SAT Woordvaardigheden 1 - Les 11

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

inflammable

[bijvoeglijk naamwoord]

capable of easily catching fire

ontvlambaar, brandbaar

Ex: The warning label clearly indicated that the substance was highly inflammable.Het waarschuwingslabel gaf duidelijk aan dat de stof zeer **brandbaar** was.

Sluiten

Inloggen

inflammatory

[bijvoeglijk naamwoord]

causing or involving swelling and irritation of body tissues

ontstekings-, pro-inflammatoir

Ex: Inflammatory responses play a crucial role in the body 's defense against infections .**Ontstekings**reacties spelen een cruciale rol in de verdediging van het lichaam tegen infecties.

Sluiten

Inloggen

whim

[zelfstandig naamwoord]

an imaginative and unusual idea, typically changing unpredictably

gril, invloed

Ex: Maya 's whims led her to start a unique online boutique that sold handmade clothing made from recycled materials .Mayas **grillen** leidden ertoe dat ze een unieke online boetiek begon die handgemaakte kleding verkocht van gerecyclede materialen.

Sluiten

Inloggen

whimsical

[bijvoeglijk naamwoord]

driven by impulses and desires rather than logical necessity or reasoning

wispelturig, eigenzinnig

Ex: His whimsical decision to quit his job and travel the world was driven by a desire for freedom .Zijn **grillige** beslissing om zijn baan op te zeggen en de wereld rond te reizen werd ingegeven door een verlangen naar vrijheid.

Sluiten

Inloggen

tacit

[bijvoeglijk naamwoord]

suggested or understood without being verbally expressed

stilzwijgend, impliciet

Ex: The manager 's tacit disapproval was apparent through his lack of encouragement .De **stille** afkeuring van de manager was duidelijk door zijn gebrek aan aanmoediging.

Sluiten

Inloggen

taciturn

[bijvoeglijk naamwoord]

tending to be reserved and untalkative, in a way that makes one seem unfriendly

zwijgzaam, terughoudend

Ex: The manager 's taciturn style of communication sometimes led to misunderstandings among the team .De **zwijgzame** communicatiestijl van de manager leidde soms tot misverstanden binnen het team.

Sluiten

Inloggen

tact

[zelfstandig naamwoord]

sensitivity and consideration in dealing with others to avoid causing trouble or offense

tact, fijngevoeligheid

Ex: Her tact helped her navigate through the awkward situation smoothly .Haar **tact** hielp haar om soepel door de lastige situatie te navigeren.

Sluiten

Inloggen

tactician

[zelfstandig naamwoord]

a person who is skilled in planning strategies and executing actions to achieve a goal

strateeg, tacticus

Ex: She is a good enough tactician to wait and see what the election brings .Ze is een goede genoeg **tacticus** om te wachten en te zien wat de verkiezingen brengen.

Sluiten

Inloggen

tactics

[zelfstandig naamwoord]

the art or science of employing military forces and strategies in order to achieve victory over an enemy

tactieken, strategieën

Ex: The art of war is all about developing effective tactics to outmaneuver the opponent .De kunst van oorlogvoering draait om het ontwikkelen van effectieve **tactieken** om de tegenstander te overtreffen.

Sluiten

Inloggen

barograph

[zelfstandig naamwoord]

a device that automatically records changes in atmospheric pressure over time

barograaf, luchtdrukregistratieapparaat

Ex: Changes in the barograph recording helped climatologists determine how the storm rapidly intensified overnight .Veranderingen in de registratie van de **barograaf** hielpen klimatologen te bepalen hoe de storm 's nachts snel in intensiteit toenam.

Sluiten

Inloggen

barometer

[zelfstandig naamwoord]

a scientific instrument used to measure air pressure

barometer, wetenschappelijk instrument gebruikt om luchtdruk te meten

Ex: Sailors relied on the barometer to help them navigate safely by anticipating weather conditions at sea .

Sluiten

Inloggen

to implicate

[werkwoord]

to involve or suggest someone's participation or connection in a crime or wrongdoing

impliceren, betrekken

Ex: The leaked documents appeared to implicate high-ranking officials in the corruption scandal .De uitgelekte documenten leken hoge ambtenaren te **impliceren** in het corruptieschandaal.

Sluiten

Inloggen

implicit

[bijvoeglijk naamwoord]

suggesting something without directly stating it

impliciet, onzichtbaar

Ex: There was an implicit understanding between the team members that they would support each other .Er was een **impliciet** begrip tussen de teamleden dat ze elkaar zouden steunen.

Sluiten

Inloggen

to imply

[werkwoord]

to suggest without explicitly stating

impliceren, doen vermoeden

Ex: The advertisement 's imagery implied that using their product would lead to success .De beelden van de advertentie **impliceerden** dat het gebruik van hun product tot succes zou leiden.

Sluiten

Inloggen

lax

[bijvoeglijk naamwoord]

showing a tendency to be less strict about rules or discipline

lak, niet streng

Ex: The city had a lax attitude toward parking violations , leading to frequent abuse .De stad had een **lakse** houding ten opzichte van parkeerovertredingen, wat leidde tot veelvuldig misbruik.

Sluiten

Inloggen

laxative

[bijvoeglijk naamwoord]

having the ability to relieve constipation and ease bowel movements

laxerend, purgerend

Ex: He consumed a laxative herbal tea to alleviate his constipation .Hij dronk een **laxeermiddel** kruidenthee om zijn constipatie te verlichten.

Sluiten

Inloggen

laxity

[zelfstandig naamwoord]

the state or quality of being careless and lacking moral strictness or discipline

nalatigheid, laksheid

Ex: The government 's laxity in enforcing regulations allowed corruption to permeate through various sectors .De **laksheid** van de overheid bij het handhaven van voorschriften maakte het mogelijk dat corruptie verschillende sectoren binnendrong.

Sluiten

Inloggen

felon

[zelfstandig naamwoord]

someone who has committed or has been legally found guilty of a serious crime

crimineel, misdadiger

Ex: The community was concerned about the presence of a known felon in their neighborhood .De gemeenschap was bezorgd over de aanwezigheid van een bekende **misdadiger** in hun buurt.

Sluiten

Inloggen

felonious

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to or having the characteristic of a crime

crimineel, misdadig

Ex: The court found the defendant guilty of felonious arson , as he intentionally set fire to the property in order to collect insurance money .De rechtbank vond de verdachte schuldig aan **brandstichting met criminele opzet**, omdat hij opzettelijk brand stichtte in het pand om verzekeringsgeld te incasseren.

Sluiten

Inloggen

felony

[zelfstandig naamwoord]

a serious crime such as arson, murder, rape, etc.

misdaad, felony

Ex: His criminal record showed multiple felonies, making it difficult for him to find employment after his release from prison .Zijn strafblad liet meerdere **zware misdrijven** zien, wat het voor hem moeilijk maakte om werk te vinden na zijn vrijlating uit de gevangenis.

Sluiten

Inloggen

SAT Woordvaardigheden 1

LanGeek app downloaden

Langeek

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 11