Boek Four Corners 2 - Eenheid 9 Les D

Hier vind je de woordenschat van Unit 9 Les D in het Four Corners 2 cursusboek, zoals "terugkeer", "bankier", "lening", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

difference

[zelfstandig naamwoord]

the way that two or more people or things are different from each other

verschil

Ex: He could n't see any difference between the two paintings ; they looked identical to him .Hij kon geen **verschil** zien tussen de twee schilderijen; ze leken identiek aan hem.

Sluiten

Inloggen

kind

[zelfstandig naamwoord]

a group of people or things that have similar characteristics or share particular qualities

soort, categorie

Ex: The store sells products of various kinds, from electronics to clothing .De winkel verkoopt producten van **verschillende soorten**, van elektronica tot kleding.

Sluiten

Inloggen

banker

[zelfstandig naamwoord]

a person who possesses or has a high rank in a bank or any other financial institution

bankier, bankdirecteur

Ex: Bankers are responsible for ensuring compliance with banking regulations and maintaining the financial health of the institution .**Bankiers** zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van de naleving van bankregelgeving en het handhaven van de financiële gezondheid van de instelling.

Sluiten

Inloggen

to study

[werkwoord]

to spend time to learn about certain subjects by reading books, going to school, etc.

studeren

Ex: She studied the history of art for her final paper .Ze **bestudeerde** de kunstgeschiedenis voor haar eindwerk.

Sluiten

Inloggen

to return

[werkwoord]

to go or come back to a person or place

terugkeren, terugkomen

Ex: After completing the errands , she will return to the office .Na het voltooien van de klusjes, zal ze naar het kantoor **terugkeren**.

Sluiten

Inloggen

to start

[werkwoord]

to begin something new and continue doing it, feeling it, etc.

beginnen, starten

Ex: The restaurant started offering a new menu item that became popular .Het restaurant **begon** een nieuw menu-item aan te bieden dat populair werd.

Sluiten

Inloggen

to teach

[werkwoord]

to give lessons to students in a university, college, school, etc.

onderwijzen, lesgeven

Ex: He taught mathematics at the local high school for ten years .Hij **gaf** tien jaar lang wiskunde op de plaatselijke middelbare school.

Sluiten

Inloggen

village

[zelfstandig naamwoord]

a very small town located in the countryside

dorp, gehucht

Ex: Despite its small size , the village boasted a charming marketplace with local artisans and vendors .Ondanks zijn kleine omvang had het **dorp** een charmante markt met lokale ambachtslieden en verkopers.

Sluiten

Inloggen

poor

[bijvoeglijk naamwoord]

owning a very small amount of money or a very small number of things

arm, behoeftig

Ex: Unforunately , the poor elderly couple relied on government assistance to cover their expenses .Helaas was het **arme** oudere stel afhankelijk van overheidssteun om hun uitgaven te dekken.

Sluiten

Inloggen

furniture

[zelfstandig naamwoord]

pieces of equipment such as tables, desks, beds, etc. that we put in a house or office so that it becomes suitable for living or working in

meubilair

Ex: We need to move the heavy furniture to vacuum the carpet .We moeten het zware **meubilair** verplaatsen om het tapijt te stofzuigen.

Sluiten

Inloggen

enough

[bijwoord]

to a degree or extent that is sufficient or necessary

genoeg, voldoende

Ex: Did you sleep enough last night to feel refreshed today ?Heb je gisteravond **genoeg** geslapen om je vandaag verfrist te voelen?

Sluiten

Inloggen

own

[bijvoeglijk naamwoord]

used for showing that someone or something belongs to or is connected with a particular person or thing

eigen, persoonlijk

Ex: They have their own way of doing things .Ze hebben hun **eigen** manier om dingen te doen.

Sluiten

Inloggen

profit

[zelfstandig naamwoord]

the sum of money that is gained after all expenses and taxes are paid

winst, profijt

Ex: Without careful budgeting , it ’s difficult to achieve consistent profit.Zonder zorgvuldige budgeting is het moeilijk om consistente **winst** te behalen.

Sluiten

Inloggen

to loan

[werkwoord]

to give someone something, such as an amount of money, with the understanding that it will be returned

lenen, een lening verstrekken

Ex: He decided to loan his friend the needed tools for the home improvement project .Hij besloot zijn vriend de benodigde gereedschappen voor het huisverbeteringsproject te **lenen**.

Sluiten

Inloggen

peace

[zelfstandig naamwoord]

a period or state where there is no war or violence

vrede

Ex: She hoped for a future where peace would prevail around the world .Ze hoopte op een toekomst waarin **vrede** over de hele wereld zou heersen.

Sluiten

Inloggen

customer

[zelfstandig naamwoord]

a person, organization, company, etc. that pays to get things from businesses or stores

klant, koper

Ex: The store 's policy is ' the customer is always right ' .Het beleid van de winkel is 'de **klant** heeft altijd gelijk'.

Sluiten

Inloggen

success

[zelfstandig naamwoord]

the fact of reaching what one tried for or desired

succes, welslagen

Ex: Success comes with patience and effort .**Succes** komt met geduld en inspanning.

Sluiten

Inloggen

conventional

[bijvoeglijk naamwoord]

generally accepted and followed by many people

conventioneel, traditioneel

Ex: In some cultures , it 's conventional to remove shoes before entering someone 's home .In sommige culturen is het **gebruikelijk** om schoenen uit te doen voordat je iemands huis binnengaat.

Sluiten

Inloggen

absolutely

[bijwoord]

in a total or complete way

absoluut, volledig

Ex: She absolutely depends on her medication to function daily .Ze is **absoluut** afhankelijk van haar medicatie om dagelijks te functioneren.

Sluiten

Inloggen

economist

[zelfstandig naamwoord]

a professional who studies and analyzes economic theories, trends, and data to provide insights into economic issues

econoom

Ex: The Nobel Prize in Economics was awarded to the economist for his contributions to game theory .De Nobelprijs voor de Economie werd toegekend aan de **econoom** voor zijn bijdragen aan de speltheorie.

Sluiten

Inloggen

university

[zelfstandig naamwoord]

an educational institution at the highest level, where we can study for a degree or do research

universiteit

Ex: We have access to a state-of-the-art library at the university.We hebben toegang tot een state-of-the-art bibliotheek aan de **universiteit**.

Sluiten

Inloggen

to continue

[werkwoord]

to not stop something, such as a task or activity, and keep doing it

doorgaan, voortzetten

Ex: She was too exhausted to continue running .Ze was te uitgeput om **door** te gaan met rennen.

Sluiten

Inloggen

Boek Four Corners 2

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Four Corners 2 - Eenheid 9 Les D