Cambridge IELTS 18 - Academisch - Test 3 - Luisteren - Deel 1

Hier kun je de woordenschat vinden uit Test 3 - Luisteren - Deel 1 in het Cambridge IELTS 18 - Academic cursusboek, om je te helpen voorbereiden op je IELTS-examen.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

speaking

[tussenwerpsel]

used when answering the phone to let the caller know that the person they are trying to reach is on the line

ja, met mij

Ex: " Can I speak to the manager ? " "Speaking, who is this ? ""Kan ik met de manager spreken?" "**Aan de lijn**, wie spreekt er?"

Sluiten

Inloggen

over

[Voorzetsel]

through the use of a communication or transmission channel

via, over

Ex: News came over the loudspeaker.Het nieuws kwam **via** de luidspreker.

Sluiten

Inloggen

number

[zelfstandig naamwoord]

a numeral or string of numerals that is used for identification and may be attached to accounts, memberships, etc.

nummer, getal

Sluiten

Inloggen

double

[bijvoeglijk naamwoord]

(of letters and numbers) referring to the same letter or number occurring consecutively, one immediately following the other

dubbel

Ex: His password included a double " e , " which added an extra layer of security .Zijn wachtwoord bevatte een **dubbel** "e", wat een extra beveiligingslaag toevoegde.

Sluiten

Inloggen

competition

[zelfstandig naamwoord]

an event or contest in which individuals or teams compete against each other

wedstrijd, competitie

Ex: The dance competition at the festival was the highlight of the night .De dans**wedstrijd** op het festival was het hoogtepunt van de avond.

Sluiten

Inloggen

to enter

[werkwoord]

to officially sign up and become a member or participant of an organization or group

inschrijven, toetreden

Ex: After attending the informational session , John was convinced to enter the environmental conservation group .Na het bijwonen van de informatieve sessie was John overtuigd om lid te worden van de milieubeschermingsgroep.

Sluiten

Inloggen

to socialize

[werkwoord]

to interact and spend time with people

socialiseren, omgaan met mensen

Ex: Last weekend , they promptly socialized at a family gathering .Afgelopen weekend hebben ze prompt **gesocialiseerd** op een familiebijeenkomst.

Sluiten

Inloggen

membership

[zelfstandig naamwoord]

the state of belonging to a group, organization, etc.

lidmaatschap, toebehoren

Ex: They offer different levels of membership, including basic and premium , to cater to different needs and budgets .Ze bieden verschillende niveaus van **lidmaatschap** aan, inclusief basis en premium, om aan verschillende behoeften en budgetten te voldoen.

Sluiten

Inloggen

associate

[zelfstandig naamwoord]

a member of an organization with limited membership

geassocieerd lid, medewerker

Ex: Associates contribute to the organization through their expertise and participation in projects and initiatives .**Medewerkers** dragen bij aan de organisatie door hun expertise en deelname aan projecten en initiatieven.

Sluiten

Inloggen

to vote

[werkwoord]

to create, approve, or provide something through a formal decision made by voting

stemmen, goedkeuren door stemming

Ex: Legislators voted funds to support infrastructure repair across the region .Wetgevers **stemden** fondsen toe om infrastructuurherstel in de hele regio te ondersteunen.

Sluiten

Inloggen

to find out

[werkwoord]

to discover or become aware of a piece of information or a fact

ontdekken, te weten komen

Ex: The teacher found out that one of the students had cheated on the test .De leraar **ontdekte** dat een van de leerlingen had valsgespeeld tijdens de test.

Sluiten

Inloggen

to compete

[werkwoord]

to join in a contest or game

wedijveren, deelnemen

Ex: The two teams will compete in the finals tomorrow .De twee teams zullen morgen **strijden** in de finale.

Sluiten

Inloggen

theme

[zelfstandig naamwoord]

the topic or idea that is being discussed

thema, onderwerp

Ex: The report focused on the theme of innovation in technology .Het rapport richtte zich op het **thema** van innovatie in technologie.

Sluiten

Inloggen

to entitle

[werkwoord]

to give a title to something, such as a book, movie, piece of art, etc.

titelen, een titel geven

Ex: The poet struggled to entitle the collection of poems , searching for a phrase that captured the overall sentiment .De dichter worstelde om de gedichtenbundel te **titelen**, op zoek naar een zin die de algemene stemming vastlegde.

Sluiten

Inloggen

domestic

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to or belonging to the home, household, or family life

huishoudelijk, familie-

Ex: Their argument disrupted the peaceful domestic setting .Hun ruzie verstoorde de vredige **huishoudelijke** sfeer.

