Boek English Result - Upper-intermediate - Eenheid 7 - 7D

Hier vind je de woordenschat van Unit 7 - 7D in het English Result Upper-Intermediate cursusboek, zoals "klimaat", "onvoorspelbaar", "erosie", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

climate

[zelfstandig naamwoord]

the typical weather conditions of a particular region

klimaat, weersomstandigheden

Ex: They visited a place with a desert climate for their archaeological research .Ze bezochten een plaats met een woestijn**klimaat** voor hun archeologisch onderzoek.

Sluiten

Inloggen

problem

[zelfstandig naamwoord]

something that causes difficulties and is hard to overcome

probleem, moeilijkheid

Ex: There was a problem with the delivery , and the package did n't arrive on time .

Sluiten

Inloggen

global warming

[zelfstandig naamwoord]

the increase in the average temperature of the Earth as a result of the greenhouse effect

opwarming van de aarde, klimaatverandering

Ex: Global warming threatens ecosystems and wildlife .**Global warming** bedreigt ecosystemen en wildlife.

Sluiten

Inloggen

melting

[bijvoeglijk naamwoord]

transitioning from a solid to a liquid state due to warmth or heat

smeltend, wegsmeltend

Ex: A melting snowman slumped into a puddle by afternoon.Een **smeltende** sneeuwpop zakte in de middag in een plas in.

Sluiten

Inloggen

ice cap

[zelfstandig naamwoord]

the thick coating of ice that covers a large area, mostly in polar regions

ijskap, ijsbedekking

Ex: The Arctic icecap is shrinking at an alarming rate.De Arctische **ijskap** krimpt in een alarmerend tempo.

Sluiten

Inloggen

rising

[bijvoeglijk naamwoord]

increasing in degree, number, or height

stijgend, toenemend

Ex: There has been a rising demand for renewable energy sources in recent years.Er is de afgelopen jaren een **toenemende** vraag naar hernieuwbare energiebronnen.

Sluiten

Inloggen

sea level

[zelfstandig naamwoord]

the average height of the surface of the ocean in relation to the land, measured over a specific period of time

zeeniveau, nulhoogte

Ex: Scientists measure changes in sea level using satellites .Wetenschappers meten veranderingen in de **zeespiegel** met behulp van satellieten.

Sluiten

Inloggen

heat wave

[zelfstandig naamwoord]

a period of hot weather, usually hotter and longer than before

hittegolf, warmteperiode

Ex: During a heat wave, it ’s important to check on elderly neighbors who may be more vulnerable to extreme temperatures .Tijdens een **hittegolf** is het belangrijk om oudere buren te controleren die kwetsbaarder kunnen zijn voor extreme temperaturen.

Sluiten

Inloggen

drought

[zelfstandig naamwoord]

a long period of time when there is not much raining

droogte, watertekort

Ex: The severe drought affected both human and animal populations .De ernstige **droogte** trof zowel menselijke als dierlijke populaties.

Sluiten

Inloggen

water

[zelfstandig naamwoord]

a liquid with no smell, taste, or color, that falls from the sky as rain, and is used for washing, cooking, drinking, etc.

water

Ex: The swimmer jumped into the pool and splashed water everywhere .De zwemmer sprong in het zwembad en spetterde overal **water**.

Sluiten

Inloggen

shortage

[zelfstandig naamwoord]

a lack of something needed, such as supplies, resources, or people

tekort, gebrek

Ex: The pandemic caused a shortage of personal protective equipment .De pandemie veroorzaakte een **tekort** aan persoonlijke beschermingsmiddelen.

Sluiten

Inloggen

unpredictable

[bijvoeglijk naamwoord]

unable to be predicted because of changing many times

onvoorspelbaar, onberekenbaar

Ex: The stock market is unpredictable, with prices fluctuating rapidly throughout the day .De aandelenmarkt is **onvoorspelbaar**, met prijzen die gedurende de dag snel schommelen.

