Boek Interchange - Pre-intermediate - Eenheid 14 - Deel 3

Hier vind je de woordenschat van Unit 14 - Deel 3 in het Interchange Pre-Intermediate tekstboek, zoals "flow", "pure", "chew", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

far [bijwoord]

to or at a great distance

ver

Ex: She could hear the music from far down the street .

Ze kon de muziek van ver in de straat horen.

high [bijvoeglijk naamwoord]

having a relatively great vertical extent

hoog

Ex: The high mountain peaks were covered in snow .

De hoge bergtoppen waren bedekt met sneeuw.

deep [bijvoeglijk naamwoord]

having a great distance from the surface to the bottom

diep

Ex: The ocean is incredibly deep , with some parts reaching depths of over 36,000 feet .

De oceaan is ongelooflijk diep, met sommige delen die dieptes van meer dan 36.000 voet bereiken.

to mix [werkwoord]

to combine two or more distinct substances or elements to form a unified whole

mengen

Ex: The chef carefully mixed the ingredients to create a flavorful sauce .

De chef mengde de ingrediënten zorgvuldig om een smaakvolle saus te maken.

speed [zelfstandig naamwoord]

the rate or pace at which something or someone moves

snelheid

Ex: The cheetah is known for its incredible speed , reaching up to 70 miles per hour in short bursts .

De cheeta staat bekend om zijn ongelooflijke snelheid, die in korte uitbarstingen tot 70 mijl per uur kan oplopen.

several [Determinator]

used to refer to a number of things or people, more than two but not many

verschillende

Ex: He owns several cars, each for a different purpose.

Hij bezit meerdere auto's, elk voor een ander doel.

flow [zelfstandig naamwoord]

movement of a liquid in a continuous and steady manner

stroom

Ex: The flow of water from the river was particularly strong after the heavy rainfall .

De stroom van het water uit de rivier was bijzonder sterk na de zware regenval.

to exist [werkwoord]

to have actual presence or reality, even if no one is thinking about it or noticing it

bestaan

Ex: Many believe that extraterrestrial life might exist somewhere in the universe .

Velen geloven dat buitenaards leven ergens in het universum zou kunnen bestaan.

prehistoric [bijvoeglijk naamwoord]

relating or belonging to the time before history was recorded

prehistorisch

Ex: Archaeologists discovered prehistoric artifacts in the cave .

Archeologen ontdekten prehistorische artefacten in de grot.

fresh [bijvoeglijk naamwoord]

(of air) natural, unpolluted, and clean

fris

Ex: We went for a walk to enjoy some fresh air after being indoors all day.

We gingen wandelen om te genieten van wat frisse lucht na de hele dag binnen te zijn geweest.

sunlight [zelfstandig naamwoord]

the natural light coming from the sun

zonlicht

Ex: The sunlight streamed through the windows , filling the room with warmth .

Het zonlicht stroomde door de ramen en vulde de kamer met warmte.

pure [bijvoeglijk naamwoord]

not combined or mixed with anything else

puur

Ex: She prefers to drink pure water without any added flavors or sweeteners .

Zij geeft de voorkeur aan het drinken van puur water zonder toegevoegde smaakstoffen of zoetstoffen.

pollution [zelfstandig naamwoord]

a change in water, air, etc. that makes it harmful or dangerous

vervuiling

Ex: The pollution in the lake has made the water toxic to fish and plants .

De vervuiling in het meer heeft het water giftig gemaakt voor vissen en planten.

probably [bijwoord]

used to show likelihood or possibility without absolute certainty

waarschijnlijk

Ex: She will probably arrive at the party after 8 PM .

Ze zal waarschijnlijk na 20.00 uur op het feest arriveren.

wonderfully [bijwoord]

to an excellent or highly pleasing degree

prachtig

Ex: The orchestra played wonderfully at last night 's concert .

Het orkest speelde prachtig tijdens het concert van gisteravond.

to allow [werkwoord]

to let someone or something do a particular thing

toestaan

Ex: She allowed her children to play in the park .

Ze liet haar kinderen in het park spelen.

bottle [zelfstandig naamwoord]

a glass or plastic container that has a narrow neck and is used for storing drinks or other liquids

fles

Ex: He used a spray bottle to mist the plants with water.

Hij gebruikte een spuitfles om de planten met water te besproeien.

tiny [bijvoeglijk naamwoord]

extremely small

minuscuul

Ex: He found a tiny seashell on the beach .

Hij vond een piepklein schelpje op het strand.

population [zelfstandig naamwoord]

the number of people who live in a particular city or country

bevolking

Ex: As the population ages , there will be increasing strain on healthcare systems .

