Cambridge English: KET (A2 Key) - Landen en continenten

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

Africa

[zelfstandig naamwoord]

the second largest continent

Afrika

Ex: The Maasai tribe is one of the indigenous tribes of Africa.De Maasai-stam is een van de inheemse stammen van **Afrika**.

Sluiten

Inloggen

Asia

[zelfstandig naamwoord]

the largest continent in the world

Azië, het Aziatische continent

Ex: The Great Wall of China is a famous landmark in Asia.De Chinese Muur is een beroemd herkenningspunt in **Azië**.

Sluiten

Inloggen

Australia

[zelfstandig naamwoord]

a large island country in Southwest Pacific Ocean, known for its unique wildlife such as kangaroos

Australië

Ex: The capital of Australia is Canberra , not Sydney or Melbourne as some people think .De hoofdstad van **Australië** is Canberra, niet Sydney of Melbourne zoals sommige mensen denken.

Sluiten

Inloggen

Australian

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging or relating to Australia or its people

Australisch

Ex: The Australian government is based in Canberra .De **Australische** regering is gevestigd in Canberra.

Sluiten

Inloggen

Brazil

[zelfstandig naamwoord]

the largest country in both South America and Latin America

Brazilië, Brazilië

Ex: The economy of Brazil is one of the largest in the world , driven by agriculture , mining , and manufacturing .De economie van **Brazilië** is een van de grootste ter wereld, aangedreven door landbouw, mijnbouw en productie.

Sluiten

Inloggen

Brazilian

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to Brazil or its people

Braziliaans, Braziliaanse

Ex: Brazilian culture is a rich tapestry of influences , including indigenous , African , and European traditions that shape its music , dance , and art .De **Braziliaanse** cultuur is een rijk tapijt van invloeden, inclusief inheemse, Afrikaanse en Europese tradities die zijn muziek, dans en kunst vormen.

Sluiten

Inloggen

Britain

[zelfstandig naamwoord]

the island containing England, Scotland, and Wales

Groot-Brittannië, Brittannië

Ex: The Prime Minister of Britain addressed the nation on television last night .De premier van **Groot-Brittannië** sprak gisteravond op televisie tot de natie.

Sluiten

Inloggen

British

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the country, people, or culture of the United Kingdom

Brits

Ex: They visited a quaint British village during their vacation .Ze bezochten een pittoresk **Brits** dorpje tijdens hun vakantie.

Sluiten

Inloggen

Canada

[zelfstandig naamwoord]

the second largest country in the world that is in the northern part of North America

Canada

Ex: The Calgary Stampede is a famous rodeo and festival held annually in Alberta , Canada.De Calgary Stampede is een beroemd rodeo en festival dat jaarlijks wordt gehouden in Alberta, **Canada**.

Sluiten

Inloggen

Canadian

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the country, people, or culture of Canada

Canadees

Ex: Tim Hortons is a popular Canadian coffee chain known for its delicious donuts and coffee .Tim Hortons is een populaire **Canadese** koffieketen die bekend staat om zijn heerlijke donuts en koffie.

Sluiten

Inloggen

China

[zelfstandig naamwoord]

the biggest country in East Asia

China, het land China

Ex: The capital of China, Beijing , is home to numerous cultural sites and modern skyscrapers .De hoofdstad van **China**, Peking, herbergt tal van culturele bezienswaardigheden en moderne wolkenkrabbers.

Sluiten

Inloggen

Chinese

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the country, people, culture, or language of China

Chinees, gerelateerd aan China

Ex: They attended a Chinese cultural festival to learn about traditional customs and art forms .Ze woonden een **Chinese** cultureel festival bij om te leren over traditionele gewoonten en kunstvormen.

Sluiten

Inloggen

Europe

[zelfstandig naamwoord]

the second smallest continent‌, next to Asia in the east, the Atlantic Ocean in the west, and the Mediterranean Sea in the south

Europa

Ex: Many tourists visit Europe to experience its vibrant nightlife and entertainment .Veel toeristen bezoeken **Europa** om de levendige nachtleven en entertainment te ervaren.

