Boek Four Corners 4 - Eenheid 11 Les A

Hier vind je de woordenschat van Unit 11 Les A in het Four Corners 4 cursusboek, zoals "formaat", "proeflezen", "wervingsmedewerker", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

real [bijvoeglijk naamwoord]

echt

Ex: The tears in her eyes were real as she said goodbye to her beloved pet .

De tranen in haar ogen waren echt terwijl ze afscheid nam van haar geliefde huisdier.

partner [zelfstandig naamwoord]

partner

Ex: Mark and Lisa are practice partners for learning a new musical instrument .

Mark en Lisa zijn oefenpartners om een nieuw muziekinstrument te leren.

to accept [werkwoord]

accepteren

Ex: I accepted the task , despite knowing it would be difficult .

offer [zelfstandig naamwoord]

the action of presenting something verbally

Ex: She smiled at his offer to drive her home .

job [zelfstandig naamwoord]

baan

Ex:

Zijn droombaan is om brandweerman te worden.

to apply [werkwoord]

solliciteren

Ex: She decided to apply for the scholarship to support her education .

Ze besloot zich aan te melden voor de beurs om haar opleiding te ondersteunen.

to format [werkwoord]

formatteren

Ex: : She is currently formatting the spreadsheet to display data in a more visually appealing manner .

Ze is momenteel bezig met het formatteren van de spreadsheet om gegevens op een visueel aantrekkelijkere manier weer te geven.

resume [zelfstandig naamwoord]

Ex: His resume highlights his experience in software development .

Zijn cv benadrukt zijn ervaring in softwareontwikkeling.

interview [zelfstandig naamwoord]

interview

Ex: The journalist prepared a list of questions for the interview with the CEO of the company .

to print [werkwoord]

drukken

Ex: The school printed flyers to advertise the upcoming event .

De school heeft flyers gedrukt om de aankomende gebeurtenis te adverteren.

email [zelfstandig naamwoord]

e-mail

Ex: She accidentally deleted the email , so she asked for it to be resent .

Ze heeft per ongeluk de e-mail verwijderd, dus vroeg ze om deze opnieuw te verzenden.

to proofread [werkwoord]

nakijken

Ex: He proofreads his blog posts multiple times before publishing them online to ensure they are polished and error-free .

Hij proefleest zijn blogberichten meerdere keren voordat hij ze online publiceert om ervoor te zorgen dat ze gepolijst en foutloos zijn.

reference [zelfstandig naamwoord]

referentie

Ex: The company requires at least two references from former employers before making a hiring decision .

Het bedrijf vereist ten minste twee referenties van voormalige werkgevers voordat een wervingsbeslissing wordt genomen.

research [zelfstandig naamwoord]

onderzoek

Ex: The professor presented the findings of her research at an international conference .

De professor presenteerde de bevindingen van haar onderzoek op een internationale conferentie.

to send [werkwoord]

verzenden

Ex: She decided to send a handwritten letter to her friend who lived overseas .

Ze besloot een handgeschreven brief te verzenden naar haar vriend die in het buitenland woonde.

note [zelfstandig naamwoord]

notitie

Ex: Mark jotted down some notes during the lecture to review later .

to translate [werkwoord]

vertalen

Ex: The novel was so popular that it was eventually translated into multiple languages to reach a global audience .

De roman was zo populair dat hij uiteindelijk in meerdere talen werd vertaald om een wereldwijd publiek te bereiken.

letter [zelfstandig naamwoord]

brief

Ex: He was delighted to get a letter of acceptance from the university .

Hij was verheugd een acceptatiebrief van de universiteit te ontvangen.

tip [zelfstandig naamwoord]

tip

Ex: His grandmother passed down a valuable tip for removing stains from clothing .

Zijn grootmoeder gaf een waardevolle tip door voor het verwijderen van vlekken uit kleding.

recruiter [zelfstandig naamwoord]

wervingsmedewerker

to trust [werkwoord]

vertrouwen

Ex: Yesterday , he trusted his friend to handle an important project .

Gisteren vertrouwde hij zijn vriend toe om een belangrijk project te behandelen.

pleasant [bijvoeglijk naamwoord]

aangenaam

Ex: The holiday decorations create a pleasant atmosphere in the town .

De vakantiedecoraties creëren een aangename sfeer in de stad.

to invest [werkwoord]

investeren

Ex: He invested months of hard work into his fitness routine and saw amazing results .

Hij investeerde maanden van hard werken in zijn fitnessroutine en zag geweldige resultaten.

quality [zelfstandig naamwoord]

kwaliteit

Ex: The quality of the service provided by the hotel staff left a lasting impression on the guests .

De kwaliteit van de service die door het hotelpersoneel werd geleverd, maakte een blijvende indruk op de gasten.

to get [werkwoord]

overtuigen

Ex: I managed to get my friend to join me for the weekend getaway .

Ik heb mijn vriend kunnen overhalen om mee te gaan voor het weekend.

to have [werkwoord]

hebben

Ex: The speech had a profound impact on the audience , inspiring change .

De toespraak had een diepgaande impact op het publiek, wat verandering inspireerde.

success [zelfstandig naamwoord]

succes

Ex: Achieving success in one 's career requires setting clear goals and consistently working towards them .

Het bereiken van succes in iemands carrière vereist het stellen van duidelijke doelen en het voortdurend werken om deze te bereiken.

to prepare [werkwoord]

voorbereiden

Ex: The students are preparing for the exam by studying late into the night .

De studenten bereiden zich voor op het examen door tot laat in de nacht te studeren.

Boek Four Corners 4
Eenheid 1 Les A	Eenheid 1 Les B	Eenheid 1 Les C	Eenheid 1 Les D
Eenheid 2 Les A	Eenheid 2 Les B	Eenheid 2 Les C	Eenheid 2 Les D
Eenheid 3 Les A	Eenheid 3 Les C	Eenheid 3 Les D	Eenheid 4 Les A
Eenheid 4 Les B	Eenheid 4 Les C	Eenheid 4 Les D	Eenheid 5 Les A
Eenheid 5 Les B	Eenheid 5 Les C	Eenheid 5 Les D	Eenheid 6 Les A
Eenheid 6 Les B	Eenheid 6 Les C	Eenheid 6 Les D	Eenheid 7 Les A
Eenheid 7 Les C	Eenheid 7 Les D	Eenheid 8 Les A	Eenheid 8 Les B
Eenheid 8 Les C	Eenheid 8 Les D	Eenheid 9 Les A	Eenheid 9 Les B
Eenheid 9 Les C	Eenheid 9 Les D	Eenheid 10 Les A	Eenheid 10 Les B
Eenheid 10 Les C	Eenheid 10 Les D	Eenheid 11 Les A	Eenheid 11 Les B
Eenheid 11 Les C	Eenheid 11 Les D	Eenheid 12 Les A	Eenheid 12 Les B
Eenheid 12 Les C	Eenheid 12 Les D