Phrasal Verbs met 'Into', 'To', 'About', & 'For' - Een actie uitvoeren (Over)
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
to be the reason for a specific incident or result

tot stand brengen, veroorzaken
to happen, often unexpectedly

gebeuren, voorvallen
to continue or start an activity

verdergaan met, aan de slag gaan met
to happen again, especially in a repeated manner

terechtkomen, herhalen
to start a task, action, or process with determination and inspiration

aanpakken, beginnen met
to cause damage to something or someone

verprutsen, beschadigen
to laugh so hard that one's entire body moves somewhat uncontrollably

in lachen uitbarsten, schaterlachen
to engage in silly or playful behavior, typically when one should be focused on work or other responsibilities

lollig doen, zich amuseren
to make arrangements for something to be addressed or completed

regelen, zorgen voor
to take a person or thing's situation and circumstances into account while making decisions

overwegen, bedenken
Phrasal Verbs met 'Into', 'To', 'About', & 'For' | |||
---|---|---|---|
Beginnen of beginnen (in) | Binnenkomen of botsen (in) | Betrekken of ervaren (in) | Anderen (in) |
Beheren of helpen (aan) | Anderen (aan) | Een actie uitvoeren (Over) | Willen (voor) |
Liefde, steun of overeenstemming tonen (voor) | Anderen (voor) |