Sluiten

Inloggen

France

[zelfstandig naamwoord]

a country in Europe known for its famous landmarks such as the Eiffel Tower

Frankrijk

Ex: The French Revolution had a significant impact on shaping modern France.De Franse Revolutie had een aanzienlijke impact op de vorming van het moderne **Frankrijk**.

Sluiten

Inloggen

French

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the country, people, culture, or language of France

Frans

Ex: She loves to eat French pastries like croissants and pain au chocolat.Ze houdt ervan om **Franse** gebakjes zoals croissants en pain au chocolat te eten.

Sluiten

Inloggen

Greece

[zelfstandig naamwoord]

a country with a long history and rich culture located in South Eastern Europe and Northern Mediterranean Sea

Griekenland, Griekenland

Ex: The Olympic Games originated in Greece.De Olympische Spelen zijn ontstaan in **Griekenland**.

Sluiten

Inloggen

Greek

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging or relating to Greece, its people, or its language

Grieks, Helleens

Ex: The Greek architecture is admired for its grandeur and complexity.De **Griekse** architectuur wordt bewonderd om zijn grootsheid en complexiteit.

Sluiten

Inloggen

India

[zelfstandig naamwoord]

a country in South Asia, the second most populous country

India, Bharat

Ex: Many tourists visit India for its historical landmarks .Veel toeristen bezoeken **India** vanwege zijn historische bezienswaardigheden.

Sluiten

Inloggen

Indian

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to India or its people or languages

Indiaas, Indiase

Ex: They explored Indian architecture while visiting ancient temples and monuments .Ze verkenden de **Indiase** architectuur tijdens het bezoeken van oude tempels en monumenten.

Sluiten

Inloggen

Ireland

[zelfstandig naamwoord]

a country in North Western Europe, in the southern part of the island of Ireland

Ierland

Ex: The official languages of Ireland are Irish and English .De officiële talen van **Ierland** zijn Iers en Engels.

Sluiten

Inloggen

Irish

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging or relating to Ireland, its people, culture, and language

Iers

Ex: The Irish diaspora has spread around the world , with communities in the United States , Canada , and Australia celebrating their cultural traditions .De **Ierse** diaspora heeft zich over de hele wereld verspreid, met gemeenschappen in de Verenigde Staten, Canada en Australië die hun culturele tradities vieren.

Sluiten

Inloggen

Italy

[zelfstandig naamwoord]

a country in southern Europe, with a long Mediterranean coastline

Italië, het land Italië

Ex: Venice is a city in Italy known for its beautiful canals and gondola rides .Venetië is een stad in **Italië** die bekend staat om zijn prachtige kanalen en gondeltochten.

Sluiten

Inloggen

Italian

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to Italy or its people or language

Italiaans

Ex: Marco 's dream vacation is to explore the picturesque countryside of Tuscany and savor the flavors of Italian wine and cuisine .Marco's droomvakantie is om het schilderachtige platteland van Toscane te verkennen en te genieten van de smaken van **Italiaanse** wijn en keuken.

Sluiten

Inloggen

japan

[zelfstandig naamwoord]

a country that is in East Asia and made up of many islands

Japan

Ex: Japan's public transportation system is known for its efficiency and punctuality, especially the Shinkansen bullet trains.Het openbaar vervoerssysteem van **Japan** staat bekend om zijn efficiëntie en stiptheid, vooral de Shinkansen hogesnelheidstreinen.

Sluiten

Inloggen

Japanese

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to the country, people, culture, or language of Japan

Japans

Ex: Japanese technology companies are known for their innovation in electronics and robotics .**Japanse** technologiebedrijven staan bekend om hun innovatie op het gebied van elektronica en robotica.

