pattern

SAT Woordvaardigheden 2 - Les 37

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
SAT Word Skills 2
statuesque
[bijvoeglijk naamwoord]

resembling or suggestive of a sculpture in terms of inner stillness and collected strength

beeldhouwkundig, statig

beeldhouwkundig, statig

Ex: We visited a park with statuesque lawn art dotting the landscape like living statues .We bezochten een park met **beeldhouwkundig** gazonkunst dat het landschap stippelde als levende standbeelden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
statuette
[zelfstandig naamwoord]

a small sculpture, typically one that represents a person

beeldje, figuurtje

beeldje, figuurtje

Ex: Miniature statuettes of fictional characters were sold as high-quality collectibles .Miniatuur-**beeldjes** van fictieve personages werden verkocht als hoogwaardige verzamelobjecten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stature
[zelfstandig naamwoord]

the high level of respect people have for someone based on their impressive achievements

aanzien, prestige

aanzien, prestige

Ex: As the founder of the company , she held immense stature among employees .Als oprichter van het bedrijf genoot ze een enorme **aanzien** onder de werknemers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
statute
[zelfstandig naamwoord]

an officially written and established law

wet, statuut

wet, statuut

Ex: Under the statute, the company must provide annual safety training for employees .Volgens het **statuut** moet het bedrijf jaarlijks veiligheidstrainingen voor werknemers verzorgen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microcosm
[zelfstandig naamwoord]

a miniature representation of something larger

microkosmos, miniatuurwereld

microkosmos, miniatuurwereld

Ex: Studies of ant colonies and bee hives reveal orderly microcosms that replicate the functioning of larger societies .Studies van mierenkolonies en bijenkorven onthullen ordelijke **microkosmossen** die het functioneren van grotere samenlevingen repliceren.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
micrometer
[zelfstandig naamwoord]

a precise handheld measuring tool typically used to measure very small distances between 0 and 25 mm

micrometer, schuifmaat

micrometer, schuifmaat

Ex: The machinist carefully measured the width of each engine part with a digital micrometer to ensure it met specifications .De machinist mat zorgvuldig de breedte van elk motoronderdeel met een digitale **micrometer** om ervoor te zorgen dat het aan de specificaties volde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microphone
[zelfstandig naamwoord]

a piece of equipment used for recording voices or sounds or for making one's voice louder

microfoon

microfoon

Ex: The conference room was equipped with a microphone at each table , allowing all participants to contribute to the discussion .De vergaderzaal was uitgerust met een **microfoon** aan elke tafel, waardoor alle deelnemers konden bijdragen aan de discussie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microscopic
[bijvoeglijk naamwoord]

related to techniques or activities performed with a microscope to observe extremely small objects

microscopisch, gerelateerd aan de microscoop

microscopisch, gerelateerd aan de microscoop

Ex: The microscopic images provided by the new equipment were incredibly detailed and clear .De **microscopische** beelden die door de nieuwe apparatuur werden geleverd, waren ongelooflijk gedetailleerd en duidelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
microscopy
[zelfstandig naamwoord]

in-depth scientific investigation at the tiny scale using microscopes to uncover more about how things work

microscopie, microscopisch onderzoek

microscopie, microscopisch onderzoek

Ex: Biological microscopy applications include pathology examinations and microbiology research .Toepassingen van biologische **microscopie** omvatten pathologie-onderzoeken en microbiologisch onderzoek.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artifact
[zelfstandig naamwoord]

a man-made object, tool, weapon, etc. that was created in the past and holds historical or cultural significance

artefact, door mensen gemaakt voorwerp

artefact, door mensen gemaakt voorwerp

Ex: This artifact, a beautifully carved statue , was a significant find that helped date the historical site .Dit **artefact**, een prachtig gebeeldhouwd standbeeld, was een belangrijke vondst die hielp bij het dateren van de historische site.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artifice
[zelfstandig naamwoord]

