Phrasal Verbs met 'Into', 'To', 'About', & 'For' - Anderen (voor)
Herzien
Flashcards
Spelling
Quiz
to provide treatment for or help a person or an animal that is sick or injured

zorgen voor, verzorgen

to provide everything people need or want in a specific situation

voorzien in, in de behoefte voorzien

to be the recipient of something, typically something negative, such as criticism, rejection, or even punishment

ondergaan, ontvangen

to be sufficient, satisfactory, or suitable for a particular purpose

voldoende zijn voor, geschikt zijn voor

to consider something or someone the most important thing or person in one's life

leven voor, opkomen voor

to be mistaken or accepted as something or someone else, often because of a resemblance or similarity

doen alsof, verklappen als

to stay still while an artist or photographer captures one's picture

zitten voor, poseren voor

to willingly and generously pay for something

opdraven voor, de kosten dekken voor

to say with certainty that someone or something is good or reliableتضمین

garanderen, borgen

to provide explanations or reasons for a particular situation or set of circumstances

verantwoorden, verklaren

to explain one's actions or decisions, especially when questioned or challenged

verantwoorden voor, verantwoorden

to act as a representative or spokesperson on behalf of someone or something

spreken voor, vertegenwoordigen

Phrasal Verbs met 'Into', 'To', 'About', & 'For' | |||
---|---|---|---|
Beginnen of beginnen (in) | Binnenkomen of botsen (in) | Betrekken of ervaren (in) | Anderen (in) |
Beheren of helpen (aan) | Anderen (aan) | Een actie uitvoeren (Over) | Willen (voor) |
Liefde, steun of overeenstemming tonen (voor) | Anderen (voor) |
