Boek English Result - Elementair - Eenheid 4 - 4A

Hier vind je de woordenschat van Unit 4 - 4A in het English Result Elementary cursusboek, zoals "prijs", "hulp", "gesloten", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

sign

[zelfstandig naamwoord]

a text or symbol that is displayed in public to give instructions, warnings, or information

bord, teken

Ex: The sign by the elevator read " Out of Service . "Het **bord** bij de lift zei "Buiten gebruik".

Sluiten

Inloggen

private

[bijvoeglijk naamwoord]

used by or belonging to only a particular individual, group, institution, etc.

privé, persoonlijk

Ex: They rented a private cabin for their vacation in the mountains .Ze huurden een **privé** cabin voor hun vakantie in de bergen.

Sluiten

Inloggen

no entry

[Zin]

indicates that access to a specific area, door, or gate is prohibited

Ex: The door to the private event room was marked with a no entry" notice .

Sluiten

Inloggen

free entry

[zelfstandig naamwoord]

a situation where there are no obstacles or restrictions for someone to join or participate in a particular activity, market, or field

vrije toegang, gratis toegang

Ex: The competition has free entry, so everyone is eligible to participate.De wedstrijd heeft **gratis toegang**, dus iedereen komt in aanmerking om deel te nemen.

Sluiten

Inloggen

closed

[bijvoeglijk naamwoord]

not letting things, people, etc. go in or out

gesloten, afgesloten

Ex: The closed window blocked out the noise from the street .Het **gesloten** raam blokkeerde het lawaai van de straat.

Sluiten

Inloggen

out of order

[Zinsdeel]

(of a machine, equipment, or device) not working correctly and needing repair or maintenance to function properly

Ex: Due to the air conditioner out of order, the office was unbearably hot .

Sluiten

Inloggen

sold-out

[bijvoeglijk naamwoord]

being completely purchased in advance, with no remaining availability

uitverkocht, verkocht

Ex: The festival 's early-bird tickets were sold-out within minutes of going on sale .De early-bird tickets van het festival waren binnen enkele minuten na de start van de verkoop **uitverkocht**.

Sluiten

Inloggen

open

[bijvoeglijk naamwoord]

letting people or things pass through

open, toegankelijk

Ex: The store had open shelves displaying various products .De winkel had **open** planken waarop verschillende producten werden getoond.

Sluiten

Inloggen

full

[bijvoeglijk naamwoord]

having no space left

vol, compleet

Ex: The bus was full, so we had to stand in the aisle during the journey .De bus was **vol**, dus we moesten in het gangpad staan tijdens de reis.

Sluiten

Inloggen

to help

[werkwoord]

to give someone or oneself something, especially food or drinks

serveren, aanbieden

Ex: They helped themselves to some popcorn during the movie .Ze **hielpen** zichzelf aan wat popcorn tijdens de film.

Sluiten

Inloggen

vacancy

[zelfstandig naamwoord]

(in a hotel, etc.) an available room

beschikbare kamer, vrije kamer

Ex: The innkeeper offered a discount on the vacancy to attract more guests during the offseason .De herbergier bood een korting aan op de **beschikbare kamer** om meer gasten aan te trekken tijdens het laagseizoen.

Sluiten

Inloggen

good

[bijvoeglijk naamwoord]

having a quality that is satisfying

goed, uitstekend

Ex: The weather was good, so they decided to have a picnic in the park .Het weer was **goed**, dus besloten ze te picknicken in het park.

Sluiten

Inloggen

news

[zelfstandig naamwoord]

reports on recent events that are broadcast or published

nieuws, berichten

Ex: Breaking news about the earthquake spread rapidly across social media.Het **nieuws** over de aardbeving verspreidde zich snel via sociale media.

Sluiten

Inloggen

bad

[bijvoeglijk naamwoord]

having a quality that is not satisfying

slecht, waardeloos

Ex: The hotel room was bad, with dirty sheets and a broken shower .De hotelkamer was **slecht**, met vuile lakens en een kapotte douche.

Sluiten

Inloggen

half

[Determinator]

an amount equal to one of two equal parts

de helft, half

Ex: They stayed for half the movie and then left .Ze bleven voor **de helft** van de film en vertrokken toen.

Sluiten

Inloggen

price

[zelfstandig naamwoord]

the amount of money required for buying something

prijs

Ex: The price of groceries has increased lately .De **prijs** van boodschappen is de laatste tijd gestegen.

Sluiten

Inloggen

airport

[zelfstandig naamwoord]

a large place where planes take off and land, with buildings and facilities for passengers to wait for their flights

luchthaven, vliegveld

Ex: She arrived at the airport two hours before her flight .Ze arriveerde twee uur voor haar vlucht op de **luchthaven**.

