Cambridge English: KET (A2 Key) - Kamers en Gebouwdelen

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

flat

[zelfstandig naamwoord]

a place with a few rooms in which people live, normally part of a building with other such places on each floor

appartement, flat

Ex: The real estate agent showed them several flats, each with unique features and layouts .De makelaar liet hen verschillende **flats** zien, elk met unieke kenmerken en indelingen.

Sluiten

Inloggen

boat house

[zelfstandig naamwoord]

a building located near a body of water that is used for storing boats and related equipment

bootschuur, botenhuis

Ex: He built a new boat house with a lift system to keep his speedboat dry.Hij bouwde een nieuw **botenhuis** met een liftsysteem om zijn speedboot droog te houden.

Sluiten

Inloggen

first floor

[zelfstandig naamwoord]

the level of a house or building that is located directly above the ground level

eerste verdieping, verdieping

Sluiten

Inloggen

garage

[zelfstandig naamwoord]

a building, usually next or attached to a house, in which cars or other vehicles are kept

garage, autostalling

Ex: The garage door is automated, making it easy for them to enter and exit without getting out of the car.De **garage**deur is geautomatiseerd, waardoor ze gemakkelijk in en uit kunnen rijden zonder uit de auto te stappen.

Sluiten

Inloggen

gate

[zelfstandig naamwoord]

the part of a fence or wall outside a building that we can open and close to enter or leave a place

poort, hek

Ex: You need to unlock the gate to access the backyard .Je moet het **hek** ontgrendelen om toegang te krijgen tot de achtertuin.

Sluiten

Inloggen

lift

[zelfstandig naamwoord]

a box-like device that goes up and down and is used to get to the different floors of a building

lift

Ex: The office building had a new , high-speed lift installed last week .Het kantoorgebouw had vorige week een nieuwe, snelle **lift** geïnstalleerd.

Sluiten

Inloggen

roof

[zelfstandig naamwoord]

the structure that creates the outer top part of a vehicle, building, etc.

dak, bedekking

Ex: The snow on the roof started to melt in the warmth of the sun .De sneeuw op het **dak** begon te smelten in de warmte van de zon.

Sluiten

Inloggen

stairs

[zelfstandig naamwoord]

a series of steps or risers designed for ascending or descending between different levels or floors in a building or structure

trap, treden

Sluiten

Inloggen

swimming pool

[zelfstandig naamwoord]

a specially designed structure that holds water for people to swim in

zwembad, zwembassin

Ex: After work , I like to unwind by taking a dip in the indoor swimming pool.Na het werk ontspan ik graag door een duik te nemen in het overdekte **zwembad**.

Sluiten

Inloggen

tree house

[zelfstandig naamwoord]

an enclosed structure built among the branches of a tree to provide children with a place to play in

boomhut, boomhuis

Ex: The children spent the afternoon playing in their tree house, imagining it was a secret fort .De kinderen brachten de middag door met spelen in hun **boomhut**, zich inbeeldend dat het een geheim fort was.

Sluiten

Inloggen

bathroom

[zelfstandig naamwoord]

a room that has a toilet and a sink, and often times a bathtub or a shower as well

badkamer, toilet

Ex: She used a hairdryer in the bathroom to dry her hai .Ze gebruikte een haardroger in de **badkamer** om haar haar te drogen.

Sluiten

Inloggen

bedroom

[zelfstandig naamwoord]

a room we use for sleeping

slaapkamer, bedkamer

Ex: She placed a small nightstand next to the bed in the bedroom for her belongings .Ze plaatste een klein nachtkastje naast het bed in de **slaapkamer** voor haar spullen.

Sluiten

Inloggen

dining room

[zelfstandig naamwoord]

a room that we use to eat meals in

eetkamer, dinerkamer

Ex: They gathered in the dining room for Sunday brunch .Ze verzamelden zich in de **eetkamer** voor de zondagse brunch.

