pattern

Cambridge IELTS 19 - Academisch - Test 3 - Lezen - Passage 1 (1)

Hier kun je de woordenschat vinden uit Test 3 - Lezen - Passage 1 (1) in het Cambridge IELTS 19 - Academic cursusboek, om je te helpen voorbereiden op je IELTS-examen.

review-disable

Herzien

flashcard-disable

Flashcards

spelling-disable

Spelling

quiz-disable

Quiz

Begin met leren
Cambridge IELTS 19 - Academic
archeologist
[zelfstandig naamwoord]

a person whose job is to study ancient societies using facts, objects, buildings, etc. remaining in excavation sites

archeoloog

archeoloog

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
prehistoric
[bijvoeglijk naamwoord]

relating or belonging to the time before history was recorded

prehistorisch, voorgeschiedkundig

prehistorisch, voorgeschiedkundig

Ex: Researchers use carbon dating to determine the age of prehistoric artifacts .Onderzoekers gebruiken koolstofdatering om de leeftijd van **prehistorische** artefacten te bepalen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
settler
[zelfstandig naamwoord]

someone who along with others moves to a new place to live there and make a community

kolonist, pionier

kolonist, pionier

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
national
[bijvoeglijk naamwoord]

owned or maintained for the public by the national government

nationaal, openbaar

nationaal, openbaar

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
tropical
[bijvoeglijk naamwoord]

associated with or characteristic of the tropics, regions of the Earth near the equator known for their warm climate and lush vegetation

tropisch, equatoriaal

tropisch, equatoriaal

Ex: The tropical sun provides abundant warmth and energy for photosynthesis in plants .De **tropische** zon biedt overvloedige warmte en energie voor fotosynthese in planten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
province
[zelfstandig naamwoord]

the territory occupied by one of the constituent administrative districts of a nation

provincie

provincie

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
discovery
[zelfstandig naamwoord]

something that is discovered

ontdekking

ontdekking

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
adept
[bijvoeglijk naamwoord]

highly skilled, proficient, or talented in a particular activity or field

bedreven, bekwaam

bedreven, bekwaam

Ex: The adept athlete excels in multiple sports , demonstrating agility and strength .De **bedreven** atleet blinkt uit in meerdere sporten, wat behendigheid en kracht demonstreert.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
hunting
[zelfstandig naamwoord]

the activity of pursuing and killing wild animals or birds for money, food, or fun

jacht, jagen

jacht, jagen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
dense
[bijvoeglijk naamwoord]

containing plenty of things or people in a small space

dicht, dichtbevolkt

dicht, dichtbevolkt

Ex: She found the dense urban area overwhelming after living in the countryside .Ze vond het **dichtbevolkte** stedelijke gebied overweldigend na het leven op het platteland.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
rainforest
[zelfstandig naamwoord]

‌a thick, tropical forest with tall trees and consistently heavy rainfall

regenwoud, jungle

regenwoud, jungle

Ex: The rainforest is home to many indigenous communities .Het **regenwoud** is de thuisbasis van veel inheemse gemeenschappen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
foraging
[zelfstandig naamwoord]

the act of searching or gathering food, resources, or provisions in the natural environment, typically done by animals

foerageren, voedsel zoeken

foerageren, voedsel zoeken

Ex: The documentary captured wolves foraging in the snowy wilderness.De documentaire legde wolven vast die **op zoek waren naar voedsel** in de besneeuwde wildernis.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
seashore
[zelfstandig naamwoord]

the shore of a sea or ocean

zeekust, strand

zeekust, strand

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
possibly
[bijwoord]

used to express that something might happen or be true

mogelijk, misschien

mogelijk, misschien

Ex: Depending on funding , the company might possibly expand its services to new markets .Afhankelijk van de financiering zou het bedrijf **mogelijk** zijn diensten kunnen uitbreiden naar nieuwe markten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to voyage
[werkwoord]

to travel over a long distance by sea or in space

reizen, varen

reizen, varen

Ex: The poet penned verses about sailors who voyaged to the ends of the Earth .De dichter schreef verzen over zeilers die naar de uiteinden van de aarde **voeren**.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
excavation
[zelfstandig naamwoord]

the site of an archeological exploration

opgraving, archeologische opgravingsplaats

opgraving, archeologische opgravingsplaats

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to disperse
[werkwoord]

to part and move in different directions

verspreiden, zich verspreiden

verspreiden, zich verspreiden

Ex: The guests began to disperse from the party as the evening wore on .De gasten begonnen zich van het feest te **verspreiden** naarmate de avond vorderde.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
northernmost
[bijvoeglijk naamwoord]

situated farthest north

noordelijkste, het verst in het noorden gelegen

noordelijkste, het verst in het noorden gelegen

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
including
[Voorzetsel]

used to point out that something or someone is part of a set or group

inclusief, waaronder

inclusief, waaronder

Ex: The trip covers all expenses, including flights and accommodation.De reis dekt alle kosten, **inclusief** vluchten en accommodatie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
migration
[zelfstandig naamwoord]

the act of moving to another place or country

migratie

migratie

Ex: Historians study the migration patterns of early humans across continents .Historici bestuderen de **migratiepatronen** van vroege mensen over de continenten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
route
[zelfstandig naamwoord]

a way from one place to another

route, weg

route, weg

Ex: The quickest route to the airport is through the toll road .De snelste **route** naar de luchthaven is via de tolweg.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
likely
[bijvoeglijk naamwoord]

having a possibility of happening or being the case

waarschijnlijk, mogelijk

waarschijnlijk, mogelijk

Ex: The recent increase in sales makes it a likely scenario that the company will expand its operations .De recente stijging van de verkopen maakt het een **waarschijnlijk** scenario dat het bedrijf zijn activiteiten zal uitbreiden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
crucial
[bijvoeglijk naamwoord]