Sluiten

Inloggen

weather

[zelfstandig naamwoord]

things that are related to air and sky such as temperature, rain, wind, etc.

weer, klimaat

Ex: We had to cancel our outdoor plans due to the stormy weather.We moesten onze buitenplannen annuleren vanwege het stormachtige **weer**.

Sluiten

Inloggen

poor

[bijvoeglijk naamwoord]

lacking an adequate amount to fulfill a requirement

arm, onvoldoende

Ex: The region suffers from poor access to clean water .De regio lijdt onder **slechte** toegang tot schoon water.

Sluiten

Inloggen

harvest

[zelfstandig naamwoord]

agricultural products collected from one crop season

oogst, binnenhalen

Sluiten

Inloggen

food

[zelfstandig naamwoord]

things that people and animals eat, such as meat or vegetables

eten, voedsel

Ex: They donated canned food to the local food bank.Ze doneerden ingeblikt **voedsel** aan de lokale voedselbank.

Sluiten

Inloggen

malnutrition

[zelfstandig naamwoord]

a condition in which a person does not have enough food or good food to eat in order to stay healthy

ondervoeding, malnutritie

Ex: Despite progress in recent years , malnutrition continues to be a significant challenge , highlighting the need for sustained efforts and investment in nutrition programs and policies .Ondanks vooruitgang in recente jaren blijft **ondervoeding** een aanzienlijke uitdaging, wat de noodzaak van aanhoudende inspanningen en investeringen in voedingsprogramma's en -beleid benadrukt.

Sluiten

Inloggen

powerful

[bijvoeglijk naamwoord]

possessing great strength or force

krachtig, sterk

Ex: The team played with powerful energy , winning the match easily .Het team speelde met **krachtige** energie en won de wedstrijd gemakkelijk.

Sluiten

Inloggen

cyclone

[zelfstandig naamwoord]

a violent storm with winds moving in circles

cycloon, wervelstorm

Ex: After the cyclone passed , the skies cleared , and recovery efforts began immediately .Nadat de **cycloon** was gepasseerd, klaarde de lucht op en begonnen de herstelwerkzaamheden onmiddellijk.

Sluiten

Inloggen

intense

[bijvoeglijk naamwoord]

very extreme or great

intens, extreem

Ex: She felt an intense connection with the character in the novel .Ze voelde een **intense** verbinding met het personage in de roman.

Sluiten

Inloggen

rainfall

[zelfstandig naamwoord]

the event of rain falling from the sky

neerslag, regen

Ex: Farmers are concerned about the lack of rainfall this season .Boeren maken zich zorgen over het gebrek aan **neerslag** dit seizoen.

Sluiten

Inloggen

soil

[zelfstandig naamwoord]

the black or brownish substance consisted of organic remains, rock particles, and clay that forms the upper layer of earth where trees or other plants grow

aarde, bodem

Ex: Farmers test the soil regularly to ensure it has the necessary nutrients for crops .Boeren testen regelmatig de **bodem** om ervoor te zorgen dat deze de nodige voedingsstoffen voor gewassen bevat.

Sluiten

Inloggen

erosion

[zelfstandig naamwoord]

the process by which soil and rock are gradually destroyed and removed by natural forces such as wind, water, and ice

erosie, slijtage

Ex: Over time , the constant pounding of waves can contribute to the erosion of cliffs along a coastline .In de loop van de tijd kan het constante slaan van golven bijdragen aan de **erosie** van kliffen langs een kustlijn.

Sluiten

Inloggen

to flood

[werkwoord]

to become covered or filled by water

overstromen, onder water zetten

Ex: Heavy rains caused the river to flood nearby villages .Zware regenval veroorzaakte dat de rivier de nabijgelegen dorpen **overstroomde**.

Sluiten

Inloggen

Boek English Result - Upper-intermediate

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek English Result - Upper-intermediate - Eenheid 7 - 7D