Sluiten

Inloggen

hall

[zelfstandig naamwoord]

a passage that is inside a house or building with rooms on both side

gang, hal

Ex: There 's a small table with a lamp at the end of the hall.Aan het einde van de **gang** staat een klein tafeltje met een lamp.

Sluiten

Inloggen

balcony

[zelfstandig naamwoord]

a platform above the ground level and on the outside wall of a building that we can get into from the upper floor

balkon, terras

Ex: The concert was held in the theater , and she had a great seat on the balcony, giving her a bird's-eye view of the performance .Het concert vond plaats in het theater, en ze had een geweldige plek op het **balkon**, wat haar een vogelvluchtperspectief van de voorstelling gaf.

Sluiten

Inloggen

basement

[zelfstandig naamwoord]

an area or room in a house or building that is partially or completely below the ground level

kelder, souterrain

Ex: She rents out the basement as a studio apartment to earn extra income .Ze verhuurt de **kelder** als een studioappartement om extra inkomsten te verdienen.

Sluiten

Inloggen

building

[zelfstandig naamwoord]

a structure that has walls, a roof, and sometimes many levels, like an apartment, house, school, etc.

gebouw, pand

Ex: The workers construct the building from the ground up .De arbeiders bouwen het **gebouw** vanaf de grond af op.

Sluiten

Inloggen

ground floor

[zelfstandig naamwoord]

the floor of a building at ground level

begane grond, parterre

Ex: The reception area is located on the ground floor of the office building .De receptie bevindt zich op de **begane grond** van het kantoorgebouw.

Sluiten

Inloggen

downstairs

[bijvoeglijk naamwoord]

located on a lower floor of a building, particularly the ground floor

beneden, op de begane grond

Ex: The downstairs office is where I do most of my work .Het kantoor **beneden** is waar ik het meeste van mijn werk doe.

Sluiten

Inloggen

upstairs

[bijvoeglijk naamwoord]

located on an upper floor

op de bovenverdieping, bovenste

Ex: The upstairs bedrooms offer more privacy than those downstairs .De slaapkamers **boven** bieden meer privacy dan die beneden.

Sluiten

Inloggen

floor

[zelfstandig naamwoord]

all the rooms of a building that are on the same level

verdieping, niveau

Ex: The top floor of the skyscraper was reserved for executive offices and conference rooms , accessible via private elevators .

Sluiten

Inloggen

shower

[zelfstandig naamwoord]

a piece of equipment that flows water all over your body from above

douche, douchecabine

Ex: She turned on the shower and waited for the water to heat up .Ze zette de **douche** aan en wachtte tot het water warm werd.

Sluiten

Inloggen

sitting room

[zelfstandig naamwoord]

living room; a room in a house where people can sit, relax and watch television or talk together

woonkamer, zitkamer

Sluiten

Inloggen

toilet

[zelfstandig naamwoord]

the seat we use for getting rid of bodily waste

toilet, wc

Ex: The children learned the importance of proper toilet etiquette during their potty training phase .De kinderen leerden het belang van een goede **toilet**-etiquette tijdens hun zindelijkheidstraining.

Sluiten

Inloggen

elevator

[zelfstandig naamwoord]

a box-like device that moves up and down and is used to get to the different levels of a building

lift

Ex: We took the elevator to the top floor of the building .We namen **de lift** naar de bovenste verdieping van het gebouw.

Sluiten

Inloggen

exit

[zelfstandig naamwoord]

a way that enables someone to get out of a room, building, or a vehicle of large capacity

uitgang

Ex: He pointed out the exit to the visitors , making sure they knew how to leave the museum after their tour .Hij wees de bezoekers de **uitgang**, ervoor zorgend dat ze wisten hoe ze het museum na hun rondleiding konden verlaten.

Sluiten

Inloggen

Cambridge English: KET (A2 Key)

LanGeek app downloaden