having great importance, often having a significant impact on the outcome of a situation

cruciaal, essentieel

cruciaal, essentieel

Ex: Good communication skills are crucial in building strong relationships .Goede communicatieve vaardigheden zijn **cruciaal** voor het opbouwen van sterke relaties.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
stepping stone
[zelfstandig naamwoord]

any means of advancement that helps one to make progress towards achieving something

stapsteen, springplank

stapsteen, springplank

Ex: Completing the certification was a stepping stone to earning a promotion .Het behalen van de certificering was een **springplank** naar het verkrijgen van een promotie.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
voyage
[zelfstandig naamwoord]

a long journey taken on a ship or spacecraft

reis, vaart

reis, vaart

Ex: The documentary chronicled the voyage of a famous explorer and the discoveries made along the way .De documentaire beschreef de **reis** van een beroemde ontdekkingsreiziger en de ontdekkingen die onderweg werden gedaan.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
region
[zelfstandig naamwoord]

a large area of land or of the world with specific characteristics, which is usually borderless

regio, gebied

regio, gebied

Ex: The Amazon rainforest is a biodiverse region teeming with unique plant and animal species .Het Amazone-regenwoud is een biodiverse **regio** vol met unieke plant- en diersoorten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
millennium
[zelfstandig naamwoord]

a period of one thousand years, usually calculated from the year of the birth of Jesus Christ

millennium, duizend jaar

millennium, duizend jaar

Ex: Futurists speculate about technological advancements that may shape the next millennium.Futuristen speculeren over technologische vooruitgang die het volgende **millennium** zou kunnen vormen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
remote
[bijvoeglijk naamwoord]

far away in space or distant in position

afgelegen, ver

afgelegen, ver

Ex: The remote farmhouse was surrounded by vast fields of crops .Het **afgelegen** boerderijhuis was omgeven door uitgestrekte velden met gewassen.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
site
[zelfstandig naamwoord]

an area of land on which something is, was, or will be constructed

locatie, terrein

locatie, terrein

Ex: We visited the historical site where the decisive battle took place .We bezochten de historische **plek** waar de beslissende slag plaatsvond.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to reveal
[werkwoord]

to make information that was previously unknown or kept in secrecy publicly known

onthullen, blootleggen

onthullen, blootleggen

Ex: The whistleblower revealed crucial information about the company 's unethical practices .De **klokkenluider** onthulde cruciale informatie over de onethische praktijken van het bedrijf.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
occupation
[zelfstandig naamwoord]

the action of staying or living in a building or some other place

bezetting

bezetting

daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
inland
[bijwoord]

into or toward the interior of a country or region

het binnenland in, naar het binnenland

het binnenland in, naar het binnenland

Ex: The river flows inland, providing water for agricultural activities .De rivier stroomt **landinwaarts**, wat water levert voor landbouwactiviteiten.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
coast
[zelfstandig naamwoord]

the land close to a sea, ocean, or lake

kust, oever

kust, oever

Ex: Yesterday the coast was full of people enjoying the summer sun .Gisteren was de **kust** vol met mensen die genoten van de zomerzon.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
cave
[zelfstandig naamwoord]

a hole or chamber formed underground naturally by rocks gradually breaking down over time

grot, hol

grot, hol

Ex: Cave diving enthusiasts brave the depths of underwater caves, navigating narrow passages and exploring submerged chambers .Grotduik-enthousiastelingen wagen zich in de diepten van onderwatergrotten, navigeren door smalle doorgangen en verkennen onderwaterkamers.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
to contain
[werkwoord]

to have or hold something within or include something as a part of a larger entity or space

bevatten, omvatten

bevatten, omvatten

Ex: The container contains a mixture of sand and salt , ready for use .De container **bevat** een mengsel van zand en zout, klaar voor gebruik.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
shelter
[zelfstandig naamwoord]

a place or building that is meant to provide protection against danger or bad weather

schuilplaats, onderdak

schuilplaats, onderdak

Ex: The soldiers constructed a shelter to rest for the night .De soldaten bouwden een **schuilplaats** om te rusten voor de nacht.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
permission
[zelfstandig naamwoord]

the action of allowing someone to do a particular thing or letting something happen, particularly in an official way

toestemming, vergunning

toestemming, vergunning

Ex: Visitors must obtain permission from the landowner before entering private property .Bezoekers moeten **toestemming** van de grondeigenaar krijgen voordat ze privéterrein betreden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
mainland
[zelfstandig naamwoord]

the main part of a continent or country that is connected to a larger landmass, excluding surrounding islands or territories

vasteland, continent

vasteland, continent

Ex: Goods are transported from the mainland to the remote islands .Goederen worden van het **vasteland** naar de afgelegen eilanden vervoerd.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
archipelago
[zelfstandig naamwoord]

a large collection of islands or the sea surrounding them

archipel, eilandengroep

archipel, eilandengroep

Ex: Travelers often explore the Greek archipelago for its beautiful islands .Reizigers verkennen vaak de Griekse **archipel** vanwege zijn prachtige eilanden.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
island hopping
[zelfstandig naamwoord]

a way of traveling where a person moves from one island to another, usually by boat or plane

eilandhoppen, reizen van eiland naar eiland

eilandhoppen, reizen van eiland naar eiland

Ex: He planned an island hopping adventure for the summer .Hij had een **eilandhoppen**-avontuur gepland voor de zomer.
daily words
wordlist
Sluiten
Inloggen
Cambridge IELTS 19 - Academisch
LanGeek
LanGeek app downloaden