Boek Face2face - Elementair - Eenheid 2 - 2A

Hier vind je de woordenschat van Unit 2 - 2A in het Face2Face Elementary cursusboek, zoals "nieuw", "goedkoop", "vroeg", enz.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

new [bijvoeglijk naamwoord]

recently invented, made, etc.

nieuw

Ex: The new software update includes several innovative features not seen before .

De nieuwe software-update bevat verschillende innovatieve functies die nog niet eerder zijn gezien.

old [bijvoeglijk naamwoord]

of a particular age

oud

Ex: She is fifty years old and still runs marathons .

Ze is vijftig jaar oud en loopt nog steeds marathons.

good [bijvoeglijk naamwoord]

having a quality that is satisfying

goed

Ex: She has a good memory and can remember details easily .

Ze heeft een goed geheugen en kan details gemakkelijk onthouden.

bad [bijvoeglijk naamwoord]

having a quality that is not satisfying

slecht

Ex: The movie was bad and not enjoyable to watch .

De film was slecht en niet leuk om naar te kijken.

cheap [bijvoeglijk naamwoord]

having a low price

goedkoop

Ex: He found a cheap flight deal for his vacation .

Hij vond een goedkope vluchtaanbieding voor zijn vakantie.

expensive [bijvoeglijk naamwoord]

having a high price

duur

Ex: He bought an expensive watch as a gift for his father .

Hij kocht een dure horloge als cadeau voor zijn vader.

beautiful [bijvoeglijk naamwoord]

extremely pleasing to the mind or senses

mooi

Ex: He painted a beautiful portrait of his sister .

Hij schilderde een prachtig portret van zijn zus.

ugly [bijvoeglijk naamwoord]

not pleasant to the mind or senses

lelijk

Ex: Do n't be so mean , calling someone ugly is not nice .

Wees niet zo gemeen, iemand lelijk noemen is niet aardig.

easy [bijvoeglijk naamwoord]

needing little skill or effort to do or understand

makkelijk

Ex: Cooking pasta is easy ; you just boil water and add the noodles .

Pasta koken is makkelijk; je kookt gewoon water en voegt de noedels toe.

difficult [bijvoeglijk naamwoord]

needing a lot of work or skill to do, understand, or deal with

moeilijk

Ex: Solving complex mathematical equations can be difficult without a strong understanding of mathematical principles .

Het oplossen van complexe wiskundige vergelijkingen kan moeilijk zijn zonder een goed begrip van wiskundige principes.

big [bijvoeglijk naamwoord]

above average in size or extent

groot

Ex: They live in a big house .

Ze wonen in een groot huis.

small [bijvoeglijk naamwoord]

below average in physical size

klein

Ex: He had a small backpack that was easy to carry .

Hij had een kleine rugzak die gemakkelijk te dragen was.

early [bijvoeglijk naamwoord]

happening or done before the usual or scheduled time

vroeg

Ex: They caught an early flight to avoid the rush .

Ze vingen een vroege vlucht om de drukte te vermijden.

late [bijvoeglijk naamwoord]

doing or happening after the time that is usual or expected

laat

Ex: The late delivery of the package inconvenienced the recipient .

De late levering van het pakket veroorzaakte ongemak voor de ontvanger.

fast [bijvoeglijk naamwoord]

having a high speed when doing something, especially moving

snel

Ex: He had a fast response to emergency situations .

Hij had een snelle reactie op noodsituaties.

slow [bijvoeglijk naamwoord]

moving, happening, or being done at a speed that is low

langzaam

Ex: He had a slow computer that took a long time to start up .

Hij had een langzame computer die lang nodig had om op te starten.

young [bijvoeglijk naamwoord]

still in the earlier stages of life

jong,jeugdig

Ex: He has a young brother who is learning to walk .

Hij heeft een jonge broer die leert lopen.

old [bijvoeglijk naamwoord]

living in the later stages of life

oud,bejaard

Ex: She cherished the wisdom and experience that came with being old .

Ze koesterde de wijsheid en ervaring die kwamen met oud zijn.

right [bijvoeglijk naamwoord]

(of a person) correct or justified in a situation or decision

correct

Ex: You are right about the meeting being at 3 PM .

Je hebt gelijk over de vergadering die om 15.00 uur is.

wrong [bijvoeglijk naamwoord]

not based on facts or the truth

verkeerd

Ex: He followed the wrong directions and got lost .

Hij volgde de verkeerde aanwijzingen en raakte verdwaald.

nice [bijvoeglijk naamwoord]

providing pleasure and enjoyment

aangenaam

Ex: The restaurant served a nice meal with fresh ingredients .

Het restaurant serveerde een lekker maaltijd met verse ingrediënten.

great [bijvoeglijk naamwoord]

exceptionally large in degree or amount

enorm

Ex: The storm caused a great deal of damage to the coastal town.

De storm veroorzaakte veel schade aan de kuststad.

important [bijvoeglijk naamwoord]

having a lot of value

belangrijk

Ex: Conserving water is important for the sustainable use of natural resources .

Water besparen is belangrijk voor het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

favorite [bijvoeglijk naamwoord]

liked or preferred the most among the rest that are from the same category

favoriet

Ex: His favorite hobby is playing guitar in his free time .

Zijn favoriete hobby is gitaar spelen in zijn vrije tijd.

Boek Face2face - Elementair
Eenheid 1 - Welkom	Eenheid 1 - 1A	Eenheid 1 - 1B	Eenheid 1 - 1C
Eenheid 1 - 1D	Eenheid 2 - 2A	Eenheid 2 - 2B	Eenheid 2 - 2C
Eenheid 2 - 2D	Eenheid 3 - 3A	Eenheid 3 - 3B	Eenheid 3 - 3C
Eenheid 3 - 3D	Eenheid 4 - 4A	Eenheid 4 - 4B	Eenheid 4 - 4C
Eenheid 4 - 4D	Eenheid 5 - 5A	Eenheid 5 - 5B	Eenheid 5 - 5C
Eenheid 5 - 5D	Eenheid 6 - 6A	Eenheid 6 - 6B	Eenheid 6 - 6C
Eenheid 6 - 6D	Eenheid 7 - 7A	Eenheid 7 - 7B	Eenheid 7 - 7C
Eenheid 7 - 7D	Eenheid 8 - 8A	Eenheid 8 - 8B	Eenheid 8 - 8D
Eenheid 9 - 9A	Eenheid 9 - 9B	Eenheid 9 - 9C	Eenheid 9 - 9D
Eenheid 10 - 10A	Eenheid 10 - 10B	Eenheid 10 - 10C	Eenheid 10 - 10D
Eenheid 11 - 11A	Eenheid 11 - 11B	Eenheid 11 - 11C	Eenheid 11 - 11D
Eenheid 12 - 12A	Eenheid 12 - 12B	Eenheid 12 - 12C