Boek Face2face - Elementair - Eenheid 11 - 11D

Hier vind je de woordenschat van Unit 11 - 11D in het Face2Face Elementary cursusboek, zoals "huren", "trouwen", "stoel", etc.

Herzien

Flashcards

Spelling

Quiz

Begin met leren

to rent [werkwoord]

to let someone use one's property, car, etc. for a particular time in exchange for payment

verhuren

Ex: She plans to rent her vacation home to tourists during the summer months .

Ze is van plan om haar vakantiehuis in de zomermaanden aan toeristen te verhuren.

flat [zelfstandig naamwoord]

a place with a few rooms in which people live, normally part of a building with other such places on each floor

appartement

Ex: She decided to rent a flat in the city center to be closer to her job and local amenities .

Ze besloot een flat in het stadscentrum te huren om dichter bij haar werk en lokale voorzieningen te zijn.

to book [werkwoord]

to reserve a specific thing such as a seat, ticket, hotel room, etc.

boeken

Ex: I need to book a flight to New York for next week 's business meeting .

Ik moet een vlucht naar New York boeken voor de zakelijke bijeenkomst van volgende week.

train ticket [zelfstandig naamwoord]

a paper or electronic document that a person needs to buy in order to travel on a train

treinkaartje

Ex: She bought a train ticket to travel to London .

Ze kocht een treinkaartje om naar Londen te reizen.

to [get] married [Zinsdeel]

to legally become someone's wife or husband

Ex: After a long courtship , they decided to get married in a beautiful outdoor ceremony .

to get [werkwoord]

to reach a specific place

aankomen

Ex: We'll need to get to the airport early to catch our flight.

We moeten vroeg naar de luchthaven komen om onze vlucht te halen.

home [zelfstandig naamwoord]

the place that we live in, usually with our family

huis

Ex: The family moved into a new home in the suburbs .

Het gezin verhuisde naar een nieuw huis in de voorsteden.

seat [zelfstandig naamwoord]

a place in a plane, train, theater, etc. that is designed for people to sit on, particularly one requiring a ticket

stoel

Ex: He checked his ticket to find the correct seat in the stadium .

Hij controleerde zijn ticket om de juiste plaats in het stadion te vinden.

house [zelfstandig naamwoord]

a building where people live, especially as a family

huis

Ex: She invited her friends over to her house for a birthday party .

Ze nodigde haar vrienden uit bij haar huis voor een verjaardagsfeestje.

to stay [werkwoord]

to continue to be in a particular condition or state

blijven

Ex: Despite the challenges , she managed to stay calm throughout the emergency .

Ondanks de uitdagingen slaagde ze erin kalm te blijven tijdens de noodsituatie.

hotel [zelfstandig naamwoord]

a building where we give money to stay and eat food in when we are traveling

hotel

Ex: Can you recommend a budget-friendly hotel in the city center ?

Kunt u een budgetvriendelijk hotel in het stadscentrum aanbevelen?

divorced [bijvoeglijk naamwoord]

no longer married to someone due to legally ending the marriage

gescheiden

Ex: After a lengthy legal process, they were officially divorced.

Na een lang juridisch proces waren ze officieel gescheiden.

home [zelfstandig naamwoord]

the place that we live in, usually with our family

huis

Ex: The family moved into a new home in the suburbs .

Het gezin verhuisde naar een nieuw huis in de voorsteden.

table [zelfstandig naamwoord]

furniture with a usually flat surface on top of one or multiple legs that we can sit at or put things on

tafel

Ex: I cleared the table after dinner and washed the dishes .

Ik heb na het eten de tafel afgeruimd en de afwas gedaan.

Boek Face2face - Elementair
Eenheid 1 - Welkom	Eenheid 1 - 1A	Eenheid 1 - 1B	Eenheid 1 - 1C
Eenheid 1 - 1D	Eenheid 2 - 2A	Eenheid 2 - 2B	Eenheid 2 - 2C
Eenheid 2 - 2D	Eenheid 3 - 3A	Eenheid 3 - 3B	Eenheid 3 - 3C
Eenheid 3 - 3D	Eenheid 4 - 4A	Eenheid 4 - 4B	Eenheid 4 - 4C
Eenheid 4 - 4D	Eenheid 5 - 5A	Eenheid 5 - 5B	Eenheid 5 - 5C
Eenheid 5 - 5D	Eenheid 6 - 6A	Eenheid 6 - 6B	Eenheid 6 - 6C
Eenheid 6 - 6D	Eenheid 7 - 7A	Eenheid 7 - 7B	Eenheid 7 - 7C
Eenheid 7 - 7D	Eenheid 8 - 8A	Eenheid 8 - 8B	Eenheid 8 - 8D
Eenheid 9 - 9A	Eenheid 9 - 9B	Eenheid 9 - 9C	Eenheid 9 - 9D
Eenheid 10 - 10A	Eenheid 10 - 10B	Eenheid 10 - 10C	Eenheid 10 - 10D
Eenheid 11 - 11A	Eenheid 11 - 11B	Eenheid 11 - 11C	Eenheid 11 - 11D
Eenheid 12 - 12A	Eenheid 12 - 12B	Eenheid 12 - 12C