Premium|Mobiele app|Woordenboek

Ranglijst

Begin met leren

Mobiele app Premium Woordenboek

pattern

A1-niveau woordenlijst - Richtingen en Continenten

Hier leer je enkele basis Engelse woorden voor verschillende richtingen en continenten, zoals "rechts", "noorden" en "Azië", voorbereid voor A1-leerders.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

CEFR A1 Vocabulary

[zelfstandig naamwoord]

the part of space where someone or something is or they should be

plaats,locatie, a space or area

plaats,locatie, a space or area

Ex: The museum is a fascinating place to learn about history and art .Het museum is een fascinerende **plek** om over geschiedenis en kunst te leren.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the direction on our left when we watch the sunrise

noorden,noord, the direction up on most maps

noorden,noord, the direction up on most maps

Ex: The north side of the building gets the most sunlight in the morning.De **noordzijde** van het gebouw krijgt 's ochtends het meeste zonlicht.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the direction on our right when we watch the sunrise

zuiden,middag, the direction down on most maps

zuiden,middag, the direction down on most maps

Ex: The compass pointed toward the south, guiding their path .Het kompas wees naar het **zuiden**, hun pad leidend.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the direction from which the sun rises, which is on the right side of a person facing north

oosten,oriënt, the direction where the sun rises

oosten,oriënt, the direction where the sun rises

Ex: The river flows from the mountains in the east, feeding into the ocean .De rivier stroomt vanuit de bergen in het **oosten** en mondt uit in de oceaan.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the direction toward which the sun goes down, which is on the left side of a person facing north

westen,avondland, the direction where the sun sets

westen,avondland, the direction where the sun sets

Ex: The west offers a wide range of outdoor activities , such as hiking , camping , and fishing .Het **westen** biedt een breed scala aan outdooractiviteiten, zoals wandelen, kamperen en vissen.

Sluiten

[bijwoord]

in or to the direction behind us

terug,achteruit, in the direction behind us

terug,achteruit, in the direction behind us

Ex: She glanced back to see who was following her .Ze keek **achterom** om te zien wie haar volgde.

Sluiten

[bijwoord]

on or toward the right side

rechts

rechts

Ex: The car in front signaled and turned right at the traffic light .De auto voor gaf een signaal en sloeg **rechts** af bij het verkeerslicht.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

located or directed toward the side of a human body where the heart is

links

links

Ex: The hidden treasure was rumored to be buried somewhere on the left bank of the mysterious river.Er ging het gerucht dat de verborgen schat ergens op de **linker**oever van de mysterieuze rivier begraven lag.

Sluiten

[bijwoord]

to or at a great distance

ver, in de verte

ver, in de verte

Ex: She traveled far to visit her grandparents .Ze reisde **ver** om haar grootouders te bezoeken.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

any of the large land masses of the earth surrounded by sea such as Europe, Africa or Asia

continent

continent

Ex: Greenland is the world 's largest island and is located in the continent of North America .Groenland is het grootste eiland ter wereld en ligt op het **continent** Noord-Amerika.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the largest continent in the world

Azië, het Aziatische continent

Azië, het Aziatische continent

Ex: The Great Wall of China is a famous landmark in Asia.De Chinese Muur is een beroemd herkenningspunt in **Azië**.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

related to Asia or its people or culture

Aziatisch, gerelateerd aan Azië

Aziatisch, gerelateerd aan Azië

Ex: The traditional clothing in many Asian countries is vibrant and beautiful.De traditionele kleding in veel **Aziatische** landen is levendig en mooi.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the second smallest continent‌, next to Asia in the east, the Atlantic Ocean in the west, and the Mediterranean Sea in the south

Europa

Europa

Ex: Many tourists visit Europe to experience its vibrant nightlife and entertainment .Veel toeristen bezoeken **Europa** om de levendige nachtleven en entertainment te ervaren.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

related to Europe or its people

Europees

Europees

Ex: The museum had an impressive collection of European art .Het museum had een indrukwekkende collectie **Europese** kunst.

Sluiten

[zelfstandig naamwoord]

the second largest continent

Afrika

Afrika

Ex: The Maasai tribe is one of the indigenous tribes of Africa.De Maasai-stam is een van de inheemse stammen van **Afrika**.

Sluiten

[bijvoeglijk naamwoord]

related to Africa, its people, or culture

Afrikaans

Afrikaans

Ex: We watched a documentary that highlighted the rich history of African civilizations .We keken naar een documentaire die de rijke geschiedenis van **Afrikaanse** beschavingen belichtte.

Sluiten

A1-niveau woordenlijst

LanGeek app downloaden