Boek English Result - Upper-intermediate - Eenheid 7 - 7C

Hier vind je de woordenschat van Unit 7 - 7C in het English Result Upper-Intermediate cursusboek, zoals "diagram", "heen en weer", "halverwege", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

diagram

[zelfstandig naamwoord]

a graphic design intended to explain something

diagram, schema

Ex: During the meeting , the manager used a diagram to outline the project ’s workflow .Tijdens de vergadering gebruikte de manager een **diagram** om de workflow van het project te schetsen.

Sluiten

Inloggen

east

[zelfstandig naamwoord]

the direction from which the sun rises, which is on the right side of a person facing north

oosten,oriënt, the direction where the sun rises

Ex: The river flows from the mountains in the east, feeding into the ocean .De rivier stroomt vanuit de bergen in het **oosten** en mondt uit in de oceaan.

Sluiten

Inloggen

west

[zelfstandig naamwoord]

the direction toward which the sun goes down, which is on the left side of a person facing north

westen,avondland, the direction where the sun sets

Ex: The west offers a wide range of outdoor activities , such as hiking , camping , and fishing .Het **westen** biedt een breed scala aan outdooractiviteiten, zoals wandelen, kamperen en vissen.

Sluiten

Inloggen

north

[zelfstandig naamwoord]

the direction on our left when we watch the sunrise

noorden,noord, the direction up on most maps

Ex: The north side of the building gets the most sunlight in the morning.De **noordzijde** van het gebouw krijgt 's ochtends het meeste zonlicht.

Sluiten

Inloggen

south

[zelfstandig naamwoord]

the direction on our right when we watch the sunrise

zuiden,middag, the direction down on most maps

Ex: The compass pointed toward the south, guiding their path .Het kompas wees naar het **zuiden**, hun pad leidend.

Sluiten

Inloggen

top

[zelfstandig naamwoord]

the point or part of something that is the highest

top

Ex: He reached the top of the ladder and carefully balanced to fix the light fixture .Hij bereikte de **top** van de ladder en balanceerde voorzichtig om de lichtarmatuur te repareren.

Sluiten

Inloggen

bottom

[zelfstandig naamwoord]

the lowest part or point of something

bodem, onderste deel

Ex: Our house is at the bottom of the hill , providing easy access to the nearby river .Ons huis staat aan de **voet** van de heuvel, wat gemakkelijke toegang biedt tot de nabijgelegen rivier.

Sluiten

Inloggen

southeast

[bijwoord]

in the direction midway between south and east

zuidoost, in zuidoostelijke richting

Ex: The ship sailed southeast, navigating the open sea toward the distant islands .Het schip voer naar het **zuidoosten**, navigerend over de open zee naar de verre eilanden.

Sluiten

Inloggen

westward

[bijwoord]

to the direction of west

westwaarts, in westelijke richting

Ex: The river flowed westward, carving its course through valleys and canyons .De rivier stroomde **westwaarts**, zijn weg banend door valleien en canyons.

Sluiten

Inloggen

center

[bijvoeglijk naamwoord]

exactly in the middle of two limits

centraal, middelste

Sluiten

Inloggen

southwest

[bijwoord]

in the direction midway between south and west

zuidwesten, in zuidwestelijke richting

Ex: The trade route extended southwest, connecting distant villages and trading posts.De handelsroute strekte zich uit naar het **zuidwesten**, waardoor verre dorpen en handelsposten met elkaar verbonden werden.

Sluiten

Inloggen

map

[zelfstandig naamwoord]

an image that shows where things like countries, seas, cities, roads, etc. are in an area

kaart, plan

Ex: We followed the map's directions to reach the hiking trail .We volgden de aanwijzingen van de **kaart** om het wandelpad te bereiken.

Sluiten

Inloggen

side to side

[bijwoord]

from left to right and reverse

van de ene naar de andere kant, van links naar rechts en vice versa

Ex: The tree 's branches swayed side to side in the strong wind .De takken van de boom zwaaiden **heen en weer** in de harde wind.

Sluiten

Inloggen

halfway

[bijwoord]

at or to a midpoint between two locations

halverwege, op het middenpunt

Ex: The dog buried its bone halfway down the yard .De hond begroef zijn bot **halverwege** de tuin.

Sluiten

Inloggen

[bijwoord]

at or toward a higher level or position

omhoog, naar boven

Ex: The cat leaped up onto the shelf.De kat sprong **omhoog** op de plank.

Sluiten

Inloggen

northeast

[bijwoord]

in the direction midway between north and east

noordoost, in noordoostelijke richting

Ex: The airplane soared northeast, crossing over picturesque landscapes .Het vliegtuig steeg op naar het **noordoosten**, terwijl het over schilderachtige landschappen vloog.

Sluiten

Inloggen

Boek English Result - Upper-intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek English Result - Upper-intermediate - Eenheid 7 - 7C