Boek Face2face - Elementair - Eenheid 5 - 5B

Hier vind je de woordenschat uit Unit 5 - 5B in het Face2Face Elementary cursusboek, zoals "vertrekken", "kind", "gescheiden", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to leave

[werkwoord]

to stop living, working, or being a part of a particular place or group

vertrekken, verlaten

Ex: The teacher 's announcement to leave the school surprised the students .De aankondiging van de leraar om de school te **verlaten** verraste de studenten.

Sluiten

Inloggen

school

[zelfstandig naamwoord]

a place where children learn things from teachers

school, onderwijsinstelling

Ex: We study different subjects like math , science , and English at school.We bestuderen verschillende vakken zoals wiskunde, wetenschap en Engels op **school**.

Sluiten

Inloggen

university

[zelfstandig naamwoord]

an educational institution at the highest level, where we can study for a degree or do research

universiteit

Ex: We have access to a state-of-the-art library at the university.We hebben toegang tot een state-of-the-art bibliotheek aan de **universiteit**.

Sluiten

Inloggen

to meet

[werkwoord]

to come together as previously scheduled for social interaction or a prearranged purpose

ontmoeten, samenkomen

Ex: The two friends decided to meet at the movie theater before the show .De twee vrienden besloten elkaar in de bioscoop te **ontmoeten** voor de voorstelling.

Sluiten

Inloggen

husband

[zelfstandig naamwoord]

the man you are officially married to

echtgenoot, man

Ex: She introduced her husband as a successful entrepreneur during the charity event .Ze stelde haar **man** voor als een succesvolle ondernemer tijdens het benefietevenement.

Sluiten

Inloggen

wife

[zelfstandig naamwoord]

the lady you are officially married to

echtgenote, vrouw

Ex: Tom and his wife have been happily married for over 20 years , and they still have a strong bond .Tom en zijn **vrouw** zijn al meer dan 20 jaar gelukkig getrouwd en hebben nog steeds een sterke band.

Sluiten

Inloggen

to get married

[Zinsdeel]

to legally become someone's wife or husband

Ex: They had been together for years before they finally decided get married.

Sluiten

Inloggen

to get

[werkwoord]

to experience a specific condition, state, or action

krijgen, worden

Ex: They got married at the city courthouse .Ze **trouwden** in het stadhuis.

Sluiten

Inloggen

divorced

[bijvoeglijk naamwoord]

no longer married to someone due to legally ending the marriage

gescheiden

Ex: The divorced man sought therapy to help him cope with the emotional aftermath of the separation.De **gescheiden** man zocht therapie om hem te helpen omgaan met de emotionele nasleep van de scheiding.

Sluiten

Inloggen

to make

[werkwoord]

to form, produce, or prepare something, by putting parts together or by combining materials

maken, produceren

Ex: By connecting the wires , you make the circuit and allow electricity to flow .Door de draden te verbinden, **maak** je het circuit en laat je elektriciteit stromen.

Sluiten

Inloggen

film

[zelfstandig naamwoord]

a story that we can watch on a screen, like a TV or in a theater, with moving pictures and sound

film

Ex: This year 's film festival showcased a diverse range of independent films from both emerging and established filmmakers around the world .Het **film**festival van dit jaar toonde een diverse reeks onafhankelijke **films** van opkomende en gevestigde filmmakers over de hele wereld.

Sluiten

Inloggen

money

[zelfstandig naamwoord]

something that we use to buy and sell goods and services, can be in the form of coins or paper bills

geld, valuta

Ex: She works hard to earn money for her college tuition .Ze werkt hard om **geld** te verdienen voor haar collegegeld.

Sluiten

Inloggen

to become

[werkwoord]

to start or grow to be

worden, worden

Ex: The noise became unbearable during construction .Het geluid werd ondraaglijk tijdens de bouw.

Sluiten

Inloggen

film director

[zelfstandig naamwoord]

a person in charge of a movie and gives instructions to the actors and staff

filmregisseur, regisseur

Ex: At the film festival , the audience had the opportunity to meet the film director during a Q&A session after the screening .Op het filmfestival kreeg het publiek de kans om de **filmregisseur** te ontmoeten tijdens een Q&A-sessie na de vertoning.

Sluiten

Inloggen

famous

[bijvoeglijk naamwoord]

known by a lot of people

beroemd, bekend

Ex: She became famous overnight after her viral video gained millions of views .Ze werd **beroemd** van de ene op de andere dag nadat haar virale video miljoenen views kreeg.

