SAT Woordvaardigheden 1 - Les 12

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

ultimate

[bijvoeglijk naamwoord]

signifying the highest or most significant degree

ultiem, hoogste

Ex: Winning the championship was the ultimate achievement of his career .Het winnen van het kampioenschap was de **ultieme** prestatie van zijn carrière.

Sluiten

Inloggen

ultimatum

[zelfstandig naamwoord]

a final and serious demand made by one person to another, which includes consequences if the demand is not met

ultimatum, laatste eis

Ex: The president ’s ultimatum left the opposing party with little room for negotiation .Het **ultimatum** van de president liet de oppositiepartij weinig ruimte voor onderhandeling.

Sluiten

Inloggen

to corrode

[werkwoord]

to slowly damage and ruin something by exposing it to air, water, or acids

corroderen, aantasten

Ex: The acid rain corroded the ancient stone statues , causing them to lose their intricate details over time .De zure regen **corrodeerde** de oude stenen beelden, waardoor ze in de loop der tijd hun ingewikkelde details verloren.

Sluiten

Inloggen

corrosion

[zelfstandig naamwoord]

the gradual destruction of materials by chemical reaction, usually of metals

corrosie

Ex: Exposure to moisture accelerates metal corrosion.Blootstelling aan vocht versnelt **corrosie** van metalen.

Sluiten

Inloggen

corrosive

[bijvoeglijk naamwoord]

having the ability to cause damage or destruction, especially through chemical reactions

corrosief, destructief

Ex: The corrosive influence of negative thinking can undermine mental health .De **corrosieve** invloed van negatief denken kan de geestelijke gezondheid ondermijnen.

Sluiten

Inloggen

illusion

[zelfstandig naamwoord]

something that a lot of people consider to be true but is not

illusie, luchtspiegeling

Ex: Many individuals hold the illusion that sugar causes hyperactivity in children , although research has repeatedly proven this belief to be false .Veel mensen hebben de **illusie** dat suiker hyperactiviteit bij kinderen veroorzaakt, hoewel onderzoek herhaaldelijk heeft bewezen dat dit geloof onjuist is.

Sluiten

Inloggen

illusive

[bijvoeglijk naamwoord]

creating a false or misleading impression

bedrieglijk, illusoir

Ex: His success was illusive, built on deception .Zijn succes was **bedrieglijk**, gebouwd op misleiding.

Sluiten

Inloggen

illusory

[bijvoeglijk naamwoord]

giving a false impression of reality

illusoir, bedrieglijk

Ex: In the desert heat , the mirage created an illusory oasis that vanished upon closer inspection .In de woestijnhitte creëerde de luchtspiegeling een **bedrieglijke** oase die bij nader inzien verdween.

Sluiten

Inloggen

illustrious

[bijvoeglijk naamwoord]

highly distinguished, admired, or well-known due to exceptional and outstanding characteristics or features

illustere, beroemde

Ex: The museum houses a collection of illustrious artworks by famous painters such as Van Gogh , Monet , and Picasso .Het museum herbergt een collectie **illustere** kunstwerken van beroemde schilders zoals Van Gogh, Monet en Picasso.

Sluiten

Inloggen

mentality

[zelfstandig naamwoord]

the abilities of the mind such as thinking, learning, and problem-solving

mentaliteit, geest

Ex: Noah 's resilient mentality helps him bounce back from setbacks and stay determined in pursuing his goals .Noah's veerkrachtige **mentaliteit** helpt hem terug te veren van tegenslagen en vastberaden te blijven in het nastreven van zijn doelen.

Sluiten

Inloggen

mentor

[zelfstandig naamwoord]

a reliable and experienced person who helps those with less experience

mentor, gids

Ex: The mentor encouraged her mentee to set ambitious goals and provided the necessary resources and encouragement to help them achieve success .De **mentor** moedigde haar mentee aan om ambitieuze doelen te stellen en voorzag in de nodige middelen en aanmoediging om hen te helpen succes te bereiken.

Sluiten

Inloggen

to parlay

[werkwoord]

to combine multiple individual bets into one larger bet, with the potential for a higher payout if all of the individual bets are successful

combineren, samenvoegen

Ex: Poker players will sometimes parlay a table stack into buying into a higher stakes game .Pokerspelers zullen soms een tafelstapel **omzetten** in een inkoop in een hoger inzetspel.

Sluiten

Inloggen

to parley

[werkwoord]

to discuss the terms of an agreement with an opposing side, usually an enemy

onderhandelen, overleggen

Ex: The negotiators successfully parleyed with the union representatives , reaching a compromise on the labor dispute .De onderhandelaars hebben met succes **onderhandeld** met de vakbondsvertegenwoordigers, waardoor een compromis over het arbeidsgeschil werd bereikt.

Sluiten

Inloggen

to acquaint

[werkwoord]

to make someone familiar with a person or thing by introducing or providing information about them

bekendmaken, inwijden

Ex: At the networking event , she made an effort to acquaint her friend with influential professionals in the industry .Tijdens het netwerkevenement deed ze moeite om haar vriend **bekend te maken** met invloedrijke professionals in de branche.

Sluiten

Inloggen

to acquiesce

[werkwoord]

to reluctantly accept something without protest

berusten, toestemmen

Ex: The board of directors reluctantly acquiesced to the CEO 's decision , even though some members disagreed .

Sluiten

Inloggen

to acquire

[werkwoord]

to buy or begin to have something

verwerven, kopen

Ex: She acquired a rare painting for her collection at the auction .Ze heeft een zeldzaam schilderij voor haar collectie **verworven** op de veiling.

Sluiten

Inloggen

acquisitive

[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong desire or tendency to obtain, collect, or possess things, often material possessions

verzamelzuchtig, hebzuchtig

Ex: The acquisitive mindset of the society placed a strong emphasis on material possessions , leading to a constant desire for more .De **verwervingsgerichte** mentaliteit van de samenleving legde een sterke nadruk op materiële bezittingen, wat leidde tot een constant verlangen naar meer.

Sluiten

Inloggen

to acquit

[werkwoord]

to officially decide and declare in a law court that someone is not guilty of a crime

vrijspreken, onschuldig verklaren

Ex: The exoneration process ultimately led to the court 's decision to acquit the defendant of all charges .Het vrijspraakproces leidde uiteindelijk tot de beslissing van de rechtbank om de verdachte van alle aanklachten **vrij te spreken**.

Sluiten

Inloggen

stigma

[zelfstandig naamwoord]

a mark that represents shame or infamy

stigma, schandvlek

Ex: Being a convicted felon carries a stigma that makes it difficult to find a job .Een veroordeelde misdadiger zijn draagt een **stigma** met zich mee dat het moeilijk maakt om een baan te vinden.

Sluiten

Inloggen

to stigmatize

[werkwoord]

to create marks or scars on the body, often intentionally, as a religious or spiritual practice

stigmatiseren, merken

Ex: The religious pilgrims undertook a pilgrimage that involved walking on their knees for miles , willingly enduring pain and discomfort to stigmatize their bodies and demonstrate their faith .De religieuze pelgrims ondernamen een pelgrimstocht waarbij ze mijlenlang op hun knieën liepen, vrijwillig pijn en ongemak verdurend om hun lichamen te **stigmatiseren** en hun geloof te tonen.

Sluiten

Inloggen

SAT Woordvaardigheden 1

LanGeek app downloaden

Langeek

SAT Woordvaardigheden 1 - Les 12