Lidwoord Voor Beginners
Wat zijn lidwoord?
Lidwoord in het Engels zijn kleine woorden die voor een zelfstandig naamwoord komen en het definiëren als specifiek of algemeen.
Engelse Lidwoord
In het Engels zijn er twees soorten lidwoord: 'the' wordt het bepaalde lidwoord genoemd en 'a'/'an' worden de onbepaalde lidwoorden genoemd.
bepaald lidwoord | onbepaald lidwoord |
---|---|
the (de/het) | a/an (een) |
Onbepaalde Lidwoorden
'A' en 'an' worden onbepaalde lidwoorden genoemd. Ze worden gebruikt met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden om naar een algemeen zelfstandig naamwoord van dat type te verwijzen. Het verschil tussen 'a' en 'an' is dat 'a' wordt gebruikt voor een medeklinkergeluid en 'an' wordt gebruikt voor een klinkergeluid (a, e, i, o, u):
a | an |
---|---|
a boy (een jongen) | an apple (een appel) |
a woman (een vrouw) | an owl (een uil) |
a cat (een kat) | an earring (een oorbel) |
a strawberry (een aardbei) | an idea (een idee) |
a monkey (een aap) | an orange (een sinaasappel) |
Bepaald Lidwoord
'The' is een bepaald lidwoord. Het kan voor een enkelvoudig of meervoudig zelfstandig naamwoord worden gebruikt om naar een specifiek of bijzonder zelfstandig naamwoord te verwijzen dat bekend is bij zowel de spreker als de luisteraar. Kijk naar de voorbeelden:
I ordered a pizza and a salad. The pizza was nice but the salad was disgusting.
Ik heb een pizza en een salade besteld. De pizza was lekker, maar de salade was vies.
That is the school that Mary went to.
Dat is de school waar Mary naartoe ging.
Mary has a dog. The dog's name is Rover.
Mary heeft een hond. De naam van de hond is Rover.
In de tweede zin is het al duidelijk over welke hond de spreker het heeft. Dus, het bepaalde lidwoord wordt gebruikt.
Quiz:
Which articles should be used in the following sentence? "_ elephant is _ large animal."
A, an
A, the
An, a
An, the
Which article is used before a specific noun known to both the speaker and listener?
A
An
The
None of the above
Sort the words into the correct order to form a sentence.
Match each incomplete sentence with the correct ending.
Complete each sentence with the correct article.
angry man walked into the store.
I saw
cat in the garden. Later, I saw
cat again in the yard.
car I wanted to buy was too expensive.
She adopted
dog from the shelter.
We are going to visit
Eiffel Tower during our trip to Paris.
Reacties
(0)
Aanbevolen