a clever action or behavior that is intended to trick and deceive others

kunstgreep, bedrog

kunstgreep, bedrog

Ex: His smile was an artifice designed to hide his true intentions .Zijn glimlach was een **kunstgreep** ontworpen om zijn ware bedoelingen te verbergen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artisan
[zelfstandig naamwoord]

a skilled craftsperson who creates objects partly or entirely by hand

ambachtsman, handwerker

ambachtsman, handwerker

Ex: An artisan created the stained glass windows in the church.Een **ambachtsman** heeft de glas-in-loodramen in de kerk gemaakt.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artesian
[bijvoeglijk naamwoord]

referring to underground water sources where the pressure causes water to flow upward without the need for pumping

artesisch

artesisch

Ex: Engineers designed drainage works to control seasonal overflow from agricultural fields recharged by the underlying artesian system .Ingenieurs ontwierpen drainagewerken om de seizoensgebonden overstroming van landbouwvelden die worden aangevuld door het onderliggende **artesische** systeem te beheersen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artless
[bijvoeglijk naamwoord]

(of speech or actions) simple and straightforward, without cunning or deceit

argeloos, eenvoudig

argeloos, eenvoudig

Ex: His artless explanation of the situation was refreshing compared to the usual evasive answers.Zijn **ongekunstelde** uitleg van de situatie was verfrissend vergeleken met de gebruikelijke ontwijkende antwoorden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
artful
[bijvoeglijk naamwoord]

(of people) having the cleverness, calculated maneuvers, and efficient skill to reach goals

sluw, listig

sluw, listig

Ex: The artful politician skillfully manipulated the situation to his advantage .
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitant
[zelfstandig naamwoord]

an individual who lives permanently or temporarily within a particular environment

bewoner

bewoner

Ex: Historians have learned a great deal about early Canadian life by studying diaries kept by St. Lawrence River valley habitants.Historici hebben veel geleerd over het vroege Canadese leven door dagboeken te bestuderen die werden bijgehouden door de **bewoners** van de St. Lawrence River-vallei.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitable
[bijvoeglijk naamwoord]

suitable to live in and support life

bewoonbaar

bewoonbaar

Ex: Engineers designed the spacecraft with redundant life support systems to ensure cabin conditions remained habitable over long durations in deep space .Ingenieurs ontwierpen het ruimtevaartuig met redundante levensondersteunende systemen om ervoor te zorgen dat de omstandigheden in de cabine **bewoonbaar** bleven gedurende lange perioden in de diepe ruimte.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitual
[bijvoeglijk naamwoord]

done regularly or repeatedly, often out of habit

gewoonlijk, gebruikelijk

gewoonlijk, gebruikelijk

Ex: The family 's habitual Sunday dinner gathering was disrupted by the pandemic lockdown .De **gebruikelijke** zondagse familiemaaltijd werd verstoord door de pandemische lockdown.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitude
[zelfstandig naamwoord]

a behavioral pattern that develops into a person's customary reaction because they have performed it regularly in the past

gewoonte

gewoonte

Ex: Public speaking is a habitude she strengthens by volunteering at community events whenever possible .Openbaar spreken is een **gewoonte** die ze versterkt door vrijwilligerswerk te doen bij gemeenschapsevenementen wanneer mogelijk.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
habitability
[zelfstandig naamwoord]

the capacity of an environment or living space to support human life, health, and productivity

bewoonbaarheid, levensondersteunende capaciteit

bewoonbaarheid, levensondersteunende capaciteit

Ex: Declining infrastructure , lack of economic prospects and high crime rates have reduced the attractiveness of habitability in some inner city zones .Achteruitgang van infrastructuur, gebrek aan economische vooruitzichten en hoge criminaliteitscijfers hebben de aantrekkingskracht van **bewoonbaarheid** in sommige binnenstedelijke zones verminderd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
SAT Woordvaardigheden 2
LanGeek
LanGeek app downloaden