Naarmate de bevolking ouder wordt, zal er een toenemende druk op de gezondheidszorgsystemen komen.

strict [bijvoeglijk naamwoord]

(of rules and regulations) absolute and must be obeyed under any circumstances

streng

Ex: The company has strict guidelines in place to ensure workplace safety for all employees .

Het bedrijf heeft strikte richtlijnen om de veiligheid op de werkplek voor alle werknemers te waarborgen.

rule [zelfstandig naamwoord]

instructions or guidelines that determine how a game or sport is played

Ex: The rules of chess dictate how each piece moves .

to behave [werkwoord]

to act in a particular way

gedragen

Ex: Despite the challenging situation , he continued to behave calmly .

Ondanks de uitdagende situatie bleef hij kalm gedragen.

to chew [werkwoord]

to bite and crush food into smaller pieces with the teeth to make it easier to swallow

kauwen

Ex: He chews his food slowly to aid digestion .

Hij kauwt zijn voedsel langzaam om de spijsvertering te helpen.

gum [zelfstandig naamwoord]

a soft and sweet thing that a person chews for fun, fresh breath, or relaxation

kauwgom

unless [Voegwoord]

used to say that something depends on something else to happen or be true

tenzij

Ex: You wo n't pass the exam unless you study hard .

trash can [zelfstandig naamwoord]

a plastic or metal container with a lid, used for putting garbage in and usually kept outside the house

vuilnisbak

Ex: He emptied the full trash can into the larger dumpster outside .

Hij leegde de volle vuilnisbak in de grotere container buiten.

to find [werkwoord]

to search and discover something or someone that we have lost or do not know the location of

vinden

Ex: Did you find the remote control for the television ?

Heb je de afstandsbediening voor de televisie gevonden?

sidewalk [zelfstandig naamwoord]

a pathway typically made of concrete or asphalt at the side of a street for people to walk on

stoep

Ex: She walked along the sidewalk on her way to the bus stop .

Ze liep langs het trottoir op weg naar de bushalte.

to drop [werkwoord]

to let or make something fall to the ground

laten vallen

Ex: Supplies are being dropped for the refugees .

Voorraden worden gedropt voor de vluchtelingen.

to respect [werkwoord]

to admire someone because of their achievements, qualities, etc.

respecteren

Ex: I respect my grandfather for his wisdom and life experiences .

Ik respecteer mijn grootvader voor zijn wijsheid en levenservaring.

healthy [bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) not having physical or mental problems

gezond

Ex: Despite her age , she 's very healthy and active .

Ondanks haar leeftijd is ze erg gezond en actief.

to entertain [werkwoord]

to amuse someone so that they have an enjoyable time

vermaak

Ex: The clown entertained the children at the birthday party with magic tricks and balloon animals .

De clown vermaakte de kinderen op het verjaardagsfeestje met goocheltrucs en ballondieren.

to inform [werkwoord]

to give information about someone or something, especially in an official manner

informeren

Ex: The teacher informed the students about the upcoming exam schedule and its format .

De leraar informeerde de leerlingen over het komende examenrooster en de opzet ervan.

to persuade [werkwoord]

to make a person do something through reasoning or other methods

overtuigen

Ex: The company used a compelling advertising campaign to persuade consumers to try their new product .

Het bedrijf gebruikte een overtuigende advertentiecampagne om consumenten te overtuigen hun nieuwe product uit te proberen.

Boek Interchange - Pre-intermediate
Klaslokaal Taal	Eenheid 1 - Deel 1	Eenheid 1 - Deel 2	Eenheid 2 - Deel 1
Eenheid 2 - Deel 2	Eenheid 2 - Deel 3	Eenheid 3 - Deel 1	Eenheid 3 - Deel 2
Eenheid 3 - Deel 3	Eenheid 4 - Deel 1	Eenheid 4 - Deel 2	Eenheid 5
Eenheid 6 - Deel 1	Eenheid 6 - Deel 2	Eenheid 7 - Deel 1	Eenheid 7 - Deel 2
Eenheid 8 - Deel 1	Eenheid 8 - Deel 2	Eenheid 9 - Deel 1	Eenheid 9 - Deel 2
Eenheid 10 - Deel 1	Eenheid 10 - Deel 2	Eenheid 11 - Deel 1	Eenheid 11 - Deel 2
Eenheid 12 - Deel 1	Eenheid 12 - Deel 2	Eenheid 13 - Deel 1	Eenheid 13 - Deel 2
Eenheid 14 - Deel 1	Eenheid 14 - Deel 2	Eenheid 14 - Deel 3	Eenheid 15
Eenheid 16 - Deel 1	Eenheid 16 - Deel 2