetsels stellen ons in staat om te praten over de relatie tussen twee woorden in een zin. Hier zullen we de verschillende voorzetsels van plaats in het Engels bespreken.

Voorzetsels van Richting en Beweging

Prepositions of Direction and Movement

bookmark
Zoals hun namen suggereren, geven voorzetsels van richting en beweging een beweging van de ene plaats naar de andere aan of geven ze een bepaalde richting aan.

Voorzetsels van Manier

Prepositions of Manner

bookmark
Voorzetsels van manier, die ook wel voorzetsels van methode worden genoemd, geven aan hoe iets gebeurt of wordt gedaan. In dit deel zullen we ze bespreken.
LanGeek
LanGeek app downloaden