Premium|Mobiele app|Woordenboek

Langeek

Ranglijst

Nachtmodus

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

Boek Total English - Intermediate - Eenheid 5 - Woordenschat

Hier vind je de woorden uit Unit 5 - Woordenschat in het Total English Intermediate cursusboek, zoals "bezoeker", "textuur", "collega", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Total English - Intermediate

[zelfstandig naamwoord]

someone who enters a place, such as a building, city, or website, for a particular purpose

bezoeker, gast

bezoeker, gast

Ex: As a tourist destination , the city attracts millions of visitors each year , eager to explore its attractions and culture .Als toeristische bestemming trekt de stad jaarlijks miljoenen **bezoekers** aan, die graag haar attracties en cultuur willen verkennen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

someone with whom one works

collega, werkgenoot

collega, werkgenoot

Ex: I often seek advice from my colleague, who has years of experience in the industry and is always willing to help .Ik vraag vaak advies aan mijn **collega**, die jarenlange ervaring in de branche heeft en altijd bereid is te helpen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the outer form or edges of something or someone

vorm, contour

vorm, contour

Ex: As the sun set , shadows cast by the mountains created intriguing shapes on the valley floor .Toen de zon onderging, wierpen de bergen schaduwen die intrigerende **vormen** op de valleibodem creëerden.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

shaped like a rectangle, with four right angles

rechthoekig, in de vorm van een rechthoek

rechthoekig, in de vorm van een rechthoek

Ex: The building had large rectangular windows to let in more light .Het gebouw had grote **rechthoekige** ramen om meer licht binnen te laten.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

rounded in shape but wider in one direction, such as the shape of an egg

ovaal, elliptisch

ovaal, elliptisch

Ex: The oval pendant hung from a delicate chain around her neck, catching the light with its polished surface.De **ovale** hanger hing aan een delicate ketting om haar nek, het licht vangend met zijn gepolijste oppervlak.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having four even sides and four right angles, forming a shape resembling a regular square

vierkant

vierkant

Ex: The square envelope contained a handwritten letter , neatly folded and sealed .De **vierkante** envelop bevatte een handgeschreven brief, netjes gevouwen en verzegeld.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the heaviness of something or someone, which can be measured

gewicht, massa

gewicht, massa

Ex: He stepped on the scale to measure his weight.Hij stapte op de weegschaal om zijn **gewicht** te meten.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a lot of weight and not easy to move or pick up

zwaar

zwaar

Ex: She needed help to lift the heavy furniture during the move .Ze had hulp nodig om het **zware** meubilair op te tillen tijdens de verhuizing.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having very little weight and easy to move or pick up

licht, niet zwaar

licht, niet zwaar

Ex: The small toy car was light enough for a child to play with.Het kleine speelgoedautootje was **licht** genoeg voor een kind om mee te spelen.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the physical extent of an object, usually described by its height, width, length, or depth

grootte, afmeting

grootte, afmeting

Ex: They discussed the size of the new refrigerator and whether it would fit in the kitchen space .Ze bespraken de **grootte** van de nieuwe koelkast en of deze in de keukenruimte zou passen.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely large in physical dimensions

enorm, gigantisch

enorm, gigantisch

Ex: The tree in their backyard was enormous, providing shade for the entire garden .De boom in hun achtertuin was **enorm** en bood schaduw voor de hele tuin.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

very large in size

enorm, gigantisch

enorm, gigantisch

Ex: They built a huge sandcastle that towered over the other ones on the beach .Ze bouwden een enorm zandkasteel dat boven de andere op het strand uitstak.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

extremely small

minuscuul, heel klein

minuscuul, heel klein

Ex: The tiny kitten fit comfortably in the palm of her hand .Het **kleine** kitten paste comfortabel in de palm van haar hand.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a large length from side to side

breed, wijd

breed, wijd

Ex: The fabric was 45 inches wide, perfect for making a set of curtains .De stof was 45 inch **breed**, perfect voor het maken van een set gordijnen.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a limited distance between opposite sides

smal, nauw

smal, nauw

Ex: The narrow bridge could only accommodate one car at a time , causing traffic delays .De **smalle** brug kon slechts één auto tegelijkertijd aan, wat verkeersvertragingen veroorzaakte.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the way something feels to the touch

textuur, gevoel

textuur, gevoel

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a surface that is even and free from roughness or irregularities

glad, zacht

glad, zacht

Ex: He ran his fingers over the smooth surface of the glass .Hij liet zijn vingers over het **gladde** oppervlak van het glas glijden.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having an uneven or jagged texture

ruw, onregelmatig

ruw, onregelmatig

Ex: The fabric was rough to the touch , causing irritation against sensitive skin .De stof voelde **ruw** aan, wat irritatie veroorzaakte bij de gevoelige huid.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

having a thick consistency that clings to surfaces when in contact

plakkerig, kleverig

plakkerig, kleverig

Ex: The jam was so sticky it clung to the spoon .De jam was zo **plakkerig** dat hij aan de lepel bleef plakken.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

gentle to the touch

zacht, mild

zacht, mild

Ex: He brushed his fingers over the soft petals of the flower .Hij streek met zijn vingers over de **zachte** bloemblaadjes van de bloem.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

very difficult to cut, bend, or break

hard, stevig

hard, stevig

Ex: The surface of the table was hard and smooth .Het oppervlak van de tafel was **hard** en glad.

Sluiten

Boek Total English - Intermediate

LanGeek app downloaden