Sluiten

Inloggen

Mexican

[bijvoeglijk naamwoord]

relating to Mexico or its people

Mexicaans

Ex: The Mexican government has implemented various programs to promote tourism , highlighting its beautiful beaches , historical sites , and cultural festivals .De **Mexicaanse** regering heeft verschillende programma's geïmplementeerd om het toerisme te bevorderen, met nadruk op haar prachtige stranden, historische sites en culturele festivals.

Sluiten

Inloggen

Mexico

[zelfstandig naamwoord]

a country located in North America that is bordered by the United States to the north

Mexico

Ex: Mexico produces a variety of beverages , including tequila and mezcal , which are integral to its culinary identity .**Mexico** produceert een verscheidenheid aan dranken, waaronder tequila en mezcal, die een integraal onderdeel zijn van zijn culinaire identiteit.

Sluiten

Inloggen

North America

[zelfstandig naamwoord]

the third largest continent in the world, consisting of Canada, the United States, Mexico, the countries of Central America, and Greenland

Noord-Amerika, Noord Amerika

Ex: The indigenous peoples of North America have rich histories and cultures that predate European colonization .De inheemse volkeren van **Noord-Amerika** hebben rijke geschiedenissen en culturen die dateren van vóór de Europese kolonisatie.

Sluiten

Inloggen

South America

[zelfstandig naamwoord]

the fourth largest continent in the world which is to the south of Central America and North America

Zuid-Amerika, Zuid-Amerikaans continent

Ex: South America has a variety of climates , from the deserts of Chile to the tropical regions of Colombia and Venezuela .**Zuid-Amerika** kent een verscheidenheid aan klimaten, van de woestijnen van Chili tot de tropische regio's van Colombia en Venezuela.

Sluiten

Inloggen

Portugal

[zelfstandig naamwoord]

a republic in southwestern Europe on the Iberian Peninsula; Portuguese explorers and colonists in the 15th and 16th centuries created a vast overseas empire (including Brazil)

Portugal

Sluiten

Inloggen

Portuguese

[bijvoeglijk naamwoord]

of or relating to or characteristic of Portugal or the people of Portugal or their language

Portugees

Sluiten

Inloggen

Sweden

[zelfstandig naamwoord]

a country in Northern Europe and Eastern Scandinavia

Zweden

Ex: The royal palace in Sweden is a popular tourist destination .Het koninklijk paleis in **Zweden** is een populaire toeristische bestemming.

Sluiten

Inloggen

Swedish

[bijvoeglijk naamwoord]

belonging or relating to Sweden, its people, and language

Zweeds

Ex: Volvo is a well-known Swedish car manufacturer .Volvo is een bekende **Zweedse** autofabrikant.

Sluiten

Inloggen

east

[bijvoeglijk naamwoord]

located in or coming from the east

oostelijk, uit het oosten

Ex: The east side of the mountain receives sunlight first in the morning.De **oostelijke** kant van de berg krijgt als eerste zonlicht in de ochtend.

Sluiten

Inloggen

north

[bijvoeglijk naamwoord]

located or positioned toward the northern direction

noord, noordelijk

Ex: The north slope of the hill is shaded and cooler than the south slope .De **noordelijke** helling van de heuvel is beschaduwd en koeler dan de zuidelijke helling.

Sluiten

Inloggen

south

[bijvoeglijk naamwoord]

located toward the southern direction

zuidelijk, zuid-

Ex: The south wing of the building houses the administrative offices .De **zuidelijke** vleugel van het gebouw huisvest de administratieve kantoren.

Sluiten

Inloggen

west

[bijvoeglijk naamwoord]

located or positioned toward the western direction

west, westelijk

Ex: The west side of the island is known for its rugged coastline.De **westkant** van het eiland staat bekend om zijn ruige kustlijn.

Sluiten

Inloggen

Cambridge English: KET (A2 Key)

LanGeek app downloaden