Sluiten

Inloggen

beach

[zelfstandig naamwoord]

an area of sand or small stones next to a sea or a lake

strand, kust

Ex: We had a picnic on the sandy beach, enjoying the ocean breeze .We hadden een picknick op het zandstrand, genietend van de zeebries.

Sluiten

Inloggen

car park

[zelfstandig naamwoord]

an area where people can leave their cars or other vehicles for a period of time

parkeerplaats, parkeerterrein

Ex: The new office building includes a multi-level car park to accommodate employees and visitors .Het nieuwe kantoorgebouw omvat een **parkeergarage** met meerdere niveaus voor medewerkers en bezoekers.

Sluiten

Inloggen

cash machine

[zelfstandig naamwoord]

an electronic device that enables individuals to perform financial transactions, such as withdrawing cash, without the need for human assistance

geldautomaat, pinautomaat

Ex: He accidentally left his card in the cash machine after withdrawing money .Hij heeft per ongeluk zijn kaart in de **geldautomaat** laten zitten na het opnemen van geld.

Sluiten

Inloggen

cinema

[zelfstandig naamwoord]

a building where films are shown

bioscoop, filmtheater

Ex: They 're building a new cinema in the city center .Ze bouwen een nieuwe **bioscoop** in het stadscentrum.

Sluiten

Inloggen

garden

[zelfstandig naamwoord]

a piece of land where flowers, trees, and other plants are grown

tuin, park

Ex: She uses organic gardening methods in her garden, avoiding harmful chemicals .Ze gebruikt biologische tuinmethoden in haar **tuin** en vermijdt schadelijke chemicaliën.

Sluiten

Inloggen

hotel

[zelfstandig naamwoord]

a building where we give money to stay and eat food in when we are traveling

hotel, herberg

Ex: They checked out of the hotel and headed to the airport for their flight .Ze checkten uit bij het **hotel** en gingen naar de luchthaven voor hun vlucht.

Sluiten

Inloggen

house

[zelfstandig naamwoord]

a building where people live, especially as a family

huis, woning

Ex: The modern house featured large windows , allowing ample natural light to fill every room .Het moderne **huis** beschikte over grote ramen, waardoor overvloedig natuurlijk licht elke kamer kon vullen.

Sluiten

Inloggen

museum

[zelfstandig naamwoord]

a place where important cultural, artistic, historical, or scientific objects are kept and shown to the public

museum

Ex: She was inspired by the paintings and sculptures created by renowned artists in the museum.Ze werd geïnspireerd door de schilderijen en sculpturen gemaakt door bekende kunstenaars in het **museum**.

Sluiten

Inloggen

restaurant

[zelfstandig naamwoord]

a place where we pay to sit and eat a meal

restaurant, eethuis

Ex: We ordered takeout from our favorite restaurant and enjoyed it at home .We hebben afhaalmaaltijden besteld bij onze favoriete **restaurant** en ervan genoten thuis.

Sluiten

Inloggen

shop

[zelfstandig naamwoord]

a building or place that sells goods or services

winkel, zaak

Ex: The flower shop was filled with vibrant bouquets and arrangements .De **bloemenwinkel** was gevuld met levendige boeketten en arrangementen.

Sluiten

Inloggen

station

[zelfstandig naamwoord]

a place or building where we can get on or off a train or bus

station, halte

Ex: The train station is busy during rush hour.Het **station** is druk tijdens de spits.

Sluiten

Inloggen

supermarket

[zelfstandig naamwoord]

a large store that we can go to and buy food, drinks and other things from

supermarkt, hypermarkt

Ex: We use reusable bags when shopping at the supermarket to reduce plastic waste .We gebruiken herbruikbare tassen bij het winkelen in de **supermarkt** om plastic afval te verminderen.

Sluiten

Inloggen

telephone

[zelfstandig naamwoord]

a communication device used for talking to people who are far away and also have a similar device

telefoon, mobiele telefoon

Ex: They recorded the conversation on the telephone for future reference .Ze hebben het gesprek op de **telefoon** opgenomen voor toekomstige referentie.

Sluiten

Inloggen

toilet

[zelfstandig naamwoord]

the complete bathroom or restroom area, including facilities for personal hygiene and grooming

toilet, badkamer

Ex: She stocked the toilet with fresh towels , soap , and other essentials .Ze voorzag het **toilet** van frisse handdoeken, zeep en andere essentiële items.

Sluiten

Inloggen

theater

[zelfstandig naamwoord]

a place, usually a building, with a stage where plays and shows are performed

theater, voorstellingszaal

Ex: We 've got tickets for the new musical at the theater.We hebben kaartjes voor de nieuwe musical in het **theater**.

Sluiten

Inloggen

Boek English Result - Elementair

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek English Result - Elementair - Eenheid 4 - 4A