Sluiten

Inloggen

to have

[werkwoord]

to hold or own something

hebben, bezitten

Ex: He has a Bachelor 's degree in Computer Science .Hij **heeft** een Bachelor diploma in Computerwetenschappen.

Sluiten

Inloggen

child

[zelfstandig naamwoord]

a young person who has not reached puberty or adulthood yet

kind, jongere

Ex: The school organized a field trip to the zoo , and the children were excited to see the animals up close .De school organiseerde een excursie naar de dierentuin, en de **kinderen** waren opgewonden om de dieren van dichtbij te zien.

Sluiten

Inloggen

dream

[zelfstandig naamwoord]

a series of images, feelings, or events happening in one's mind during sleep

droom

Ex: The nightmare was the worst dream he had experienced in a long time .De nachtmerrie was de ergste **droom** die hij in lange tijd had meegemaakt.

Sluiten

Inloggen

to move

[werkwoord]

to change your position or location

bewegen, verplaatsen

Ex: The dancer moved gracefully across the stage .De danser **bewoog** sierlijk over het podium.

Sluiten

Inloggen

house

[zelfstandig naamwoord]

a building where people live, especially as a family

huis, woning

Ex: The modern house featured large windows , allowing ample natural light to fill every room .Het moderne **huis** beschikte over grote ramen, waardoor overvloedig natuurlijk licht elke kamer kon vullen.

Sluiten

Inloggen

country

[zelfstandig naamwoord]

a piece of land with a government of its own, official borders, laws, etc.

land

Ex: The government implemented new policies to boost the country's economy .De regering heeft nieuwe beleidsmaatregelen geïmplementeerd om de economie van het **land** te stimuleren.

Sluiten

Inloggen

to study

[werkwoord]

to spend time to learn about certain subjects by reading books, going to school, etc.

studeren

Ex: She studied the history of art for her final paper .Ze **bestudeerde** de kunstgeschiedenis voor haar eindwerk.

Sluiten

Inloggen

English

[zelfstandig naamwoord]

the most common language in the world, originating in England but also the official language of America, Canada, Australia, etc.

Engels

Ex: Their school requires all students to study English.Hun school vereist dat alle studenten **Engels** studeren.

Sluiten

Inloggen

physics

[zelfstandig naamwoord]

the scientific study of matter and energy and the relationships between them, including the study of natural forces such as light, heat, and movement

natuurkunde

Ex: His fascination with physics led him to pursue research in quantum mechanics .Zijn fascinatie voor **natuurkunde** leidde ertoe dat hij onderzoek ging doen naar kwantummechanica.

Sluiten

Inloggen

to write

[werkwoord]

to make letters, words, or numbers on a surface, usually on a piece of paper, with a pen or pencil

schrijven

Ex: Can you write a note for the delivery person ?Kunt u een briefje **schrijven** voor de bezorger?

Sluiten

Inloggen

book

[zelfstandig naamwoord]

a set of printed pages that are held together in a cover so that we can turn them and read them

boek

Ex: The librarian helped me find a book on ancient history for my research project .De bibliothecaris hielp me een **boek** over oude geschiedenis te vinden voor mijn onderzoeksproject.

Sluiten

Inloggen

letter

[zelfstandig naamwoord]

a written or printed message that is sent to someone or an organization, company, etc.

brief

Ex: My grandmother prefers to communicate through handwritten letters.Mijn grootmoeder geeft de voorkeur aan communiceren via handgeschreven **brieven**.

Sluiten

Inloggen

to win

[werkwoord]

to become the most successful, the luckiest, or the best in a game, race, fight, etc.

winnen, zegevieren

Ex: They won the game in the last few seconds with a spectacular goal .Ze hebben de wedstrijd in de laatste seconden **gewonnen** met een spectaculair doelpunt.

Sluiten

Inloggen

Oscar

[zelfstandig naamwoord]

an annual award given to the best director, movie, actor, etc. by the US Academy of Motion Picture Arts and Sciences

Oscar, Oscarprijs

Ex: The movie was nominated for five Oscars, including Best Picture.De film werd genomineerd voor vijf **Oscars**, waaronder Beste Film.

Sluiten

Inloggen

lottery

[zelfstandig naamwoord]

a game of chance where tickets with numbers or symbols are purchased, and a random selection of numbers or symbols determines the winners

loterij

Ex: Playing the lottery is a popular pastime , despite the low odds of winning .De **loterij** spelen is een populaire vrijetijdsbesteding, ondanks de lage winkansen.

Sluiten

Inloggen

Boek Face2face - Elementair

LanGeek app downloaden

Langeek

Boek Face2face - Elementair - Eenheid 5 - 5B