Sluiten

Inloggen

to relate to

[werkwoord]

to be connected to or about a particular subject

betrekking hebben op, gerelateerd zijn aan

Ex: The training program will relate to the essential skills required for the job .Het trainingsprogramma **zal betrekking hebben op** de essentiële vaardigheden die voor de baan vereist zijn.

Sluiten

Inloggen

feedback

[zelfstandig naamwoord]

information, criticism, or advice about a person's performance, a new product, etc. intended for improvement

feedback, commentaar

Ex: Feedback from the audience can help shape the performance .**Feedback** van het publiek kan helpen de uitvoering vorm te geven.

Sluiten

Inloggen

composition

[zelfstandig naamwoord]

the artistic arrangement of people, objects, or elements in a painting or image

Sluiten

Inloggen

to criticize

[werkwoord]

to judge something based on its positive or negative points

bekritiseren

Ex: The panel of judges will criticize each contestant 's performance based on technical skill .De jury zal de prestatie van elke deelnemer **bekritiseren** op basis van technische vaardigheid.

Sluiten

Inloggen

coast

[zelfstandig naamwoord]

the land close to a sea, ocean, or lake

kust, oever

Ex: Yesterday the coast was full of people enjoying the summer sun .Gisteren was de **kust** vol met mensen die genoten van de zomerzon.

Sluiten

Inloggen

instruction

[zelfstandig naamwoord]

guidance on how to carry out a task or operate something

instructie, richtlijn

Ex: Without proper instructions, it was difficult to figure out how to use the new machine effectively.Zonder de juiste **instructies** was het moeilijk om erachter te komen hoe de nieuwe machine effectief te gebruiken.

Sluiten

Inloggen

to capture

[werkwoord]

to manage to express a mood, quality, scene, etc. accurately in a piece of art

vastleggen, uitdrukken

Ex: The sculpture perfectly captured the grace of the dancer .Het beeldhouwwerk heeft de gratie van de danseres perfect **vastgelegd**.

Sluiten

Inloggen

shot

[zelfstandig naamwoord]

an informal photograph; usually made with a small hand-held camera

foto, kiekje

Sluiten

Inloggen

timing

[zelfstandig naamwoord]

the regulation of occurrence, pace, or coordination to achieve a desired effect (as in music, theater, athletics, mechanics)

tijdsbepaling, timing

Sluiten

Inloggen

basically

[bijwoord]

in a simple or fundamental manner, without concern for less important details

in principe, fundamenteel

Ex: In his speech , the professor essentially said that , basically, curiosity is the driving force behind scientific discovery .In zijn toespraak zei de professor in wezen dat, **in feite**, nieuwsgierigheid de drijvende kracht is achter wetenschappelijke ontdekking.

Sluiten

Inloggen

subject

[zelfstandig naamwoord]

a person or object that is the focus of a work of art, such as a painting or photograph

onderwerp, thema

Ex: The sculpture 's subject was a historical figure .

Sluiten

Inloggen

scene

[zelfstandig naamwoord]

a painting, drawing or photograph of somewhere, depicting the objects and events in that place

scène, zicht

Ex: The museum displayed a famous painting of a Paris street scene from the 19th century .Het museum toonde een beroemd schilderij van een Parijse straat**scène** uit de 19e eeuw.

Sluiten

Inloggen

to suspect

[werkwoord]

to think that something is probably true, especially something bad, without having proof

verdenken, wantrouwen

Ex: They suspect the company may be hiding some important information .Ze **vermoeden** dat het bedrijf mogelijk belangrijke informatie verbergt.

Sluiten

Inloggen

keen

[bijvoeglijk naamwoord]

having a strong enthusiasm, desire, or excitement for something or someone

enthousiast, gepassioneerd

Ex: He has a keen passion for playing the guitar .Hij heeft een **grote passie** voor het bespelen van de gitaar.

Sluiten

Inloggen

to outline

[werkwoord]

to give a brief description of something excluding the details

schetsen, kort beschrijven

Ex: Before starting the research paper , the scientist outlined the hypotheses and methodologies to guide the study .Voordat hij begon met het onderzoeksartikel, **schetste** de wetenschapper de hypothesen en methodologieën om de studie te begeleiden.

Sluiten

Inloggen

delighted

[bijvoeglijk naamwoord]

filled with great pleasure or joy

verrukt, blij

Ex: They were delighted by the stunning view from the mountaintop.Ze waren **verrukt** van het prachtige uitzicht vanaf de bergtop.

Sluiten

Inloggen

Cambridge IELTS 18 - Academisch

LanGeek app downloaden