Boek Total English - Intermediate - Eenheid 2 - Les 2

Hier vind je de woordenschat van Unit 2 - Les 2 in het Total English Intermediate cursusboek, zoals "presentator", "satelliet", "boeiend", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

channel

[zelfstandig naamwoord]

a TV station that broadcasts different programs

kanaal, zender

Ex: Television networks compete for viewership by offering exclusive programs and innovative channel packages .Televisienetwerken concurreren om kijkcijfers door exclusieve programma's en innovatieve **zender**-pakketten aan te bieden.

Sluiten

Inloggen

commercial

[bijvoeglijk naamwoord]

related to the purchasing and selling of different goods and services

commercieel

Ex: The film was a commercial success despite mixed reviews .De film was een **commercieel** succes ondanks gemengde recensies.

Sluiten

Inloggen

digital

[bijvoeglijk naamwoord]

(of signals or data) representing and processing data as series of the digits 0 and 1 in electronic signals

digitaal

Ex: The library offers a collection of digital books that can be borrowed online .De bibliotheek biedt een collectie van **digitale** boeken die online kunnen worden geleend.

Sluiten

Inloggen

to live

[werkwoord]

to have your home somewhere specific

wonen, leven

Ex: Despite the challenges, they choose to live in a rural community for a slower pace of life.

Sluiten

Inloggen

presenter

[zelfstandig naamwoord]

someone who appears in a TV or radio show, introducing different sections

presentator, omroeper

Sluiten

Inloggen

producer

[zelfstandig naamwoord]

a person or organization that creates, designs, or manufactures goods in order to sell them in the market for profit

producent, fabrikant

Ex: The small business quickly grew into a significant producer of artisanal chocolates .Het kleine bedrijf groeide snel uit tot een belangrijke **producent** van ambachtelijke chocolade.

Sluiten

Inloggen

program

[zelfstandig naamwoord]

a performance, typically in the context of theater, music, or other artistic events

programma, voorstelling

Ex: The program listed all the actors and crew involved in the play .Het **programma** vermeldde alle acteurs en crew die bij het toneelstuk betrokken waren.

Sluiten

Inloggen

satellite

[zelfstandig naamwoord]

an object sent into space to travel around the earth and send or receive information

satelliet, ruimtevaartuig

Ex: He studied images sent by a satellite in space .Hij bestudeerde beelden die door een **satelliet** in de ruimte waren verzonden.

Sluiten

Inloggen

screen

[zelfstandig naamwoord]

the flat panel on a television, computer, etc. on which images and information are displayed

scherm, monitor

Ex: The screen of my phone is cracked , so I need to get it fixed .Het **scherm** van mijn telefoon is gebarsten, dus ik moet het laten repareren.

Sluiten

Inloggen

to set

[werkwoord]

to adjust something to be in a suitable or desired condition for a specific purpose or use

instellen, aanpassen

Ex: He set the radio volume to low.Hij **zette** het volume van de radio laag.

Sluiten

Inloggen

viewer

[zelfstandig naamwoord]

an individual who watches content, such as videos, TV programs, or live streams, through traditional broadcasting channels or digital platforms

kijker, toeschouwer

Ex: The channel analyzed viewer ratings to decide on future programming.Het kanaal analyseerde de beoordelingen van **kijkers** om te beslissen over toekomstige programmering.

Sluiten

Inloggen

annoying

[bijvoeglijk naamwoord]

causing slight anger

vervelend, irritant

Ex: The annoying buzzing of mosquitoes kept them awake all night .Het **vervelende** gezoem van muggen hield hen de hele nacht wakker.

Sluiten

Inloggen

boring

[bijvoeglijk naamwoord]

making us feel tired and unsatisfied because of not being interesting

saai, vermoeiend

Ex: The TV show was boring, so I switched the channel .De tv-show was **saai**, dus ik heb van kanaal veranderd.

Sluiten

Inloggen

entertaining

[bijvoeglijk naamwoord]

providing amusement, often through humor, drama, or skillful performance

onderhoudend, amusant

Ex: The entertaining performance by the band had the crowd dancing and singing along .De **onderhoudende** optreden van de band had de menigte aan het dansen en meezingen.

Sluiten

Inloggen

exciting

[bijvoeglijk naamwoord]

making us feel interested, happy, and energetic

opwindend, spannend

Ex: They 're going on an exciting road trip across the country next summer .Ze gaan volgende zomer op een **spannende** roadtrip door het land.

Sluiten

Inloggen

gripping

[bijvoeglijk naamwoord]

exciting and intriguing in a way that attracts one's attention

meeslepend, boeiend

Ex: The gripping true-crime podcast delved into the details of the case, leaving listeners eager for each new episode.De **meeslepende** true-crime podcast dook in de details van de zaak, waardoor luisteraars verlangend uitkeken naar elke nieuwe aflevering.

Sluiten

Inloggen

incredible

[bijvoeglijk naamwoord]

too strange and impossible to believe

ongelooflijk, onvoorstelbaar

Ex: Witnessing a UFO seemed incredible, like something out of a science fiction novel .Getuige zijn van een UFO leek **ongelooflijk**, als iets uit een sciencefictionroman.

Sluiten

Inloggen

inspiring

[bijvoeglijk naamwoord]

producing feelings of motivation, enthusiasm, or admiration

inspirerend, motiverend

Ex: The teacher gave an inspiring lesson that sparked a love for science in her students.De leraar gaf een **inspirerende** les die een liefde voor wetenschap bij haar leerlingen opwekte.

Sluiten

Inloggen

moving

[bijvoeglijk naamwoord]

causing powerful emotions of sympathy or sorrow

ontroerend, aangrijpend

Ex: The moving performance by the orchestra captured the essence of the composer's emotions perfectly.De **ontroerende** uitvoering van het orkest legde perfect de essentie van de emoties van de componist vast.

Sluiten

Inloggen

nauseating

[bijvoeglijk naamwoord]

causing or capable of provoking a sensation of disgust or nausea

misselijkmakend, walgelijk

Ex: The nauseating smell from the overflowing trash can made everyone feel queasy.De **misselijkmakende** geur van de overvolle prullenbak maakte iedereen misselijk.

Sluiten

Inloggen

nonsense

[bijvoeglijk naamwoord]

lacking in logic, coherence, meaning, or rationality

onzin, ongerijmd

Ex: He made a nonsense excuse to avoid work.Hij maakte een **onzinnig** excuus om werk te vermijden.

Sluiten

Inloggen

unrealistic

[bijvoeglijk naamwoord]

not in any way accurate or true to life

onrealistisch, niet realistisch

Ex: Expecting to achieve perfection in every aspect of life is unrealistic and can lead to unnecessary stress and anxiety .Verwachten dat je perfectie bereikt in elk aspect van het leven is **onrealistisch** en kan leiden tot onnodige stress en angst.

Sluiten

Inloggen

unwatchable

[bijvoeglijk naamwoord]

difficult, unpleasant, or unbearable to watch

onbekijkbaar, ondraaglijk om naar te kijken

Ex: The low-quality stream made the match unwatchable.De slechte kwaliteit van de stream maakte de wedstrijd **onbekijkbaar**.

Sluiten

Inloggen

Boek Total English - Intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Total English - Intermediate - Eenheid 2 - Les 2